Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (83)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (83)

De Prins schenkt de Geest

7 minuten leestijd

Na de aanstelling van kapitein Bevinding heeft Prins Immanuël de nieuwe grondwet bekendgemaakt. De woorden zijn ingegraveerd in de muren van de stad. Nu wordt de Geest in het hart geschonken.

Een nieuw ambt

Prins Immanuël laat de stadsbestuurders komen. Hij spreekt met hen over een ambt dat Hij onder hen wil vestigen. Het is een soort geestelijk ministerie, dat geopend wordt om onderwijs te geven in de tegenwoordige en toekomende dingen. ’Want’, zegt Hij, ’u bent niet zelf in staat om de wil van Mijn Vader te kennen en daarnaar te leven. Daarvoor hebt u leraren en gidsen nodig.’ In die tijd is alles wat de Prins doet, goed in de ogen van de burgers. De inwoners komen haastig samen als dit nieuws door de stadsbestuurders aan het volk van Mensziel wordt bekend gemaakt. Als uit één mond smeekt men de Prins om onmiddellijk dat ambt onder hen in te stellen. Ze willen graag onderwijs krijgen in de wetten en de rechten, de regels en de geboden, en meer te weten komen over de achtergronden van alles wat goed en heilzaam voor hen is.

De natuur van de Opperste Geheimschrijver

De Prins willigt hun verzoek in. Er zullen twee personen aangesteld worden. De Één komt uit het paleis van Zijn Vader, de ander zal iemand zijn die in Mensziel is geboren. ’Degene Die uit het paleis van Mijn Vader komt,’ zegt de Prins, ’is een Persoon Die niet minder bekwaam en waardig is dan Mijn Vader en Ik. Het is Opperste Geheimschrijver van het huis van Mijn Vader. Hij is altijd al de belangrijkste Uitlegger van de wetten van Mijn Vader geweest. Hij is volkomen ingewijd in alle geheimen en weet daar evenveel van als Mijn Vader en Ik. Hij is Één van natuur met Ons, ook in Zijn liefde, trouw en eeuwige zorg voor Mensziel.’

Het werk van de Opperste Geheimschrijver

De Prins vervolgt: ’Dit is de Persoon Die jullie hoogste Leraar zal zijn. Hij, ja Hij alleen kan u helder onderwijs geven in alle bovennatuurlijke zaken. Hij, ja Hij alleen kent de hemelse wijze van handelen van Mijn Vader. Ook kan niemand dan Hij laten zien hoe het hart van Mijn Vader gesteld is tegenover Mensziel, te allen tijde, in alle zaken en onder alle omstandigheden. Niemand immers weet wat er in het hart van een mens is dan alleen de geest die in hem is. Zo kent niemand anders dan de Opperste Geheimschrijver de dingen van Mijn Vader. En ook niemand dan Hij kan Mensziel vertellen wat de stad moet doen om in de liefde van Mijn Vader te blijven. Hij is het, Die in herinnering kan brengen wat vergeten is en Die kan vertellen wat komt. Deze Leraar moet daarom wat betreft uw liefde en Zijn wijsheid de voorrang hebben boven de andere leermeester. Hij is een Goddelijk Persoon. Zijn onderwijs is voortreffelijk. U bent het om al deze redenen verplicht om Hem lief te hebben en te vrezen. Hij is de Persoon in Wiens woorden leven en kracht is te vinden. Hij kan dat ook in uw hart werken. Hij kan ervoor zorgen dat u profeten wordt en dat u kunt vertellen wat in de toekomst zal gebeuren.’

De gehoorzaamheid aan de Opperste Geheimschrijver

’Samen met deze Persoon moet u alle verzoeken aan Mijn Vader en aan Mij opstellen. Dat behaagt Hem. Laat niemand de stad en het kasteel inkomen, zonder eerst raad en advies van Hem gevraagd te hebben. Als u dat niet doet, krijgt Hij een afkeer van u en zult u Hem verdriet doen. Ik zeg u: let erop dat u deze Leraar niet bedroeft. Als u Hem wel verdriet aandoet, zal Hij Zich als een vijand gedragen. En als het zover komt dat Hij door uw gedrag gedwongen wordt om Zich in slagorde tegen u op te stellen, dan zal u dat meer verdriet doen dan wanneer twaalf hemelse legioenen van Mijn Vader worden gestuurd om oorlog tegen u te voeren. Maar als u Hem gehoorzaamt en Hem liefhebt, als u zich aan Zijn onderwijs onderwerpt en nauwe omgang met Hem hebt, dan zult u erachter komen dat Hij tien keer beter is dan dat de wereld kan zijn voor wie dan ook. Ja, Hij zal de liefde van Mijn Vader in uw hart uitstorten. De inwoners van Mensziel zullen de wijste en gezegendste van alle mensen zijn.’

De Heilige Geest geschonken

Na de beschrijving van het ontvangen van de nieuwe grondwet vertelt Bunyan van het ontvangen van de Heilige Geest in het hart. Op enkele zaken die Bunyan benoemt wordt hieronder iets dieper ingegaan.

Onderwijs van de Heilige Geest

De gezaligde zondaar heeft onderwijs nodig, want hij is dwaas en blind als het gaat over Gods wil. Zonder Gids zal de ziel (ver)dwalen. De profeet moest klagen: Ik weet, o HEERE, dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man die wandelt, dat hij zijn gang richte (Jer. 10:23). Een Onderwijzer is nodig, Die Gods wetten leert, de zonden in herinnering brengt, wijst op het heil in Christus en de weg bekendmaakt die gegaan moet worden. Dat wijst vooral op het profetisch ambt.

Een ambt is meer dan een gewoon beroep. Een ambtenaar staat in dienst van de overheid. Iemand die het predikambt op zich gelegd heeft gekregen, staat in dienst van de hoge God. Maar ook hij heeft onderwijs nodig van de grote Leidsman, Die in alle waarheid leidt. Bunyan noemt het de Opperste Geheimschrijver. Hij bedoelt daarmee de Heilige Geest. Doch God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods (1 Kor. 2:10).

De Goddelijke natuur van de Heilige Geest

Bunyan schrijft dat Gods kind twee onderwijzers krijgt. De ene onderwijzer heeft een menselijke natuur; daarover zal in het volgende artikel geschreven worden. De andere Onderwijzer heeft de Goddelijke natuur. Hij is één van Wezen met de Vader en de Zoon. Want Drie zijn er Die getuigen in den hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één (1 Joh. 5:7). Artikel 11 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis beschrijft kernachtig dat wij ’geloven en belijden (…) dat de Heilige Geest van eeuwigheid van de Vader en de Zoon uitgaat’. De Heilige Geest is niet gemaakt, niet geschapen en niet geboren. Hij is ’van éénzelfde wezen, majesteit en heerlijkheid met de Vader en de Zoon; zijnde waarachtig en eeuwig God (…).’

Geleid in de waarheid door de Heilige Geest

Het werk van de Heilige Geest bestaat uit meerdere facetten. Kort Begrip (antwoord 39) zegt onder andere ’dat Hij mij (…) wederbaart, in alle waarheid leidt, mij troost en in eeuwigheid bij mij zal blijven.’ Bunyan noemt in dit deel van zijn verhaal vooral hoe de Heilige Geest ’in alle waarheid leidt’. De Heere Jezus heeft gezegd: Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen (Joh. 16:13).

Ook is de Geest onmisbaar nodig in het gebed. En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen (Rom. 8:26).

Gods wil bekendgemaakt door de Heilige Geest

Maar Hij geeft niet alleen raad in datgene wat het hart úitgaat, maar ook wat het hart ínkomt. Hij staat als het ware aan de poort van het hart. De Geest maakt de wil van God bekend en dat heeft grote gevolgen: En wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil van God is (Rom. 12:2).

De eer van de Heilige Geest

De Heilige Geest is alle eer waardig. Als Hij die eer niet ontvangt, zal Hij in een vijand veranderen. Maar zij zijn wederspannig geworden en zij hebben Zijn Heiligen Geest smarten aangedaan; daarom is Hij hun in een vijand verkeerd [veranderd], Hij Zelf heeft tegen hen gestreden (Jes. 63:10). Dat heeft het volk Israël verschillende keren moeten ervaren toen ze in de woestijn hun Leidsman niet gehoorzaamden. De woestijnreis bijvoorbeeld werd gemarkeerd door plaatsen waar in totaal meer dan een miljoen mannen en vrouwen zijn begraven. Daarom laat Bunyan in deze geschiedenis een ernstige waarschuwing horen: En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing (Éf. 4:30).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021

De Wachter Sions | 16 Pagina's

De heilige oorlog (83)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021

De Wachter Sions | 16 Pagina's