Vader Jakob

Het een en ander kunnen we lezen in de ’Schriftverklaringen’ deel 4, blz. 49 e.v. van dr. Kohlbrugge. Dergelijke opmerkingen geeft dr. Kohlbrugge ons om aan te tonen dat Gods soevereine verkiezing een onderscheid maakt waar van nature geen onderscheid is. Maar hij geeft tevens aan dat de ouders in alles gehouden zijn hun kinderen in de ware leer des Heeren te onderwijzen. Zoals dr. Steenblok ons op de catechisatie altijd voorhield dat de Heere ook in de verkiezing de middelen tot zaligheid verkoor en dat we die middelen op Zijn bevel moeten waarnemen.

De tweede predikant die we aanhalen is John Flavel. In De Wachter Sions werden bijna wekelijks gedeelten aangehaald uit zijn werk: ’Geschonken genade. Over de toepassing van het heil.’ In verband met ons onderwerp geeft hij behartigenswaardige woorden weer (in aflevering 221/ DWS no. 49). Komt bij iedereen niet de verkeerde gedachte weleens op: ’Als de Heere van eeuwigheid alles heeft bepaald, dan behoeven we ons niet zo druk te maken over de opvoeding van onze kinderen!’ Horen we niet vaak in onverschilligheid uitdrukken: ’Als ik verkoren ben, word ik zalig en als ik niet verkoren ben, baten alle middelen (kerkgaan, catechisatie, onderwijs) toch niets!’ Laten we daarom luisteren naar wat de godvrezende dominee Flavel hiervan zegt in het boven aangehaalde artikel. Hij schrijft daar o.a. als volgt: ’Het is een verheven, maar droevige waarheid die we lezen in Pred. 8:11: Het hart van de kinderen der mensen is in hen vol om kwaad te doen. O, wat is het elke dag heel gewoon om overal te zien dat mensen hun ziel in gevaar brengen in het najagen en bevredigen van hun lusten. Jeremia zegt: Een ieder keert zich als een onbesuisd paard in de strijd. Zoals paarden onbesuisd het oorlogsveld betreden, zo worden veel mensen onbesuisd voortgedreven door hun boze begeerten en lusten, ook al waarschuwt het geweten hen. Als u ooit een heel grote schuld wilt vermijden en aan het zwaarste oordeel wilt ontkomen, open dan uw hart om God te gehoorzamen en datgene in praktijk te brengen wat God aan uw verstand en aan uw geweten heeft duidelijk gemaakt, om aan te nemen wat Zijn wil heeft geopenbaard.’ Verder merkt hij heel treffend op: ’Wees gehoorzaam aan het licht van het Evangelie, zolang u de gelegenheid hebt het te genieten. Luister naar de raad van Christus in Joh. 12:35: Nog een kleine tijd is het Licht bij ulieden; wandelt terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. Mensen en volkeren die het Evangelie niet bezitten, zijn in de duisternis en zij over wie het licht van het Evangelie is opgegaan, hebben slechts weinig tijd om eronder te zijn. De Heere Jezus zegt: Nog een kleine tijd is het Licht bij ulieden. Waarom een kleine tijd? Omdat het leven snel voorbij is! In Openbaring 10 lezen we dat er na deze tijd geen tijd meer zijn zal. Uw tijd is kort en dit leven is de enige tijdsruimte die u hebt om u te bekeren. Als u deze gelegenheid om behouden te worden mist, komt zij nooit meer terug. Wat ontroerend was de klacht die Christus uitte over Jeruzalem in Lukas 19: 41 en 42: En als Hij nabijkwam en de stad zag, weende Hij over haar, zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in deze uw dag, hetgeen tot uw vrede dient. Duizenden zijn opstandig tegen het licht en zeggen tot God: Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust (Job 21:14).’ Tot zover de behartigenswaardige woorden van beide predikanten. Ik herhaal de uitdrukking van ds. Flavel: Wees gehoorzaam aan het licht van het Evangelie, zolang u de gelegenheid hebt het te genieten. Luister naar de raad van Christus in Johannes 12:35: Nog een kleine tijd is het Licht bij ulieden; wandelt terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. Laten we met alle ernst luisteren naar deze ernstige raadgevingen. Dan zullen we ons zeker niet lichtvaardig beroepen op Gods besluit om de verkiezing van eeuwigheid te misbruiken tot verwaarlozing van de ons geschonken genademiddelen. We lezen in Spr. 1: 24-27: Dewijl Ik geroepen heb en gijlieden geweigerd hebt, Mijn hand uitgestrekt heb en daar niemand was die opmerkte. En hebt al Mijn raad verworpen en Mijn bestraffing niet gewild. Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen, Ik zal spotten wanneer uw vrees komt. Wanneer uw vrees komt gelijk een verwoesting en uw verderf aankomt als een wervelwind, wanneer u benauwdheid en angst overkomt.

(Volgende keer D.V. 5. Jakob in Bethel)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen