Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Des duivels list…. (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Des duivels list…. (1)

6 minuten leestijd

Het verdient onze opmerkzaamheid dat de persoon van de duivel in onze belijdenisgeschriften op meerdere plaatsen genoemd wordt. Soms zelfs op cruciale plekken. Van de zondeval van de mens wordt in de vierde zondagsafdeling van de Heidelbergse Catechismus bijvoorbeeld niet alleen gezegd dat de mens zich door ”moedwillige ongehoorzaamheid” van God heeft losgerukt, maar als éérste wordt gezegd: ”Door het ingeven des duivels.” Ook op andere plaatsen wordt zijn naam genoemd. 1 Dat is geen wonder. Belijdenisgeschriften willen immers de inhoud van de Schrift weergeven. In de Bijbel wordt op veel plaatsen gesproken over de duivel, de satan enz. Hij draagt in de Bijbel heel veel namen. De namen die satan draagt, drukken zijn persoon en werk uit. Het is goed om een deel van zijn namen aan de orde te stellen, omdat Jezus Zelf meerdere keren voor satans werk heeft gewaarschuwd en Zijn volgelingen heeft opgeroepen te waken. Ter inleiding geven we eerst aandacht aan de verzoeking in de woestijn: een geschiedenis waarin verschillende namen van satan voorkomen.

De verzoeking in de woestijn

Jezus wist bij ervaring van de listen van satan. Zijn eerste confrontatie na Zijn doop in de Jordaan vond bij de verzoeking in de woestijn plaats. Jezus is door de Heilige Geest geleid in de woestijn om van de duivel verzocht te worden. Jezus heeft Zélf de verzoeking van satan niet opgezocht. Als Middelaar moest Hij echter de strijd met satan aangaan en hem de eerste nederlaag toebrengen. Borgtochtelijk. In de plaats van. Opdat Zijn volk in de strijd tegen satan niet zou omkomen.

Hier moeten alarmbellen gaan rinkelen. Voor oud en jong. We bidden mogelijk dikwijls: ”En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.” Doch dan moeten we in ons dagelijks leven de verzoeking niet opzoeken. Niet ’s zondags. Niet op zaterdagavond. Niet in de loop van de week. Niet lijfelijk. Niet digitaal. Jezus heeft de verzoeking niet opgezocht. Jezus móest de verzoeking ondergaan.

* * *

In de verzoekingen van satan is Jezus staande gebleven. Keer op keer gebruikte Hij daarbij het Woord van God. ”Er staat geschreven.” Hierin moet Hij ons een voorbeeld tot navolging zijn. Altijd weer moeten we ons bij de overweging van principiële beslissingen laten leiden door het Woord van God. ”Er staat geschreven.” Daarmee wordt tegelijk de dure verantwoordelijkheid op ons gelegd om dat Woord te kénnen, te lezen, te bestuderen, te bespreken, ons eigen te maken, opdat we niet bij de eerste de beste verleiding, verzoeking of leugen met onze mond vol tanden staan.

* * *

Er is echter nóg een reden om gegronde kennis van de Schrift te hebben. Het is niet alleen Jézus Die in de verzoeking een beroep deed op Gods Woord. Satan deed Hem in de tweede verzoeking na. Hij mísbruikte het Woord om Jezus te verzoeken. Dat kan dus ook. Ook in onze dagelijkse gesprekken met andersdenkenden. Luther heeft terecht gezegd dat satan Gods aap is. Hij probeert God na te doen. Ja, hij kan zich dus voordoen als een engel des lichts, met de Bijbel in zijn hand, en met teksten in zijn mond, of in de mond van satans dienaren. En dat is tegelijk voor ieder van ons weer zeer confronterend.

* * *

Bij de derde verzoeking klimt satans arrogantie ten top: hij doet alsof de wereld zijn eigendom is. En zeker: hij wordt ook door Jezus de overste der wereld genoemd. Maar bij de bespreking van die naam in een komend artikel zullen we horen dat hier beslist geen sprake is van een wettig eigendom!

Satan

In de geschiedenis van de verzoeking gebruikt Jezus drie namen van de satan: satan, duivel en verzoeker. De naam satan komt op vele plaatsen voor, bijvoorbeeld in de brief aan Pérgamum. Daar lezen we: Ik weet uw werken, en waar gij woont, namelijk waar de troon des satans is; en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in de dagen in welke Ántipas Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, waar de satan woont (Openbaring 2:13). Als gezegd wordt dat satan in Pérgamum op een troon zit, wijst dat op zijn grote invloed in het grote Romeinse, afgodische rijk. De kleine, armoedige gemeente van Pérgamum had niet veel goeds in deze wereld te verwachten. De naam satan betekent letterlijk: tegenstander.

Hij is de tegenstander van God en de tegenstander van Zijn volk en van Zijn kerk en van Zijn Woord en van alles wat naar de Naam van Christus genoemd is. Hij draagt ook de naam van Beëlzebul, die de overste der duivelen wordt genoemd (Luk. 11:15). De troon in Pérgamum is niet satans hoogste doel. Hij heeft in zijn opstand de hémeltroon voor zichzelf begeerd. Na zijn opstand is hij door de Heere uit de hemel verstoten en met hem veel andere engelen die hem gevolgd zijn en tot duivelen zijn verworden. Vanaf dat moment had en heeft zijn bestaan nog één doel: het werk Gods tegenstaan.

* * *

Satans naam dwingt ons tot zelfonderzoek. Immers, in onze val in Adam hebben we satans kant gekozen. Dat is een harde, moeilijke en scherpe boodschap voor een godsdienstig en serieus mens. Houd het een serieuze catechisant voor die op maandagavond vol aandacht en toewijding de lessen bijwoont. Dat kun je niet onbewogen doen. Maar je moet het doen, want het is de realiteit van ons mensenbestaan sinds Genesis 3. We zijn de zonde en we zijn satan toegevallen. En dat komt openlijk of bedekt in ons leven openbaar. En toch is ook tot die catechisant meer te zeggen. De door Gods Geest ontdekte zondaar beaamt het. Die zal bekennen dat hij niet alleen door het ingeven van satan, maar ook door moedwillige ongehoorzaamheid zich van God heeft losgerukt. Eígen schuld. Het wordt de grootste nood in het hart en leven van dezulken. Hoe kom ik, die de boze ben toegevallen, weer ooit terug in Gods gunst en gemeenschap? Hoe word ik ooit tot God bekeerd (afgekeerd, omgekeerd, toegekeerd)? Als Jezus toch niet borgtochtelijk in de verzoeking was staande gebleven, zou niet één mens in de verzoeking staande blijven. Gelukkig zij, die Jezus als hun persoonlijke Borg mogen kennen. Dit geeft kracht en moed om te meer tegen de verzoekingen te strijden.

Des duivels list, die zware strijd Is niet in ’t land daarboven.


Noot

1. Bijvoorbeeld HC vr.32, vr. 127, NGB art.34, DLR III-IV, 1, V,3,15

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Des duivels list…. (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's