Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen toevlucht? (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen toevlucht? (2)

4 minuten leestijd

De vorige keer lazen we de brief van Melanie. Haar broer heeft haar iets heel ergs aangedaan. Met diepingrijpende en langdurige gevolgen. Melanie kan met haar probleem niet bij haar ouders terecht.

Tussen de regels door is te merken dat die geen raad weten met de situatie.

Ik probeer me te verplaatsen in wat zij meemaken.

Je houdt van ál je kinderen. Maar nu hoor je plotseling dat de een de ander iets verschrikkelijks heeft aangedaan.

Kaïn en Abel

Het doet mij denken aan Adam en Eva.

Hun oudste zoon sloeg zijn eigen, jongere broer dood. Het vernemen van dit feit moet hen diep in het hart getroffen hebben. Dat kan niet anders. Kaïn, van wie zij zoveel hadden verwacht, heeft hij DIT gedaan met die zachtmoedige Abel?

De Bijbel zwijgt over hun reactie, maar als kinderen van God zullen ze zéker en met intens berouw gedacht hebben aan hun eigen, diepe zondeval. Dit, dit heel erge is nu daardoor gekomen. Het is ónze schuld, onze eigen schuld.

Niet meer het beeld van die heilige en volmaakte God in zich omdragende. Maar wel de bittere waarheid te moeten ervaren van het Bijbelwoord: En Adam gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld (Gen. 5:3).

En die bittere waarheid moeten ook ouders van nu ervaren. Ons kind, het kind van ons … heeft datzelfde boze hart als wij.

Wat zullen zij dagelijks smeken, voor henzelf en voor hun kind(eren): “O Heere, bewaar ons toch alstUblieft voor de uitleving van de zonde. Bekeer hen en ons.”

Bewaar ons voor hoogmoed

Maar als nu tóch iets ergs tussen onze kinderen zich voordoet? Staat medelijden met het slachtoffer dan bovenaan? Willen we met alles wat in ons is helpen, ondersteunen, barmhartigheid betonen, een toevlucht zijn in nood?

Of komt als eerste de gedachte op: ‘Dat dit nu in ons nette gezin gebeurt!’

Gekrenkte trots? Schaamte voor de buitenwacht?

Ach, wie is daar geheel vrij van? Maar mag schaamte leiden tot het wegstoten van ons lijdende kind? Mogen we het verschrikkelijke voorval in de doofpot stoppen en net doen alsof er niets gebeurd is? Mag de dader geloofd worden en vrijuit gaan?

Zién we niet hoe ons andere kind daardoor nog intenser lijdt?

Eli en zijn zonen

In de Bijbel staat een bekend maar zeer waarschuwend voorbeeld van iemand die zijn zondige zonen niet eens zuur aankeek. De priester Eli. De Heere strafte hem daarvoor. Hij zei tegen Samuël:

Want Ik heb hem (Eli) te kennen gegeven, dat Ik zijn huis rechten zal tot in eeuwigheid,

om der ongerechtigheid wil, die hij geweten heeft; want als zijn zonen zich hebben vervloekt gemaakt, zo heeft hij hen niet eens zuur aangezien (1 Sam. 3:13).

Er staat van hun zonden zo opvallend: ‘die hij geweten heeft’.

Voor Eli betekenen deze woorden van God: “U wéét het, Eli, wees eerlijk. Maar u doet net alsof u het niet weet. U sluit uw ogen voor de werkelijkheid. U straft niet. U kijkt niet eens boos, terwijl Mijn heilige Wet heel erg is overtreden. Daarom moet Ik ook ú straffen.”

Veel wijsheid nodig

Wat is er veel wijsheid nodig om in situaties als bij Melanie op de juiste manier te handelen. Zoveel ouders hebben dat ondervonden.

Het is ook zulk verdrietig werk. Maar echt nódig. De Heere is daar in Zijn Woord heel duidelijk over. Hijzelf houdt de schuldige geenszins onschuldig (Ex. 34:7). Zouden wij dat dan wél mogen doen?

We móeten het gesprek met de dader voeren. Eerlijk en duidelijk. Als het nodig is streng, maar met een biddend hart: “O Heere, help ook dit ons kind om zijn zonde te erkennen en te belijden. U kunt zelfs de harten van koningen neigen tot al wat U wilt.”

Een heel andere situatie

Laten we goed beseffen dat er al een heel andere situatie had kunnen zijn.

Welke dan?

Aangifte bij de politie. Twee agenten op de stoep. De dader thuis? Hij mag met ons mee.

Met alle gevolgen van dien. Het proces. De uitspraak. Zoveel jaar cel.

Onuitsprekelijk leed aan alle kanten. Maar ook de inhoud van het woord ‘gerechtigheid’.

Op de zonde móet straf volgen. Op heel erge zonde een heel erge straf.

Huis van barmhartigheid

Daarom, laat ons huis een huis van barmhartigheid zijn. Ons kind in nood vindt bij ons een open oor en hart. Voor hem of haar zijn we een toevlucht in nood.

We doen ál het mogelijke om het leed te verzachten. Om liefde en warmte te bieden. Nu en zo lang het kan.

Maar zouden we voor ons andere kind dat met berouw de zonden belijdt én laat, ook niet ons hart openen?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Geen toevlucht? (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's