Geestelijke inbrekers en geestelijke diefstal
In het artikel over het achtste gebod stond in de kantlijn dat er ook sprake kan zijn van geestelijke diefstal. Mij werd gevraagd daar wat nader op in te gaan. Dat wil ik doen, maar het lijkt me goed om eerst iets over ’geestelijke inbrekers’1 te zeggen.
Geestelijke inbrekers
Als we in het natuurlijk leven aan inbrekers denken, hebben we het over ongewenste personen. Zij dringen op een onverwacht ogenblik een huis binnen, waar ze geld of kostbaarheden verwachten. Met bijvoorbeeld een bivakmuts maken ze zich vaak onherkenbaar voor een beveiligingscamera. Ook laten ze het huis dikwijls in grote wanorde en met schade achter.
Het is niet moeilijk om hier een vergelijking met het geestelijke te trekken. Primair denk ik aan satan als een geestelijke inbreker. Onvermoeibaar gaat satan rond. 2 Satans grote doel is om elk mens af te trekken van de dienst des Heeren. Onverwachts dringt hij onze gedachten binnen of leidt hij ons af met dingen buiten ons. Soms in Gods huis, soms in stille afzondering. Een schijnbaar onschuldig telefoontje is soms al voldoende om ons af te leiden en onze gedachten te richten op aardse dingen.
Laten ook onze jonge mensen zich realiseren dat satan op duizend manieren bezig is om ons af te leiden van het hoge doel van ons leven. Hij probeert ons niet alleen af te trekken van het goede, maar brengt ons nog liever tot het kwade, het zondige. Hij blaast, nadat hij ingebroken heeft, ons leugens in, spant zijn netten, verzoekt tot zondigen en beschuldigt nadat we gezondigd hebben, desnoods met de zware beschuldiging van onvergeeflijk te hebben gezondigd. Daarvoor gebruikt hij tal van tactieken. Paulus zegt ervan: Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend (2 Kor. 2:11). Oude mensen zeiden vroeger wel eens dat hij ’zesduizend jaar ervaring’ heeft.
Misschien moet ik deze uiteenzetting wat concreter maken, zowel voor jongere als oudere lezers. Denk eens even aan je smartphone. Ik ontken niet dat een smartphone voor een deel een stuk gereedschap is dat je kan gebruiken als agenda en voor je mailbox, die je als tom-tom gebruikt, waar je GBS-Bijbel op staat, waar je aantekeningen op maakt tijdens catechisatie, etc. Maar tegelijk moeten we er oog voor hebben dat de smartphone je niet alleen berooft van veel kostbare genadetijd, maar ook heel doeltreffend kan afleiden van datgene wat waarde heeft en kostbaar is: eer je het weet ben je tijdens het Bijbel lezen op je smartphone afgeleid door een binnenkomend berichtje. We hadden het toch over geestelijke inbrekers? Zou satan in de huidige tijd in ons mobieltje niet een schitterend werktuig zien?
Satan heeft deze verkeerde doelstellingen voor élk mens. Des te meer zal hij zijn vuile werk doen in het leven van Gods kinderen. Ook zij kunnen van buiten verzocht worden tot zondigen. Satan kan ook inwerken op hun zieleleven 3 . Hij trok Davids ogen naar Bathséba en wekte de begeerte op. Petrus bezette hij met angst toen hij werd overvallen door een dienstmaagd. Inbrekers komen vaak óf in afwezigheid, óf in de nacht. Hizkía’s hoogmoed speelde op toen de gezanten van Babel tot hem kwamen.
Daaraan kunnen we zien hoe satan speurt naar tijden dat we geestelijk minder waakzaam zijn. Hij zoekt tijden dat we nalatig of slordig zijn in het onderzoeken, bidden, kerkgaan en andere ’Godzoekende oefeningen’ 4 . Hij grijpt zijn kans als het donker is en de kenmerken van het leven der genade voor ons hart in duister zijn gehuld. Hoe kan hij het hart vervullen met ongeloof en twijfel, of brult hij in de ziel: Hij heeft geen heil bij God (Ps. 3:3). Wat kan een ziel ook in verwarring raken, als na een inbraak alles ondersteboven ligt en de ziel in de strikken van het ongeloof tot geen andere conclusie kan komen dan dat ze alles kwijt is.
Nee, we verdoezelen in dit alles de schuld van de mens zelf niet. Daar zou veel meer over te zeggen zijn. Maar dat satan invloed heeft op het leven, ook van Gods kinderen, is uitvoerig aan te tonen uit de Schrift.
Geestelijke diefstal
Als we spreken over geestelijke ínbrekers, denken we vooral aan zaken waarbij de eerste oorzaak buíten ons ligt, bijvoorbeeld bij satan of wereld. Dat ligt echter anders bij geestelijke díefstal. Wat is geestelijke diefstal?
Geestelijke diefstal is een ons denkbeeldig toe-eigenen van geestelijke weldaden, zónder dat ze ons eigendom zijn. Het werk van God de Heilige Geest wordt ingebeeld of besproken, zonder dat dit werk daadwerkelijk heeft plaats gevonden, zonder dat we de beginselen van het geestelijk leven bezitten. We plegen hierdoor zelfbedrog, maar ook geestelijke diefstal. We doen onszelf schade aan. Ik noem ter overdenking en ter lezing al-leen de titel van het kleine boekje van ds. Th. van der Groe (1705-1784): ”Schadelijk misbruik van een algemene overtuiging tot een valse grond van rust voor de ziel.” 5 Ook in het leven van Gods kinderen kan geestelijke diefstal plaatsvinden. Er is een die zichzelven rijk maakt en niet met al heeft; en een die zichzelven arm maakt en heeft veel goed (Spr. 13:7). We menen kennis te hebben aan bepaalde oefeningen in het leven der genade, terwijl dit niet het geval is. Twee voorbeelden. In de geschriften van ds. F. Mallan (1925-2010) wordt vaak benadrukt dat er onderscheid is tussen een héénwijzing naar de Middelaar en een openbáring van de Middelaar. Een tweede voorbeeld. Er is onderscheid tussen de openbaring van Christus en de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie, waarbij men met bewustheid mag geloven dat de schuld niet alleen bedekt, maar ook vergeven is. Denk aan de eerste twee preken van dr. A. Comrie (1706-1774) over de Eigenschappen des geloofs. 6 Waar dit onderscheid niet wordt onderkend, kan sprake zijn van geestelijke diefstal.
Bedenk daarbij: ”Wat je steelt, moet je teruggeven.” Wat baat het ons om te denken naar binnen te gaan, en eeuwig buiten te staan? In het leven van Gods kinderen geeft een zich toe-eigenen van wat men niet gekregen heeft, vaak dorheid, raadsels, duisternis, en het ergste: de verberging van Gods aangezicht.
We ronden af met het hartelijke voornemen van David, en het zij ons gebed: Ik heb mij naar het woord Uwer lippen gewacht voor de paden des inbrekers (Psalm 17:4).
Noten
1. Ds. M. Hofman, Geestelijke inbrekers, Een predikatie over Psalm 17: 4b, Rotterdam, 1939.
2. Job 1:7, 1 Petrus 5:8
3. 1 Kronieken 21:1
4. De uitdrukking is van Wilhelmus à Brakel
5. Deze brochure is voor een gering bedrag nog steeds nieuw verkrijgbaar
6. Dr. Alexander Comrie, Verhandeling van eenige eigenschappen des zaligmakenden geloofs, Leeuwardenm,1874. Recent opnieuw herdrukt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2021
De Wachter Sions | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2021
De Wachter Sions | 16 Pagina's