De tabernakeldienst (289)

Bijzonder toch dat het heilige der heiligen het kleinste gedeelte van de tabernakel was, niet groter dan ca. 4,5 m². Deze kleine ruimte beeldde de onbegrensde hemelwoning van de allerhoogste Majesteit af. Toch was het in Gods ogen niet te min! Immers, de Heere had Zelf gezegd: Zij zullen Mij een heiligdom maken dat Ik in het midden van hen wone (Exod. 25:8). Deze kleine ruimte was de residentieplaats of de binnenkamer van de hemelse Koning. Is het met ons verstand te begrijpen dat de hoogste, heerlijkste en heiligste Heere Die woont in de hoogste hemelen, ooit op aarde in deze kleine ruimte wilde wonen tussen twee afgebeelde engelen die tuurden op het verzoendeksel?

Maar nog een groter wonder is het dat de Heere wil wonen in het hart van zondige mensen! De Heere wist namelijk dat de Joden in de tijd van de profeet Jesaja genoeg hadden aan de prachtige tempel met hun uiterlijke godsdienst en rituelen. De Heere bestrafte echter deze godsdienstige mensen, en gaf hen te kennen bij wie Hij wel wilde wonen. Weet u waar, of wat, of in wie? In mensen die door vrije genade alleen hebben geleerd dat hun hart vergeleken kan worden met een stinkende beestenstal of een gierput en die daarover groot verdriet hebben. Ontroerend! Wil de Heere zo laag afdalen door in zo’n vuil en boos hart te wonen? Wie is begerig om te weten waar we dit in Gods Woord kunnen lezen? We lezen deze troostwoorden in Jesaja 66:2: Maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest en die voor Mijn woord beeft. Christus richt Zijn troon op in hun hart, zodat de uitgangen op God en Christus zijn gericht.

Komt en gaat in

Christus wil hen promoten (ofwel begunstigen) die arm en verslagen van geest zijn en voor Zijn woord beven. Wat voor promotie? Mogelijk zijn er onder ons die niet durven zeggen dat het voorhangsel voor hen gescheurd is. We willen u die heen en weer wordt geslingerd de vraag stellen of u met Petrus kunt zeggen dat u Christus liefhebt: Ja, Heere, Gij weet dat ik U liefheb (Joh. 21:15). Als u zo het amen op deze vraag kunt geven, dan mogen wij u ver-zekeren dat u uw eerste voetstappen binnen het heiligdom hebt gezet, want het is onmogelijk dat een mens die Christus oprecht liefheeft, verloren zou gaan! U wordt eerst door Christus geroepen met de woorden: Komt en ziet. Zo sprak Christus ook tegen de twee discipelen die Christus volgden nadat zij van Johannes de Doper hadden gehoord: Zie, het Lam Gods. God wil echter Zijn volk promoten door hen behalve het gescheurde voorhangsel te tonen, hen ook te nodigen middels de hartinnemende woorden: komt en gaat in.

Vrienden als de Heere u wil promoten, dan nodigt Hij u uit om door het gescheurde voorhangsel in het heilige der heiligen binnen te gaan! We proberen het zo eenvoudig mogelijk uit te leggen. Het gescheurde voorhangsel beeldde het sterven van Christus aan het kruis af. Maar als Christus’ Geest u dit leert door Zijn Woord dan wil Hij dat u komt en ingaat in het heilige der heiligen. Wellicht denkt u: Het heilige der heiligen beeldde toch de hemel af? Kan Christus Zijn volk dan al hier op aarde in de hemel leiden? Nee, maar Hij maakt u hier op aarde wel hemelsgezind. We maken daarom onderscheid tussen het beginnend ingaan op aarde als zij de hemel in hun hart hebben, en het volkomen ingaan in de hemel na hun sterven.

1) Het beginnend ingaan op aarde

We denken dat de Heere een pijnlijke weg met ons zal inslaan, om de kinderen van hetzelfde huisgezin die niet met elkaar kunnen leven, tot onderlinge overeenstemming te brengen. Er is geen krachtiger bewijs dat het voorhangsel van verdeeldheid van boven tot beneden zal zijn gescheurd als beoefend wordt wat Christus bidt: Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader in Mij, en Ik in U (Joh. 17:21). Christus heeft Zich doodgeliefd voor vijanden om u allen met God te verzoenen, en daarom behoren we de wens van Paulus ter harte te nemen: Dat de broederlijke liefde blijve (Hebr. 13:1).

Vrienden, als u iets van de opofferende liefde van Christus hebt geproefd, omdat Hij Zich in uw plaats heeft doodgeliefd aan het vloekhout van het kruis, dan kan het niet anders of u zult u diep verootmoedigen voor de Heere, met de uitroep: ‘Wie ben ik, dat ik genade gevonden heb in Uw ogen en dat U als Borg voor mijn hemeltergende zonde en schuld hebt willen betalen met de prijs van Uw bloed?’ U zult met de verloren zoon een vorstelijk onthaal van uw Vader ontvangen. Al wilde de zoon nog zeggen: Maak mij als een van uw huurlingen, met andere woorden, ik neem genoegen als ik een plaatsje in de schuur naast het huis mag hebben…, de vader kuste de woorden weg en gaf aan zijn knechten opdracht om een feestmaaltijd te bereiden. Opmerkelijk dat er dan staat: ‘En zij begonnen vrolijk te zijn’ (Luk. 15:24). Gods volk zal hier op aarde ingaan en uitgaan en weide vinden! (Joh. 10:9). Is het geen hemels wonder als u gemeenschap hebt met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus? (1 Joh. 1:3). We hebben dit kortgeleden tijdens een Avondmaalbediening ondervonden, dat de Heere ons in het hemelse heiligdom leidde na het uitspreken van de woorden: ‘Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer’. De Heere daalde in Zijn nederbuigende goedheid daadwerkelijk neer met de kracht van Zijn liefde, zodat Hij ons bijzonder verkwikte. Dit is voor ons onvergetelijk.

Vrienden, alles wat u hier op aarde ontvangt om u meer aan God in Christus te verbinden, is een beginnende vrolijkheid of het aanvangen van de eeuwige sabbat (Heidelbergse Catechismus Zondag 38). Als u op aarde bent en uw hart is in de hemel, dan zoekt u de dingen die boven zijn, waar Christus is. Als u met uw geloofsogen in de hemel bent, dan lijkt het wel of u een nieuwe Christus ziet. Zijn woorden zijn dierbaarder dan ooit te voren. Hoe meer Christus Zijn volk en knechten opleidt tot in de hemel, hoe meer u erkent dat het onmogelijk is om Christus recht naar waarde te eren. Och, dat ieder hier van harte mee instemt, of is uw leven zo dodig dat Christus niet alles voor u is? Verfoei u dan in stof en as, en neem tot Christus uw toevlucht.

Het beginnend ingaan wordt ook ervaren als u gebedsopening en een vrije toegang verkrijgt aan de troon van genade (Heb. 10:19,20). U was eerst zo bedrukt en verslagen om allerlei tegenheden, zodat u geen woord kon voortbrengen. Satan maakte u wijs dat God niet hoort of zelfs niet bestaat en toch kon u niet anders dan tot God om hulp zuchten. Was het toen geen wonder dat de Heere een open deur gaf? Leidde uw Koning u niet in Zijn binnenkamer en reikte Hij toen ook niet de gouden scepter van genade aan? Als dit opnieuw gebeurt, neem dan tegelijk de gelegenheid waar en smeek of Hij Zijn Koninkrijk wil uitbreiden onder ons en onder onze verre naasten en vraag Hem tevens of Hij de belofte voor het Joodse volk wil vervullen.

2) Het volkomen ingaan in de hemel

Alle gelovigen die Christus liefhebben en hier reeds voorsmaakjes hebben ontvangen van de hemelse heerlijkheid, zullen straks in de hemel volkomen ingaan, zoals Christus hen verzekert: Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft dat Koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld (Matth. 25:34). Christus zal niet rusten voordat al Zijn volk bij Hem zal zijn gebracht, en er zal er niet één gemist worden. Uw ziel zal na uw sterven door de engelen naar de hemelpoort worden gedragen. Christus zal u opwachten bij de open hemelpoort zoals Hij het voorhangsel in het heilige der heiligen had geopend, en u welkom heten. In grote staatsie zal Christus u op de straten van goud tot God de Vader leiden en aan Hem voorstellen als een reine maagd. Daar zullen de verlosten door Christus’ bloed volkomen gemeenschap met God hebben. Uw kennis van God is een volmaakte kennis, Uw vreugde is een volmaakte vreugde. Uw heerlijkheid is volkomen, uw liefde is volkomen, uw heiligheid is volkomen, uw gezelschap is volkomen. Alles blinkt van de volkomenheid van God in Christus. Er wordt geen wanklank meer gehoord noch is er afgunst en tweedracht onder de hemelingen, maar God is daar alles en in allen.

Denkt u nu niet dat als een ware gelovige op zijn best is, hij verlangt om langs de verse en levende weg in het hemelse heiligdom binnengeleid te worden? Wie kan nu het amen zeggen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen