Daniël, de zeer gewenste man
2. De verzoeking
Wat hadden de jonge Joodse mannen die uitgezocht waren om in de wijsheid van de Chaldeeën onderwezen te worden het veel beter dan de andere gevangenen die in ballingschap verkeerden en allerlei werkzaamheden voor de Babyloniërs moesten uitvoeren. In zeker opzicht waren de uitgezochte knapen in een bevoorrechte positie gekomen. Op school werden zij onderwezen in alle nuttige wetenschappen als geschiedenis, wiskunde, sterrenkunde en bouwkunst. Maar daar bleef het niet bij, want ze moesten ook onderwezen worden in de godsdienst van Babel, zoals wichelarij, toverkunst en meer dergelijke duivelskunsten. Ze ondervonden maar al te goed dat ze niet meer in Israël verkeerden, maar in Babel, een puur heidens land waar de afgod Bel werd vereerd.
Toen Nebukadnezar een deel Joodse jongens in ballingschap naar zijn land voerde, had hij tevens heel wat heilig tempelgereedschap uit Jeruzalem meegenomen en gebracht in het huis zijns gods en in het schathuis zijns gods (Dan. 1:2) en die afgod was ’Bel, de grote afgod van de Babyloniërs, Assyriërs en Perzen’ (kanttek. 10). De koning wilde ook alle herinneringen aan de God van Israël uitwissen. Vandaar dat hij de namen van Daniël en zijn drie vrienden Hananja, Misaël en Azárja veranderde. In die namen zaten duidelijke verwijzingen naar de God van Is raël. Denk maar aan de woordjes ’El’ of ’Ja’ die verwijzen naar ’God’ of ’HEERE’. Zoals we weten betekent Bethel: ’huis van El of van God’.
De Joodse namen werden in opdracht van de koning veranderd in Babylonische namen. Daniël heette voortaan Béltsazar (we herkennen hierin het woordje Bel, de grote afgod) en zijn vrienden heetten voortaan Sadrach, Mesach en Abed-nego, waarin ook verwezen werd naar een of andere afgod van de Babyloniërs. Maar bij die veranderingen bleef het niet. De koning gaf ook opdracht aan zijn knecht Aspenaz dat de knapen die onderwijs ontvingen ook koninklijk voedsel en drank zouden moeten krijgen en dat gedurende de drie jaren dat zij onderwijs ontvingen. Maar dat eten en drinken was voor Daniël en zijn drie vrienden in strijd met de geboden van de Heere. Zij hielden zich als alle Joden streng aan de door Mozes gegeven voorschriften om niets te eten wat onrein was. Die voorschriften waren door de Heere gegeven en mochten niet overtreden worden.
De mensen in Babel aten varkens, hazen en verscheidene soorten van vissen en vogels die de Heere voor Zijn volk verboden had. We kunnen dat lezen in Leviticus 11 en Deuteronomium 14. Zelfs de wijn, die de Joden wel mochten gebruiken, weigerden Daniël en zijn drie vrienden te gebruiken, want tijdens het drinken werden gewoonlijk de gouden en zilveren, de koperen, de ijzeren, de houten en de stenen goden (Dan. 5:4) geprezen en aangebeden. Vandaar het verzoek van Daniël en zijn vrienden aan Melzar, hun bediende en de knecht van Aspenaz, om van al dat eten vrijgesteld te worden en hen alleen maar erwten, bonen, gerst, rijst en andere tuinbouwproducten te geven, en in plaats van wijn, gewoon water. Hoewel Aspenaz niet moeilijk deed, zo vernamen Daniël en zijn drie vrienden van Melzar dat hun verzoek hem in grote moeilijkheden had gebracht. Als Aspenaz het bevel van de koning niet uitvoerde en de Joodse jongelingen er door het eenvoudige eten straks minder welvarend zouden uitzien, deinsde de koning er niet voor terug om Aspenaz ter dood te brengen. In de Bijbel staat dat wie de koning wilde doden, die doodde hij en wie hij in het leven wilde behouden, die mocht blijven leven. De koningen waren echte tirannen en daarom vreesde hofmeester Aspenaz terecht voor zijn leven. Via de bediende Melzar vernam Daniël zijn bezwaar en daarom stelde hij voor om hem en zijn drie vrienden tien dagen lang eenvoudig voedsel te geven en daarna te kijken hoe zij eruit zouden zien. Dat voorstel werd goedgevonden en zo kregen Daniël en zijn drie vrienden het sobere eten wat zij begeerden, terwijl de andere leerlingen heerlijke en voedzame spijzen voorgeschoteld kregen. En wat bleek? In de Bijbel staat: Ten einde nu der tien dagen zag men dat hun gedaanten (namelijk van Daniël en zijn drie vrienden) schoner waren en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen die de stukken van de spijze des konings aten (Dan. 1:15). De Heere had het eenvoudige voedsel willen zegenen. Vanaf dat ogenblik vielen Aspenaz en Melzar Daniël en zijn drie vrienden niet meer lastig en kregen zij drie jaar lang het eenvoudige eten.
In de Bijbel staat dat de mens niet alleen bij brood zal leven, maar bij alle woord dat door den mond Gods uitgaat (Matth. 4:4). Dat wil zeggen dat Hij de spijze moet zegenen. Daarna zegende de Heere Zijn vier trouwe dienaren met uitnemende gaven en bekwaamheden, zodat zij uitblonken boven alle geleerden van Babel. Bovendien gaf de Heere aan Daniël ook profetische gaven. In de Bijbel staat: Er werd niemand gevonden gelijk Daniël, Hananja, Misaël en Azárja (hun Joodse namen worden hier vermeld, waarin verwezen werd naar de ware God) en zij stonden voor het aangezicht des konings (om hem met raad en daad in regeringszaken bij te staan). En in alle zaken van verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond hij hen tienmaal boven al de tovenaars en sterrenkijkers die in zijn ganse koninkrijk waren (vers 19 en 20). Hoe duidelijk bleek hieruit wat het waar is wat de Heere in Zijn Woord getuigt: Die Mij eren, zal Ik eren, maar die Mij versmaden, zullen licht geacht worden (1 Sam. 2:30b).
(Volgende keer D.V. 3. Het gebed van Daniël en zijn vrienden)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's