Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 223
Hoofdstuk 34 – De listen van de satan - 1 (2)
Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in degenen die verloren gaan: in dewelke de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is. Maar als ons Evangelie verborgen is, is het verborgen in degenen die verloren zijn, in wie de god dezer wereld de zinnen verblind heeft van degenen die niet geloven, opdat het licht van het heerlijke Evangelie van Christus, Die het Beeld Gods is, hen niet zou bestralen (naar de Engelse vertaling). 2 Korinthe 4:3, 4
In de woorden zelf moeten we drie delen overdenken.
Het eerste. Een vreselijk geestelijk oordeel dat wordt uitgesproken. Het tweede. Het zondige instrument waardoor het ten uitvoer wordt gebracht.
Het derde. De sluwe manier waarop dit zondige instrument dat doet.
Het eerste. Wij hebben hier een heel vreselijk geestelijk oordeel dat over de ziel van de mens wordt uitgesproken: het Evangelie wordt voor de mens verborgen: …indien ons Evangelie bedekt is. Deze woorden vormen een toegeving: áls dat dan zo is. Het is een heel droevige, maar onloochenbare waarheid. Velen zijn er die geen schoonheid in Christus zien; zij zien evenmin dat Hij noodzakelijk is, ook al zijn de schoonheid en de noodzakelijkheid klaar en duidelijk in ons Evangelie geopenbaard: indien ons Evangelie bedekt is.
Het wordt óns Evangelie genoemd, niet als zouden Paulus en andere verkondigers ervan het geschreven of uitgedacht hebben, maar: ons Evangelie, omdat wij de verkondigers en de uitdelers ervan zijn. Aan ons is het Evangelie toevertrouwd, en hoewel wij het verkondigen, in betoning des Geestes en der kracht, gebruiken wij alle eenvoud in ons spreken opdat mensen het zullen begrijpen. En dan is het toch onder onze bediening voor velen verborgen: het is voor hun verstand verborgen, zij zien er geen heerlijkheid in. Het is voor hun hart verborgen, zij zien er geen kracht in. Ons Evangelie is, ondanks al ons pogen, voor sommigen een verborgen Evangelie. Dit is het zwaarste en vreselijkste oordeel.
Het tweede. Wij hebben hier een beschrijving van het zondige instrument waardoor dit oordeel ten uitvoer wordt gebracht, namelijk de satan, die hier de god dezer wereld wordt genoemd: niet eenvoudigweg en in eigenlijke zin, maar omdat hij voor zichzelf de eer van een god opeist, omdat hij heerst over een uitgestrekt rijk, en menigten van zielen bezit, ja, het grootste deel van de wereld: dat alles is aan hem onderworpen, in blinde gehoorzaamheid aan zijn regering.
Het derde. Hier hebben wij ook een beschrijving van de sluwe manier waarop hij dit bewind voert, hoe hij zijn heerschappij onder de mensen handhaaft, en maakt dat de wereld in alle rust aan hem onderworpen blijft. Het is doordat hij de zinnen verblindt van allen die niet geloven: hij rukt de ogen van al zijn onderdanen uit, hij verduistert het edele vermogen van de geest of het verstand, het vermogen van de ziel om te denken, te overwegen en te redeneren. De filosofen noemen dat vermogen terecht het leidende en besturende vermogen. Voor de ziel is dit vermogen immers dat wat de ogen voor het lichaam zijn, en daarom wordt het in Éfeze 1:18 aangeduid met ’de ogen des verstands’. Déze ogen verblindt de satan; dat wil zeggen dat hij de geest en het verstand verduistert door dwaling en onwetendheid, zodat wanneer een mens de geestelijke dingen gaat zien en overdenken, hij wel ziet, maar niet opmerkt (Jes. 6:9, 10). De mens heeft een paar algemene, verwarde begrippen, maar geen onderscheiden, krachtige en werkzame bevattingen van die dingen, en dit is heel zeker de manier, en geen andere, waarop de mens doeltreffend bij Christus vandaan gehouden wordt en de toepassing van de weldaden van de verlossing aan zijn ziel wordt belet. Het is waar: de rechtvaardige God staat het toe dat de satan dit alles doet aan de ziel van een mens. Wanneer hij evenwel uiteindelijk overwint en de mens verblindt, dan is het, zoals de tekst zegt, in degenen die verloren zijn, of: die God ertoe heeft bestemd dat ze in het verderf zullen komen. Gods uitverkorenen zijn allen een tijdlang verblind, maar Christus zalft hun ogen, Hij opent krachtdadig de ogen van hun verstand en bevrijdt hen zo uit des satans macht en heerschappij. Als het echter gaat over degenen die verblind blijven, komen de tekenen en de verschijnselen van de eeuwige dood aan hun ziel openbaar: het is een gezelschap van verlorenen. De leerstelling is: Met zijn listen verblindt de satan het verstand van alle ongelovigen opdat ze voor eeuwig verloren zullen gaan.
In het leerstellige gedeelte van dit punt moet ik vier dingen ontvouwen.
Het eerste. Wat is het ’verblinden van de zinnen’ of het ’verbergen van het Evangelie’ voor het verstand?
Het tweede. Ik zal aantonen dat het verstand van velen verblind is en dat het Evangelie voor hen verborgen is.
Het derde. Ik zal de listen laten zien waarvan de satan gebruik maakt om de zinnen van de mens te verblinden.
Het vierde. Deze blindheid is het zwaarste oordeel om de mens voor eeuwig verloren te doen gaan. Daarna zal ik het geheel toepassen.
Het eerste. We zullen de vraag stellen wat het ’verblinden van de zinnen’ of het ’verbergen van het Evangelie’ voor het verstand is.
In de wereld zijn twee soorten mensen die op deze manier worden verblind. Het zijn de mensen die de middelen tot verlichting missen en de mensen die de middelen wel hebben, maar aan wie de zegen en de kracht ervan worden onthouden. Het eerste is het geval bij de heidenwereld. De mensen daar zijn in een middernachtelijk duister omdat ze het Evangelie niet hebben. Het tweede is het geval bij de christelijke wereld. Het grootste deel van de mensen leeft daar onder het geklank van het Evangelie en ze worden verblind door de god dezer wereld: Toen zeide Hij: Ga heen en zeg tot dit volk: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet. Maak het hart dezes volks vet en maak hun oren zwaar en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij het geneze (Jes. 6:9, 10). En dan staat er in Johannes 1:5 dat, toen de Zon der gerechtigheid werkelijk opging, het licht wel in de duisternis scheen, maar dat de duisternis het niet heeft begrepen. Zo kunnen we over al het licht dat er in het verstand van alle ongelovigen is, zeggen wat Job over het graf heeft gesproken, dat het licht daar als de duisternis is (Job 10:22).
(wordt vervolgd)
© 2008 Den Hertog B.V. Houten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's