Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synode 2022 (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode 2022 (5)

6 minuten leestijd

Op dinsdag 6 september kwam de synode in een vervolgzitting bijeen in het kerkgebouw ‘De Hoeksteen’ te Barneveld. Het is voortaan regel om de synodevergadering over 2 vergaderdagen te spreiden. De eerste vergaderdag was op 15 juni.

Opening

De preses, ds. D.E. van de Kieft, opent deze vervolgzitting met het laten zingen van Psalm 73:14. Hierna leest hij uit Gods Woord Genesis 6: 1-10 en gaat voor in gebed.

In zijn openingswoord staat de preses in het bijzonder stil bij vers 8 van het voorgelezen Schriftgedeelte: Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN. Het woordje ‘maar’ geeft een tegenstelling aan. Noach leefde in een boze, ondergaande wereld, maar hij vond genade in de ogen des HEEREN. Hoewel er niets nieuws is onder de zon, was het toch een bijzonder boze tijd, omdat de mensen zich zo uitleefden in de zonde en de wereldgelijkvormigheid tot een hoogtepunt was gekomen. Dit blijkt ook uit de woorden die de Heere Jezus sprak in Lukas 17, namelijk dat de toekomst van de Zoon des mensen gelijk zou zijn aan de dagen van Noach. Zoals het toen was, zo is het ook nu. We hopen vandaag over wereldgelijkvormigheid te spreken. In dit hoofdstuk lezen we er ook van, maar ook wat de Heere er tegenover zet.

In vers 5 lezen we dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde en al het gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was. De mens is in diepste zin verdorven. In kanttekening 15 wordt verwezen naar de erfzonde en haar vruchten. Wij zijn van God afgevallen en daarom openbaren die vruchten zich. We zien een grote overeenkomst tussen de mensen in de tijd van Noach en de mensen in onze tijd. Maar ook de tegenstelling, want de Heere heeft vanaf de zondeval onderscheid gemaakt waar geen onderscheid is. Zie het tussen Kaïn en Abel, Kaïn en Seth. Twee geslachten: de kinderen der mensen en de kinderen Gods. In feite twee zuilen. We hebben lang onze zuil gehad; daardoor werden we in ons isolement gehouden. Tegen woordig pleit men ook in reformatorische kring voor ontzuiling; dat zou zo goed zijn. Er ontstaat dan echter een vermenging die ook in Noachs tijd plaatsvond. De kinderen Gods zagen de kinderen der mensen aan.

We moeten echter beseffen dat het licht niet met de duisternis kan samengaan. Satan weet dat dit de beste manier is om de mensen van Gods Woord af te trekken. Matth. Henry schrijft dat door de gemengde huwelijken de kwaden veel eerder de goeden meetrekken dan dat de goeden de kwaden hervormen. Het gevolg van deze vermenging is dat de Heere gaat wijken met Zijn Geest. De Heere gaf de eerste wereld nog 120 jaar om zich te bekeren. Wij zijn al veel langer gewaarschuwd om de ongerechtigheden te verlaten. Denk aan de biddagspreken van ds. Van der Groe. En nóg laat de Heere ons land en de kerk leven. Hoe lang nog?

Wat een verdorvenheid in de kerk en in de maatschappij. Het enige redmiddel lezen we in vers 8: Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN. Deze genade heeft Noach niet zelf gewerkt, nee, hij vond genade. De kanttekening zegt: ’Dat is, heeft Hem uit genade behaagd’. Noach was ook een kind van Adam. En al had hij een mooie naam, hij was verdorven en het gedichtsel van zijn hart was ook boos. Als burger van zijn tijd leefden dezelfde boosheden in zijn hart. Het verschil was dat Noach deze boosheden inleefde, terwijl de wereld die uitleefde.

Aan Noach werd zonder eigen verdienste genade bewezen. God kwam in zijn leven. Dat is voor ons ook nodig. Dan ontstaat er een haten en vlieden van de zonde. Noach werd zondaar voor God. De zonden die men om zich heen ziet, wordt men ook in eigen hart gewaar. Dan ontstaat de bede: ‘Bewaar mij toch, o alvermogend God!’ Genade maakt onderscheid en is het beste middel tegen wereldgelijkvormigheid. Genade maakt onderscheid. Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN. Door geloof mocht hij zien Wie God is en wat God zou uitwerken vanwege de eeuwige verkiezing. Daar ligt de oorsprong van de zaligheid.

Noach mocht ook geloven dat uit zijn zaad de Christus zou geboren worden. Er is geen andere grond van zaligheid dan Jezus Christus. Op grond van de offerande die Christus zou brengen, ontving hij de weldaden van het verbond der genade. Want wat ontving hij? We lezen drie kenmerkende eigenschappen in vers 9: rechtvaardig, oprecht, en wandelend met God. Hij was rechtvaardig want hij ontving vergeving van zonde op grond van het bloed dat nog gestort moest worden. Hij was oprecht voor God en mensen. Oprecht in handel en wandel. Hij was een eerlijk man onder zijn tijdgenoten. Welk een voorrecht en grote genade als dat op ons van toepassing mag zijn. Ten derde mocht hij wandelen met de Heere. Als we met iemand wandelen, dan zijn we in de nabijheid van die persoon. Zo mocht Noach dicht bij de Heere leven. Dit wandelen ziet op de korte afstand tot de Heere en mogen we Hem alles vertellen. Wandelen ziet ook op vrede en vertrouwelijkheid.

Noach voelde niet alleen de nood van zijn eigen gezin, maar ook van zijn tijd en tijdgenoten. Hij mocht echter wonderlijk getroost worden. Het is om jaloers op te worden om zo’n geheiligde levenswandel te mogen hebben. Als de Heere kennelijke genade in het hart geeft, dan is de wereld op een afstand. Wie van ons mag zo met de Heere wandelen? Wie is oprecht? Wat een wonder als we daarvan iets uit eigen leven mogen vertellen. Zulken hoeven niet gewaarschuwd te worden tegen wereldgelijkvormigheid. De ware godsvrucht geeft een nauw leven met de Heere. Zijn er zulke toonbeelden in het midden van de gemeenten? De Heere geve niet alleen intomende genade, maar ook levendmakende, bijzondere genade. Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN. Die ogen des HEEREN zijn liefdesogen van eeuwigheid, ogen van bescherming, ogen van trouw. Dat is het enige geneesmiddel tegen alle wereldgelijkvormigheid.

Ter afsluiting laat ds. Van de Kieft zingen Ps. 145:6:

De HEER’ is recht, in al Zijn weg en werk; Zijn goedheid kent in ’t gans heelal geen perk.

Hij is nabij de ziel die tot Hem zucht;

Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht;

Dat ongeveinsd, in ’t midden der ellenden,

Zich naar Gods troon met zijn gebeên blijft wenden;

Hij geeft den wens van allen die Hem vrezen;

Hun bede heeft Hij nimmer afgewezen.

Lastbrieven

Ale afgevaardigden zijn aanwezig. Ds. J. Roos woont alleen de morgenvergadering bij. In de middagvergadering wordt hij vervangen door zijn secundus, ouderling L. van der Tang.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Synode 2022 (5)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's