De tabernakeldienst (282)
De ware gelovige ontdekt door het levende geloof de waardevolle betekenis van het gescheurde voorhangsel in de tempel nadat Christus aan het kruis stierf. De priesters die de avondoffers bereidden werden zeer verschrikt toen een onzichtbare hand deze scheur veroorzaakte, zodat de ark in het heilige der heiligen werd gezien! We geloven dat Gods ware volk die met het levende geloof de woorden lezen ’scheurde van boven tot beneden’, tot hun verwondering ontdekt krijgen dat God de Vader hiermee aantoonde dat Hij volkomen voldoening voor hen heeft gevonden in het offer van Christus, Zijn Zoon en hun Zaligmaker.
Christus heeft Zichzelf geheel overgegeven voor vijanden en hellewichten. Als God heeft Hij voldoening geschonken, als Mens heeft Hij geleden en als God-Mens heeft Hij arme zondaars gezaligd. Daarom wordt er over God gezegd dat Hij Zijn gemeente verkregen heeft door Zijn eigen bloed (Hand. 20:28). Nogmaals: voor wie heeft Christus Zichzelf overgegeven? Paulus zegt: voor mij (Gal. 2:20). Maar als Paulus spreekt uit naam van alle uitverkorenen uit Joden en heidenen dan spreekt hij voor ons (Titus 2:14). Het levende geloof is de vrucht van deze verkiezende en verlossende liefde. Daarom lezen we: En er geloofden zovelen als er geordineerd waren tot het eeuwige leven (Hand. 13:48). Op dit levende geloof komt het aan!
We willen bij deze gelegenheid een Bijbels voorbeeld noemen, koning Hizkía, die door het levende geloof de zekerheid ontving dat God de Vader zijn zonden achter Zijn rug had geworpen op grond van Christus’ borgwerk. De vrede die Hizkía al had ontvangen, werd toen verdiept. Hij schreef in een dankbrief over zijn ziekte als een geloofsbeproeving, die gepaard ging met angst, droefheid, gebeden en met het besef van de noodzaak om een Borg voor zijn openstaande schuld. Laten we onderzoeken hoe God de Vader aan Hizkía Christus als Borg schonk, Die met Zijn dierbaar bloed zijn hemelhoge schuld had betaald (Jes. 38).
Geloofsbeproeving vóór geloofsverzekering
We weten vanuit Gods Woord dat Hizkía een begenadigde koning was die reeds kennis had aan Christus. Zo lezen we in 2 Koningen 18:5- 7: Hij betrouwde op den HEERE, den God Israëls, zodat na hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, noch die vóór hem geweest waren. Want hij kleefde den HEERE aan; hij week niet van Hem na te volgen, en hij hield Zijn geboden, die de HEERE geboden had. Zo was de HEERE met hem; overal waarheen hij uittrok, handelde hij kloekelijk. U zou denken dat Hizkía wel zoveel kennis van Christus had dat hij getroost leven en sterven kon. Toch niet! Want als de Heere hem en de inwoners van Jeruzalem door een engel wonderlijk had gered, die in één nacht 185.000 Assyriërs met de pestziekte doodde, was Hizkía zeer verwonderd en verblijd, maar in die tijd van blijdschap zond de Heere Hizkía een zware geloofsbeproeving (Jes. 38:1a,17a). Hij werd doodziek, waarvoor geen kruid groeide om hem daarvan te kunnen genezen. En toch, al had hij zoveel genadeweldaden voor zijn ziel ontvangen, hij kon niet sterven en voor de Heere verschijnen. Maar waarom beproefde de Heere hem dan? Om hem bewust te maken wat er aan zijn geloofsleven ontbrak. Ontbrak er dan iets aan? Ja. Ondanks de genade die hij van de Heere had ontvangen en alles wat hij had beleefd aan liefde van en vertrouwen op Christus; aan kennis en ondervinding van Christus; aan uitreddingen en vertroostingen door Christus, was hij niet bereid om te sterven en de eeuwigheid aan te doen. Hizkía miste de bewuste kennis dat God de Vader zijn zonde om Christus’ bloed had vergeven! Hij miste het getuigenis van Gods Geest in zijn hart dat hij een kind van God en een erfgenaam van het eeuwige leven was. Was Hizkía dan geen godzalige koning? Zeker, want dat hebben we zojuist gelezen in 2 Koningen 18:5-7. Het zou op zich geen goed bewijs zijn als hij zich ook zag als een godzalig mens! Kortom, deze man moest in eigen ogen on bekeerd worden. Wellicht zullen er ook mensen om zijn bed hebben gestaan die gezegd zullen hebben: ’O koning, u hebt toch op Christus vertrouwd en hoe dicht was Hij toen niet bij u? Bedenk toch hoe u geijverd hebt voor de zuivere waarheid, en ook hoe de Heere u wonderlijk heeft gered uit de hand van het leger van koning Sanherib en Rabsaké zijn generaal?’
Deze troostwoorden gaven Hizkía echter geen rust, en hij achtte al die vertroosters ophouders. Hij draaide zijn hoofd naar de muur om niet langer met hen van doen te hebben. Alleen de Heere bleef over en tot Hem nam hij als een troosteloze de toevlucht. Laten we u zeggen dat dit voor u ook niet vreemd mag blijven. U kunt misschien een van die mensen zijn die, als u meent iets van Christus te kennen, u direct de conclusie trekt dat al uw zonden vergeven zijn, en zelfs verzekerd bent om bij uw sterven naar de hemel te gaan. Maar echt, zo werkt de Heere niet. Zolang de Heere u niet zwaar beproeft om u van uw rustgronden af te brengen, blijft u rusten op uw oppervlakkige godsdienst en ondiepe bevinding. Maar om verdieping in de genade te verkrijgen, brengt de Heere u in de oven van beproeving zoals tegenheden, teleurstellingen, ziekte, en andere noden om uw hapers bloot te leggen. Hiermee maakt de Heere u wakker uit uw zorgeloosheid en het rusten op allerlei ondervindingen alsof dat uw Zaligmaker is. Door allerlei tegenheden wordt het voor u zoals bij Hiz kía onmogelijk om zalig te worden en dan verstaat u wat we met verdiepen bedoelen, omdat u dan uit de diepte tot God om genade gaat smeken (Ps. 130:1). Waar zijn de lezers onder ons die zich verlaten voelen? Verlaten klinkt voor u als het geluid van de doodsklok. Het woord ’verlaten’ roept gedachten bij u op van een diepe ravijn van omkomen. We hebben het nu niet over het verlaten van uw trouwste vriend onder de mensen, maar van de Heere, uw dierbare Christus, Die voor u alles is. Zie, zo lag Hizkía doodziek, stervend, ellendig en verlaten van God. Hizkía was zo wanhopig dat hij vogelgeluidjes voortbracht. Toch bleek dat hij ook bedroefd was en zonder Borg niet kon sterven. We horen hem daarom uitroepen: O HEERE, ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg (Jes. 38:14). Wat bleek later uit de dankbrief van Hizkía? Dat hij grondiger kennis van zijn goddeloos bestaan en verlorenheid had ontvangen en verdiepte kennis van Christus als Persoon des Middelaars, van Zijn dierbaar bloed en gerechtigheid.
Vaderlijke liefdesomhelzing en vergeving van zonde
Hoe profijtelijk is een afsnijdende prediking of tegenheden als Christus’ Geest het wil gebruiken om uw rustgronden weg te nemen, zodat u als een onbekeerde en arme zondaar een Borg nodig krijgt. Een wonder als u dan door God de Vader lieflijk omhelsd wordt! Zie dit duidelijk verklaard in het leven van Hizkía en mocht het ook nu voor u in het lezen zijn: Maar Gij hebt mijn ziel lieflijk omhelsd dat zij in de groeve der vertering niet kwame (Jes. 38:17).
Vrienden, wie van u kent persoonlijk deze hemeltaal dat de Heere als een liefderijk Vader Zijn armen om u heen legt en u verlost uit uw grote nood? Ontroerend! U proeft dan het merg van het Evangelie in uw ziel als u Zijn liefdesstem hoort: ’Uw krankheên kent en liefderijk geneest’, en als Hij u tevens verzekert dat uw tegenheid een geloofsbeproeving en een Vaderlijke kastijding is. Temeer, als God de Vader u leidt zoals bij Hizkía in het dierbare borgwerk van Christus, Die Zich zo diep voor u heeft vernederd en uw schuld met Zijn bloed heeft betaald om u met God te verzoenen. Zojuist schreven we over het woord ’verlaten’ dat als een doodsklok klinkt. Maar Christus was aan het kruis van God verlaten, opdat Hij u niet zou begeven en u niet zou verlaten (Hebr. 13:5). Wat een eeuwig wonder. Hoor wat een verdiepende genade Hizkía ontving, namelijk vergeving van zonde. We kijken nog even in zijn dankbrief en lezen: Want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen (Jes. 38:17). Al mijn zonden vergeven én vergeten. Wie van ons mag nu belijden: Deze God heeft mij beproefd, mij van mijn rustgronden afgeslagen en mij doen rusten op Christus’ volbracht Middelaarswerk? Welnu, Hij zal u dan geleiden tót de dood toe, ja, tot óver de dood!
Vrienden, kunt u dit niet zeggen? Bent u hierover bedroefd? Weet dat in Christus een eeuwige volheid is. Rust dan toch niet voordat u mag zeggen: ’Ik heb het zelf uit Zijn mond gehoord.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's