Met Christus opgewekt

Geliefde lezer, bent u opgewekt uit de dood? Leeft u met Christus? Zoekt u Christus en de hemelse zaken? Christus ís opgewekt. Dat hebben we met Pasen herdacht. Paulus spreekt in onze tekst over het nut van Christus’ opwekking voor Gods volk: Indien gij dan met Christus opgewekt zijt. De Vader wekt Zijn volk op tot een nieuw leven.

Waar ligt de oorsprong van uw opwekking? In God. In de eeuwigheid, in het verkiezend welbehagen (Rom. 8:29,30). Het is naar Zijn grote barmhartigheid. God heeft u naar Zijn soeverein welbehagen levend gemaakt (Ef. 2). Het is uit loutere genade. Wanneer u daar iets van mag leren kennen in uw ziel, dan roept u uit in verwondering: O diepten des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods!

U bent opgewekt tot nieuw leven in de wedergeboorte. Dat is uw opwekking uit de doodstaat, waarvan Paulus schreef in Kolossenzen 2:13: En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende.

Maar ook in de verdere gangen, om Christus als Persoon te leren kennen. Om Hem te leren kennen in de gangen van Zijn diepe vernedering. Om te leren kennen, dat Hij alles heeft volbracht voor een doodschuldige vijand, voor mij! Wat een diepe verwondering in het hart, om Jezus te leren kennen als Zaligmaker, als schuldovernemende en schuldbetalende Borg. Hoe Hij uw zonden heeft gedragen, de toorn en de vloek heeft weggedragen voor u, de dood is ingegaan voor u, satans kop vermorzeld heeft voor u! Om te leven in Hem. ’Geloofd zij God, met diepst ontzag.’ ’Wie zou die hoogste Majesteit, dan niet met eerbied prijzen?’ ’Die God is onze zaligheid.’

Maar om Hem ook te kennen in Zijn opwekking, in de gangen van Zijn verhoging. Daar wijzen onze tekstwoorden op: Indien gij dan met Christus opgewekt zijt… Om door Zijn opwekking met God verzoend te mogen worden. Om in het Goddelijk gericht vrijgesproken te mogen worden van schuld en straf door de Vader als Rechter. Op grond van Christus’ verdiensten. En de verzekering van de Heilige Geest te mogen ontvangen. Dan hebt u niet alleen een Borg voor uw schuld, maar ook een God voor uw hart. Volk des Heeren, voelt u wat u mist? Om daarnaar te staan. Smeek of de Heere u verder wil leiden. Of u nog meer heilgeheimen mag leren.

Indien gij dan met Christus opgewekt zijt. Dat geldt voor al Gods volk: u bent opgewekt. Toch is het niet vanzelfsprekend dat u dan hemelgericht bent. Niet iedereen van Gods volk wandelt met God, zoals Noach. Vaak is het in de ziel: ’Hoe kleeft mijn ziel aan het stof!’ Daarom vermaant Paulus de Kolossenzen, maar ook Gods volk dringend om te zoeken wat boven is.

Wat betekent zoeken? Het bedenken van de hemelse dingen; onze genegenheden erop vestigen; ernaar vragen met ernst, verlangen, liefde en ijver; er gemeenzaam mee worden; ons erop voorbereiden. God hoogachten en liefhebben.

Zoeken… in uw gedachten en overdenkingen, in uw gesprekken, in uw begeerten en verlangens, in uw gebeden. Maar ook in uw levenswandel, om te tonen een burger van de hemel te zijn. Dat zoeken is een vrucht uit Christus en Zijn verdienste, gewerkt door de Heilige Geest, uit loutere genade.

Wat zoekt u? De dingen die boven zijn. Dat zijn niet alleen de heilige engelen en de gezaligden. Maar om God Zelf te mogen genieten. Om hier op aarde in beginsel Gods liefde te smaken, Zijn aangezicht te zien, Zijn stem te horen.

Ook Christus te zoeken: waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Christus is daar. Hij is onze oudste Broeder; ons Hoofd is in de hemel. Daarom verlangt Gods volk, Zijn lichaam, naar Hem. Hij is onze Schat; waar uw Schat is, daar zal ook uw hart zijn. Christus is opgestaan en wij leven in Hem. Verlangen wij naar Hem? Geloven we in Hem en vertrouwen we op Hem? Is onze hoop op Hem gevestigd? Is onze liefde brandende tot Hem?

Lezer, voelt u zich thuis in de wereld? Is uw hart brandende voor de wereld en voor de zonden? Van alles wat hier op aarde te zien en te horen is? Dan is uw hart koud voor God en Christus. Arme medereiziger, de wereld gaat voorbij met al zijn begeerlijkheden. Zoek den HEERE en leef!

Of bent u een pelgrim? Is de wereld voor u vergaan? Is uw hart brandende van liefde tot God en Christus? O wonder van genade. U hebt nooit naar God gezocht. Maar de Heere zocht u op. Of moet u zeggen: kon ik dat maar zeggen, dat ik God en Christus mag kennen en liefhebben. De wereld is mij de dood geworden. De zonden haat ik. Maar ik voel zo de grootheid van mijn kwaad. Ik heb tegen een goeddoende God gezondigd. En dat smart mij zo diep! Ik zoek, maar ik kan God niet vinden. Ik ben Hem kwijt! Wat moet ik doen om zalig te worden? Zoek niets in uzelf, vraag om onderwijs. Vraag of u een walg van uzelf mag krijgen, om uw reinigmaking en zaligheid buiten uzelf, in Christus te zoeken. Volk des Heeren, leidt u een stervend leven? Is het in uw hart: Hij moet wassen, maar ik minder worden? Is Christus alles in uw hart geworden en bent u niets? Ligt er een verlangen naar Zijn gunst en gemeenschap? Hier zien we vaak in een donker glas, door een spiegel in een duistere rede. Maar daar Boven ligt de vastheid en veiligheid. In Christus, als het Hoofd, de Wortel Davids, de Bron van zaligheid, de Fontein des heils tegen de zonden en tegen de onreinheid.

Hij leeft en u zult leven! De Fontein stroomt en u zult water scheppen met vreugde uit de Fonteinen des heils. Om door het geloof over alles heen te zien.

Zoekt de dingen die boven zijn… Daar is geen zonde meer, geen rouw, geen dood, geen tranen. Daar is volmaakte blijdschap, volmaakte kennis van God. Daar wordt u eeuwig verzadigd met Zijn Goddelijk beeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen