Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (283)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (283)

8 minuten leestijd

Hoe noodzakelijk is het dat we een geloofsgezicht ontvangen op het gescheurde voorhangsel in de tempel ná het sterven van Christus! Het leert ons dat Christus de weg naar de hemel voor Zijn volk heeft ingewijd door Zijn offer aan het kruis. Zolang de wereld bestaat, zorgt de Heere ervoor dat verloren zondaars in Sion geboren worden (Ps. 87: 4,5). Zoals ieder geboren kind een woonplaats heeft, zo wonen alle wedergeborenen in de stad die ’Sion’ wordt genoemd, of ’de stad Gods’, ook wel ’de stad des groten Konings’, omdat de Drie-enige God in haar paleizen woont (Ps. 48; 87). In Psalm 48 worden we daarom opgeroepen: Beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen (vers 14). Nooit eerder kregen we ontdekt dat deze paleizen ons wijzen op de Drieenige God, Die we met onderscheid moeten kennen en beschouwen tot zaligheid! Alleen het levende geloof beschouwt dit met onderscheid. Hierdoor blikken de gelovigen in het hart van God in Christus, de Oorsprong van zaligheid en heerlijkheid. Wat een weldaad, als zij hier met geloofsogen deze ’drie Paleizen’, deze drie Goddelijke Personen met onderscheid mogen aanschouwen. Welgelukzalig is het verloste volk in de hemel die altoos op Christus staren, en in Hem op God de Vader en de Heilige Geest! (Openb. 22: 4).

Geloofszekerheid volgt op het aanschouwen van de heerlijkheid van de Drie-enige God

Is het niet waar dat wij gewoonlijk geen heerlijker zaak ons kunnen voorstellen dan de bekering en zaligheid van onze ziel? Toch is er iets wat voor ons nóg heerlijker, het meest heerlijke moet zijn, en dat is het gezicht op de Goddelijke Heerlijkheid, de Goddelijke Drie-eenheid. De dichter van Psalm 48 roept daarom níet op: ’Beschouwt onderscheidenlijk uw zaligheid’, maar ’Beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen’ waarin God woont (vers 4,14). We geloven dat Paulus dit begeerde, toen hij schreef: ’Opdat ik Hem kenne’ (Filipp.3:10a).

1. In Christus ziet Gods volk God de Vader en God de Heilige Geest (Joh. 14:9), en zij begeren Hem méér te kennen in het geloofsgezicht van Zijn Goddelijke heerlijkheid, en in Hem als Borg Die Zijn arbeidsloon door Zijn bloed heeft gekocht. In Christus zien zij dat God hen in Hem liefheeft en in Hem verkoren heeft; hen door Zijn Woord en Geest geroepen en tot Zijn kinderen en erfgenamen aangenomen heeft; hen in Hem gerechtvaardigd en geheiligd heeft en hen straks in Christus volkomen verheerlijken zal. Christus is daarom voor hen de Opstanding en het Leven, Die de dood verslonden heeft tot overwinning, de kop van satan vermorzeld, de wet gehoorzaamd en de straf gedragen heeft. Hoe anders kan tot hun verdriet hun leven worden als zij in Christus geen gedaante noch heerlijkheid zien. Ons verdorven bestaan heeft Christus niet lief maar haat Hem. Wat een smart veroorzaakt dit, maar het geloof is oorzaak dat zij tot Hem vluchten en gebruikmaken van Zijn bloed en gerechtigheid. O wonder, als Christus opnieuw Zijn onbezweken trouw als Zaligmaker toont. Het gaat er dan niet om wat zij in zich gevoelen, maar wat Hij voor hen is en dat is het meeste heerlijke.

2. Ook van God de Vader geldt: ’Opdat ik Hem kenne.’ Wat kennen zij van Hem? Een speldeknop is al een volle zaligheid en het meest heerlijke. Hem te kennen in Zijn Goddelijke heerlijkheid, Die hen vrij en soeverein in Christus verkoren en geliefd heeft. O, welk een diepte die niet te peilen is. Help mij toch om Hem Die het zo oneindig waardig is te eren en lief te hebben. Hij heeft Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons overgegeven. Zouden we Vader dan niet liefhebben in de verbondsgiften van verdrukkingen en smaadheden, en dat alles alleen uit liefde? We leggen even ’de pen’ neer, omdat we dit moeten verwerken.

3. Ook van de Heilige Geest geldt het: ’Opdat ik Hem kenne.’ Hem te kennen in de heerlijkheid van Zijn Persoon als Trooster, Beschermer, Leidsman, en Verzegelaar is het meeste heerlijke. Onthoud toch dat geloofszekerheid altijd vólgt op het ontdekt krijgen van de heerlijkheid van de Drie-enige God. Niet andersom! Mijd allen die als het over de vergeving van zonden en geloofsverzekering gaat, éérst u wijzen hoe u inwendig gesteld moet zijn, dat u éérst dit of dat moet hebben beleefd. O, zij zijn allemaal ophouders en sluitbomen.

De leer van onze vaderen naar Gods Woord

We hebben liefde en hoogachting voor de geschriften van alle leraars van welke tijd ook, die Gods Woord gezond zielsbevindelijk hebben uitgelegd. Daarmee bedoelen we niet in het minst de Schotse leraars. We lazen kortgeleden de opmerking van ds. C. Smits in een van zijn preken die we overnemen: ’Ik haalde onlangs aan wat de oude ds. Fraanje van die godzalige Schotse schrijvers zei: ’De Schotten schoten verder dan de Hollanders; u moet hun geschriften maar lezen, hoor; u kunt altijd merken dat het een Schot is.’ Al merken wij daarbij nog op dat we niet over alle uitdrukkingen hetzelfde denken. Leraars zoals ds. G.H. Kersten, ds. F. Mallan en anderen gaven in hun leven ook hun voorliefde tot de Schotse leraars te kennen, en wij volgen hen in hetzelfde spoor. Of beter gezegd, wij wensen Christus als de grote Herder der schapen te volgen. Christus geeft ons namelijk de raad om de ’voetstappen’ van de schapen op het schapenspoor te volgen die ons bij Hem brengen (Hoogl. 1:7). U vraagt zich af wat Christus met de ’voetstappen der schapen’ bedoelt? Dr. A. Comrie zegt heel eenvoudig dat dit de kenmerken zijn van de ware schapen. Luister daarom naar Gods getrouwe knechten die in Zijn Naam de zuivere waarheid uitdragen, en onderzoek tevens de nagelaten geschriften van vroegere leraars, zodat u niet meegesleurd wordt met allerlei wind van leer. Gods Woord leert ons dat dit levende geloof álle wettische werkzaamheden uitsluit en alléén het getuigenis van Christus’ Geest in het hart verzegelt. Op dit levende geloof komt het aan!

We willen u twee geliefde en begaafde jonge Schotse leraars als voorbeelden noemen, Robert Murray McCheyne en Andrew Gray. Beiden benadrukten dat de verzekering van de vergeving van zonden niet uit kenmerken bestaat die iemand in zich waarneemt.

Dit keer willen we de jonge Robert Murray McCheyne citeren. Deze godvrezende leraar sprak eens met klem dat de verzekering van de vergeving van zonden niet ontstaat uit kenmerken die wij in ons bespeuren, maar buiten ons doordat Christus Zijn heerlijkheid door het geloof aan ons openbaart. Andrew A. Bonar, de zielsvriend van McCheyne schreef het volgende op, toen deze leraar bij gelegenheid sprak over Hooglied 6:3: Mijn Liefste is mijn, en vervolgens: Mijn Liefste is afgegaan in Zijn hof. Lees aandachtig wat deze leraar opmerkt:

Dit is het verzekerd geloof: een volkomen, vrijmoedige aanneming van Christus als mijn Gerechtigheid, mijn Sterkte, mijn Alles. Een zeer algemeen verkeerd begrip is dat men meent vóór deze heldere overtuiging dat Christus de mijne is, een hoge trap van geestelijk leven bereikt te moeten hebben, en dat zij ontstaat uit de kenmerken die ik in mijn hart bespeur. Als ik in mijzelf een nieuw schepsel zie, Christus op de troon van mijn hart en liefde voor de broeders in mij bevind, meent men menigmaal dat ik dan mag beginnen te zeggen: Mijn liefste is mijn. Hoe verschillend daarvan is deze plaats. Op hetzelfde ogenblik dat Jezus in Zijn hof naar de specerijen afgaat, zodra Hij Zich aan haar openbaart, roept de ziel uit: Mijn Liefste is mijn! Zo ook Thomas in Johannes 20: 27,28. Op het ogenblik dat Jezus binnenkwam en hem Zijn wonden toonde, riep Thomas uit: Mijn Heere en mijn God! Hij onderzocht niet of hij geloofde, of liefde en ootmoed in hem heersten, maar al wat hij zag, het enige waaraan hij dacht, was Jezus en Dien gekruisigd en Die was opgestaan. De verzekering van de vergeving der zonden ontstaat niet uit de kenmerken die wij in ons bespeuren, maar uit de ontdekking van de heerlijkheid, de verdienste en de gewilligheid van Christus (Ps. 34:5). We zoeken de vrede buiten en geenszins in onszelf. Tegelijkertijd is er ook een verzekering, welke voortspruit uit hetgeen wij in onszelf bevinden, namelijk de verzegeling des Geestes, de liefde tot de broederen en dergelijke zijn de voornaamste kenmerken.

Bijbelse taal, nietwaar! In het volgende artikel willen we Andrew Gray citeren. We hopen dat Gods volk niet langer kenmerken in zichzelf zoekt, maar uitziet naar een Godsontmoeting. Vrienden, als u de taal van Gods Woord en die van McCheyne niet kent, smeek dan de Heere om Zijn licht en waarheid. U kunt door genade nog een inwoner van de stad van God worden!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (283)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's