Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een persoonlijke, troostrijke Paasboodschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een persoonlijke, troostrijke Paasboodschap

Doch gaat heen, zegt Zijn discipelen én Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galiléa; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft. Markus 16:7a

6 minuten leestijd

Geliefde lezers,

We lezen in één van Jesaja’s profetieën dat Christus door Zijn Vader naar deze wereld gezonden zou worden om de treurigen Sions te vertroosten. Wat heeft Christus dat in Zijn omwandeling op aarde ook op uitnemende wijze gedaan! Zo heeft Hij hen eens toegeroepen: Vreest niet, gij klein kuddeken; want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven (Luk. 12:32). Wat heeft Hij hen verder kort vóór Zijn lijden en sterven willen vertroosten! Denk maar aan hetgeen we in Johannes 14 lezen: Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben. Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u (Joh. 14:1, 2, 18).

Troost voor treurigen

Ook na Zijn opstanding uit de dood heeft Christus de treurigen Sions willen vertroosten. Zo heeft Hij al Zijn verstrooide en bedroefde schapen weer opgezocht en vertroost. Wat zou het rechtvaardig zijn geweest als Hij niet meer naar hen had omgezien! Immers, wat waren zij hun Meester ontrouw geworden! Toen Jezus in de hof van Gethsémané worstelde onder de zware last van Gods toorn, alsook onder de zware last van de zonden en schuld van al de Zijnen, toen hebben Petrus, Johannes en Jakobus niet met Jezus gewaakt, maar waren zij alle drie in slaap gevallen. Ja, toen Jezus gevangengenomen werd, vluchtten al de discipelen, Hem verlatende (Matth. 26:56b). Petrus, die gezegd had: Heere, ik ben bereid met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan (Luk. 22:33), had zijn Meester zelfs tot drie keer toe verloochend. Zou het daarom niet rechtvaardig geweest zijn als Jezus niet meer naar hen had omgekeken? Ja, dat zou het zeker geweest zijn; maar, o eeuwig, onbevattelijk wonder, indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, Hij kan Zichzelven niet verloochenen (2 Tim. 2:13).

En Petrus

Omdat Jezus de Getrouwe bleef, keerde Jezus Zich direct om nadat Petrus Hem drie keer verloochend had. O, die liefdesblik heeft Petrus’ hart zó geraakt, dat hij bitterlijk wenend naar buiten is gegaan. Maar ook na Zijn opstanding uit de dood heeft Hij Zich op een bijzondere wijze over Petrus ontfermd. Door middel van de vrouwen die bij Jezus’ graf de engel gesproken hadden, kreeg Petrus een heel persoonlijke boodschap. De engel zei namelijk tegen de vrouwen: Gaat heen, zegt Zijn discipelen, én Petrus. Wat zal dat toch voor Petrus een wonder geworden zijn! Hij die gezworen had: Ik ken dezen Mens niet, Dien gij zegt (Mark. 14:71b); hij die zichzelf buiten de kring van de discipelen had gesloten, werd er ondanks alles door Jezus toch weer ingesloten. Weet u waarom? Omdat Jezus hem liefhad met een eeuwige liefde; en die Hij liefheeft, die heeft Hij lief tot het einde (Joh. 13:1). Petrus, ja heel Gods volk zal dat wonder tot in eeuwigheid niet uitgewonderd krijgen: om eigen schuld zichzelf er buitengesloten, en toch door vrije genade en ontferming er ingesloten.

Naar Galiléa

Laten we nu echter ook eens horen welke boodschap de vrouwen aan de discipelen, en in het bijzonder aan Petrus, moesten brengen: Zegt Zijn discipelen én Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galiléa. Waarom wilde Jezus dat zij naar Galiléa gingen?

a. Omdat Hij hun dit bevel gaf. Gods bevelen mogen wij niet naast ons neerleggen en onze eigen weg vervolgen. Geliefde jeugd, als de Heere tegen jullie zegt: Mijn zoon, geef Mij uw hart, en laat uw ogen Mijn wegen bewaren (Spr. 23:26), dan mag je je hart niet aan de dienst van wereld en de zonde weggeven! Doe je dat wel, dan moet ik je zeggen dat je niet anders dan smart op smart hebt te vrezen. Aan de andere kant, wanneer je naar Gods bevelen wil leven, dan mag ik je ook op grond van Gods Woord zeggen, dat je daar zeker zegen op zult ontvangen. Zingt de dichter van Psalm 19 niet: ’Hij die op U vertrouwt, Uw wetten onderhoudt, vindt daarin grote loon?’ En zo is het. Nee, dat is geen loon naar verdienste, maar alleen uit genade.

b. Verder moesten Jezus’ discipelen, én Petrus, naar Galiléa gaan, omdat Gods Eigen woord in vervulling moest gaan dat Hij tot hen gesproken had: Nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galiléa (Matth. 26:32). Zijn woord wordt altoos trouw volbracht. O, beproefd kind des Heeren, laat dit u tot troost zijn: Hij, Die u uit de duisternis geroepen heeft, is getrouw, Die het ook doen zal. Laat satan maar brullen en briesen, laat de binnenpraters u maar wijsmaken wat ze willen, Hij houdt getrouw Zijn woord! De discipelen liepen met een smartelijk gemis over de wereld. Hun dierbare Meester, van Wie zij met Petrus hadden mogen belijden: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods (Matth. 16:16b), was van hen weggenomen. Zouden ze zich nu in alles vergist en bedrogen hebben? ’Nee, discipelen, jullie hebben je niet vergist. Ik ben ook voor jullie de dood ingegaan, en Ik leef tot in alle eeuwigheid. Ik ben de Alfa en de Oméga, het Begin en het Einde. Daarom wil Ik dat jullie naar Galiléa komen. Ik wil jullie eraan herinneren dat dáár het begin ligt. Dáár heb Ik de meesten van jullie geroepen uit de duisternis tot Mijn wonderbaar genadelicht. Dáár heb Ik jullie ook geroepen om Mijn discipel te zijn. Ik ga u voor naar Galiléa om u ervan te verzekeren dat uw begin uit Mij is geweest.’

Onvoorwaardelijk volgen

Volk des Heeren, uw dierbare Meester is u in alles voorgegaan en Hij roept u om Hem onvoorwaardelijk te volgen. Zo iemand Mij dient, die volge Mij; en waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn (Joh. 12:26a). De Heere geve u de bijzondere genade van lijdzaamheid om Hem te volgen, welke weg Hij ook met u inslaat, ziende op de overste Leidsman en Voleinder van het geloof. In die weg zult u Hem in Zijn dierbare gunst ontmoeten, gelijk Hij u gezegd heeft. Wat is het zoet en zalig om dáár te zijn waar Christus is!

Tot slot, laat ook dit u tot troost zijn: Jezus is u niet alleen voorgegaan naar Galiléa, maar Hij is u ook voorgegaan naar de hemel. En zoals Zijn opstanding een zeker pand is van uw zalige opstanding, zo is Zijn hemelvaart ook een zeker pand dat u eenmaal bij Hem zult mogen zijn. Daar zult u Hem zien, eeuwig zien, gelijk Hij u gezegd heeft. O, wat zal dat toch zijn! En weet u voor wie dat het grootste zal zijn? Voor één die zichzelf als een wegloper heeft leren kennen, en zichzelf erbuiten heeft gesloten. O, het zal wat zijn als zo’n wegloper thuis zal mogen komen om eeuwig thuis te blijven!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Een persoonlijke, troostrijke Paasboodschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's