Gods weg met Jozef
5. Jozef in de gevangenis
Wat had Jozef het goed in het huis van Potifar en dat allemaal door de zegen van de Heere, want we lezen in de Bijbel op verschillende plaatsen: En de HEERE was met Jozef (Gen. 39:2,3,5). Maar spoedig kwam daar een grote verandering in. We lezen in vers 7: En het geschiedde na deze dingen (na de voorspoed van Jozef in Potifars huis), dat de huisvrouw zijns heren haar ogen op Jozef wierp.
Waarom staat er zo opmerkelijk dat zij haar ogen op Jozef wierp? Wel, het was in het Oosten niet netjes als een vrouw een man recht in de ogen keek. Deed zij dat wel, dan zat daar een verkeerde, goddeloze bedoeling achter. Zij wilde daarmee te kennen geven dat zij de man die zij zo uitdagend aankeek voor een ogenblik als haar man begeerde en haar eigen man dus ontrouw werd. Terwijl Potifars vrouw getrouwd was, wilde zij zo’n verkeerde verhouding aanknopen met de knappe Jozef, van wie we lezen: En Jozef was schoon van gedaante en schoon van aangezicht (vers 6). Zoals dat ook het geval was met zijn overleden moeder Rachel. Van haar lezen we in Gen. 25:17: Maar Rachel was schoon van gedaante en schoon van aangezicht.
Jozef had de verkeerde bedoeling van Potifars vrouw meteen door en ontweek daarom haar begeerlijke blikken en haar zondig voorstel. De godvrezende jongeman wist maar al te goed dat als hij op haar voorstel inging, hij niet alleen tegen de Heere zondigde, maar ook tegen zijn heer Potifar die hem alles toebetrouwd had. Vandaar dat hij op een dag tot haar sprak: ‘Uw man betrouwt mij alles toe wat er in zijn huis is en al wat hij heeft, dat heeft hij in mijn hand gegeven. Niemand is groter in dit huis dan ik, en hij heeft voor mij niets onthouden dan u, daarin dat gij zijn huisvrouw zijt; hoe zou ik dan een zo groot kwaad doen en zondigen tegen God?’ (vers 8 en 9).
We zien hoe vrijmoedig Jozef ten opzichte van een heidense vrouw voor zijn geloof in de Heere uitkwam! We lezen in Ps. 119:9: Waarmede zal de jongeling zijn pad (zijn levenspad) zuiver houden? Het antwoord op die vraag is: Als hij dat houdt naar Uw woord. Dat betekent dat zijn levenswandel goed is als hij die afstemt op Gods Woord en wet. Dat bracht Jozef in praktijk. Maar de vrouw hield dag aan dag bij hem aan en wilde met alle geweld een verkeerde verhouding met hem aangaan. Gelukkig mocht hij in Gods kracht staande blijven en haar voorstel telkens afwijzen.
Toen zij zag dat zij met woorden niets bereiken kon, ging zij over tot daden. Op een dag dat er niemand in haar huis was, nam zij haar kans waar en greep zij Jozefs opperkleed. Zij wilde hem met geweld dwingen haar zin te doen. Maar Jozef liet het kleed in haar handen achter en vluchtte naar buiten om aan haar greep te ontkomen. Ineens begon de vrouw heel hard te roepen alsof zij werd aangerand. Van alle kanten snelden er mensen toe om haar hulp te verlenen en vroegen wat er toch aan de hand was. ‘O’, jammerde ze, ‘die Hebreeuwse man wilde verkeerde dingen met mij doen en daarom heb ik uit alle macht om hulp geroepen! Toen ik begon te schreeuwen, maakte hij zich vlug uit de voeten, terwijl hij zijn opperkleed in mijn handen achterliet. Ik heb het kleed in mijn handen als bewijs voor mijn man als hij zo meteen thuiskomt.’
Toen haar man thuiskwam sprak ze: ‘Kijk eens, wat hier ligt. Dat is het opperkleed van die Hebreeuwse knecht waarin u zoveel vertrouwen had. Hij wilde mij aanranden en toen ik schreeuwde nam hij vlug de benen.‘ Helaas geloofde Potifar zijn leugenachtige vrouw en begrijpelijk werd hij heel boos. Voor straf werd Jozef verwezen naar de gevangenis waarin zich zware misdadigers bevonden, namelijk criminelen die het op het leven van de koning gemunt hadden. Zij werden in een aparte gevangenis streng behandeld.
Alzo was hij daar in het gevangenishuis, zegt de Bijbel (vers 20). Wat een zware weg voor Jozef! We lezen in Ps. 105:18 van hem: Men drukte zijn voeten in den stok, zijn persoon kwam in de ijzers. Dat betekent dat zijn voeten vastgeklemd werden in een blok en dat hij wreed in ijzeren boeien werd geketend. En dat alles onschuldig! De onschuldige werd zwaar gestraft en de schuldige vrouw ging vrijuit! Wat zijn er veel kinderen van God geweest die onschuldig hun leven hebben moeten laten omdat ze de Heere liefhadden. De voorbeelden uit de Bijbel en de kerkgeschiedenis kunnen ons dat vertellen. Gelukkig wist de Heere van Jozef af. We lezen in vers 21: Doch de HEERE was met Jozef en wendde Zijn goedertierenheid tot hem, en gaf hem genade in de ogen van den overste van het gevangenhuis. Er ontstond zelfs een vertrouwensband met het hoofd van de gevangenis en na niet al te lange tijd mocht Jozef de andere gevangen bewaken. We lezen in vers 23: De overste van het gevangenhuis zag gans op geen ding dat in zijn hand was, overmits dat de HEERE met hem was; en wat hij deed, dat deed de HEERE wel gedijen. Maar met dat al was en bleef Jozef een gevangene.
(Volgende keer D.V. 6. De schenker en de bakker)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's