Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als een briesende leeuw… (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als een briesende leeuw… (3)

5 minuten leestijd

In het tijdperk van de Verlichting (18 e eeuw) is afgerekend met allerlei bijgelovigheden uit de tijd van de middeleeuwen. Het lijkt er soms op dat met het badwater ook het kind overboord is gegooid. Immers, de persoon en het werk van satan zijn geen onderwerpen die ons dagelijks bezig houden. Of wel…? In ieder geval dienen we zeer op onze hoede te zijn voor satan en zijn werk. Het gaat niet om een bijgelovigheid uit vroeger tijd. Het gaat om een springlevende, verwoestende werkelijkheid. Petrus had daar oog voor, toen hij schreef: Zijt nuchter en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden (1 Petr. 5:8).

Een kleine tijd

De ernst van deze situatie dringt te meer als we letten op het tijdperk waarin we leven. In Openbaring 12 staat het gezicht van de vrouw en de draak. De vrouw, als type van de Kerk, heeft een mannelijke Zoon gebaard. De draak heeft zowel de Zoon als de vrouw willen verslinden. De Zoon wordt – bij Zijn hemelvaart – weggerukt tot God en Zijn troon. De vrouw vlucht in de woestijn, waar de Heere haar onderhoudt door Zijn inzettingen. Maar daarmee zijn de activiteiten van de draak niet gestopt. Integendeel. Hij blijft vergrimd op de vrouw en haar Zoon. Hij zal, juist in het laatste der dagen, op volle sterkte zijn antichristelijke activiteiten ontplooien. Hij weet immers dat hij slechts een afgemeten tijd heeft. We lezen in het twaalfde vers: Wee dengenen die de aarde en de zee bewonen; want de duivel is tot u afgekomen, en heeft groten toorn, wetende dat hij een kleinen tijd heeft (Openb. 12:12). In het zeventiende vers staat nadrukkelijk: En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben. Die activiteiten van satan komen in het bijzonder uit in enkele van zijn namen (alhoewel zijn werk van alle tijden is). We willen in dit laatste artikel over de satan nog kort vier namen noemen.

De verzoeker

Jezus heeft Zijn kinderen leren bidden: En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze (Matth. 6:13). God verzoekt niet tot zonde. 1 Dat zou in strijd zijn met Zijn Wezen. Wel beproeft Hij de ware gelovigen. Satan verzoekt echter altijd tot zonde. Hij is DE verzoeker. In het bijzonder probeert hij af te trekken van het Woord van God, en houdt hij de mens niet de vólle waarheid, maar slechts brokstukken van de waarheid voor. Daarmee verleidt en misleidt hij. Onderkennen we in ons leven satans verzoekingen?

De overste der wereld

Jezus heeft op enkele plaatsen in het evangelie naar Johannes gesproken over de overste der wereld. Daarmee heeft Hij niet willen zeggen dat de wereld het eigendom van de satan is. Integendeel. Tot troost van Zijn Kerk heeft Jezus gezegd dat Hij alle macht heeft in hemel en op aarde (Matth. 28:18). Satan is echter wel de overste van de van God afgevallen mensheid. In de afgevallen, ontredderde wereld voert hij, onder Gods toelating, de heerschappij uit. Hij is de organisator van elke antichristelijke actie en beweging. Toen. En nu! Wie staat niet ontsteld bij de constatering dat reeds in de eerste regeringsmaand van het nieuwe kabinet er dríe wetswijzigingen aan de orde zijn geweest rond abortus, levenseinde en LHBTIQ+? Kennelijk heeft satan haast!

De overste van de macht der lucht (Ef. 2:2)

Satan wordt ook de overste van de macht der lucht genoemd: In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid (Éfeze 2:2). Laten we de invloed van de demonenwereld niet gering achten. Hier is sprake van geestelijke sferen waarin de geest van de bedorven wereld voel- en tastbaar is. Paulus waarschuwt in Éfeze 6: Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boos heden in de lucht. Ze zijn niet zichtbaar, maar desondanks aanwezig en nabij. Heeft het ook te maken met de razendsnelle, doch onzichtbare communicatiemogelijkheden in deze eeuw?

De god dezer eeuw

Paulus spreekt in 2 Korinthe 4: 3 en 4 over de gód dezer eeuw. Daarmee raakt hij de kern van het godloze leven in de wereld: alles is gericht op de aanbidding van satan (alsof hij god is), in plaats van op de Schepper van de einden der aarde. Satan voert zijn volgelingen verblind naar het eindgericht. Dat eindgericht komt. Maar er is een grens gesteld aan satans macht: hij wordt de god dézer eeuw genoemd. Hij is niet de god van de toekómende eeuw.

De ondergang van de verklager der broederen

Het laatste gericht kómt. Ook daarop wijst Openbaring 12. En ik hoorde een grote stem, zeggende in den hemel: Nu is de zaligheid en de kracht en het Koninkrijk geworden onzes Gods, en de macht van Zijn Christus; want de verklager onzer broederen, die hen verklaagde voor onzen God dag en nacht, is nedergeworpen. Mét dat gericht komt ook een eind aan het plagen en treiteren en beschuldigen van Gods kinderen, wat hij als de verklager der broederen heeft gedaan. Zoals hij Job heeft beschuldigd van huichelarij (Job 1:9, 2:4). Zoals hij Jozua de hogepriester gewezen heeft op zijn vuile klederen (Zacharia 3:1-4). Zoals hij zo dikwijls, naar analogie van Jezus’ verzoeking in de woestijn, kinderen Gods heeft ingefluisterd: ”Indien gij een kind van God zijt…”

Dat eindgericht zal ook het moment zijn dat Gods Kerk onafgebroken in Gods gemeenschap zal terugkeren. Daarop ziende sluiten we af met Paulus’ woorden in 1 Thessalonicenzen 4:17-18: Daarna wij die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden. (slot)


Noot

1. Zie Jakobus 1:13, met kanttekeningen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Als een briesende leeuw… (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's