Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vader en kind

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vader en kind

6 minuten leestijd

Een vader: iedereen heeft er één. Ongetwijfeld legt iedereen bepaalde verbanden als het gaat over een vader. Misschien is het voor sommigen een pijnlijk onderwerp. Sommigen hebben hun vader misschien al verloren. Anderen leven misschien in een verstoorde relatie met hun vader. Weer anderen kijken (terug) naar hun vader als een liefdevolle en betrouwbare man.

In de Bijbel en onze belijdenisgeschriften komt Góds Vaderschap ook veelvuldig aan de orde. Een van de plekken waar het aan de orde komt is Zondag 9 van onze Heidelbergse Catechismus. Twee vragen kwamen bij de behandeling van deze zondag tijdens de wekelijkse catechisatie aan de orde. 1. Mag je God de Vader wel vergelijken met aardse vaders? 2. Wie belijdt in Zondag 9 het Vaderschap van God?

1. Mag je God de Vader vergelijken met aardse vaders?

Het antwoord op deze vraag kan in eerste instantie kort zijn. Ja, dat mag. Dat mag, omdat de Heere dat Zelf in Zijn heilig Woord meerdere keren heeft gedaan. Denk alleen maar aan de bekende woorden uit het Oude Tes- tament: Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen (Ps. 103:9). Ook in het Nieuwe Testament wordt God de Vader vergeleken met een aardse vader: als Jezus Zijn discipelen onderwijst over het gebed, spreekt Hij over een aardse vader die zijn zoon een brood of een vis geeft. Daarop trekt Hij de vergelijking met de hemelse Vader: Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen die Hem bidden (Luk. 11:13).

De vergelijking met aardse vaders is in bepaalde opzichten overduidelijk. Zoals een aardse vader het leven van een kind bij de moeder verwekt, zo is de hemelse Vader de Bron van alle leven. Zoals kinderen lijken op hun aardse vader, zowel qua uiterlijk als karakter, zo wordt in Gods kinderen in de wedergeboorte het beeld Gods hersteld. Zoals een aardse vader zijn werk verricht om zijn kinderen te onderhouden, zo onderhoudt de hemelse Vader alles wat leeft, in het bijzonder Zijn kinderen. Niet voor niets belijdt de leerling in Zondag 9: ‘Op welken ik alzo vertrouw, dat ik niet twijfel of Hij zal mij met alle nooddruft des lichaams en der ziel verzorgen.’

Toch is het van betekenis om bij de vergelijking van God de Vader met aardse vaders oplettend te zijn. Voordat we het beseffen, ontstaat er in onze gedachten een vertekend beeld van de hemelse Vader. Onze aardse vaders zijn immers gebrekkige vaders. Zondige vaders. Zelfs de liefste vader maakt in de opvoeding van zijn kinderen fouten en heeft daarin zijn gebreken.

Deze kanttekening is van zoveel te meer belang, als we beseffen dat sommige vaders hun positie in het gezin misbruiken. Vaders hebben in het gezin een gezagsfunctie. Die heeft God hen opgelegd. Maar gezag kan ontaarden in tirannie. Sommige aardse vaders zijn achter de voordeur tirannen voor vrouw en kinderen. Sommige aardse vaders gebruiken lichamelijk of psychisch geweld in de opvoeding van hun kinderen. Bij dat geweld kunnen soms op ontzettende en schrikbarende wijze grenzen worden overschreden. Als ik het woord incest noem, zeg ik al genoeg. Een slachtoffer van incest door een vader heeft bij het noemen van de vadernaam toch in eerste instantie een zeer zwart en angstaanjagend beeld.

Wat is het moeilijk voor zulke kinderen om een zuiver beeld te krijgen van Góds Vaderschap. Bij het behandelen van Gods Vaderschap zal er eerder schrik en afkeer ontstaan, dan liefde en genegenheid. Deskundige begeleiding en behandeling zal voor deze kinderen, mogelijk tot diep in de fase van volwassenheid, onmisbaar zijn.

Het is toch wel overbodig om te zeggen, dat deze dingen van betekenis zijn voor ambtsdragers, leerkrachten en anderen wanneer door hen Gods Vaderschap aan de orde wordt gesteld.

2. Wie belijdt in Zondag 9 Gods Vaderschap?

In Zondag 9 belijdt de leerling dat de Vader van Jezus Christus ook zíjn Vader is. Deze inhoud van Zondag 9 mag niet losgemaakt worden van de zondagen die aan Zondag 9 voorafgaan. Het is de leerling die ook de vragen van Zondag 2 tot en met 6 heeft beantwoord. De leerling heeft op de school van de Heilige Geest in de praktijk van het dagelijks leven geleerd dat hij onbekwaam is tot enig geestelijk goed en geneigd tot alle kwaad (Zondag 2). Deze leerling heeft ingeleefd dat hij in Adam van God is afgevallen en daarmee ten volle schuldig staat aan de verdorvenheid van zijn natuur (Zondag 3). Het is de leerling die door de kracht van Gods Geest heeft leren beamen dat God geen onrecht doet, als Hij nooit meer naar hem om wil zien en Zijn vonnis over hem voltrekt (Zondag 4). Maar het is ook de leerling die – getrokken door Vaders liefdeskoorden – als een smekeling blijft aanhouden aan Gods genadetroon of er nog enig middel is om de welverdiende straf te ontgaan en – dat vooral – weer in genade als kind te worden aangenomen (Zondag 5). Het is de leerling die kennis heeft gekregen aan de enige Naam, Die onder de hemel tot zaligheid is gegeven. Het is de leerling die met de grijze Simeon het Kind in zijn armen heeft mogen nemen en heeft uitgeroepen: Want mijn ogen hebben Uw Zaligheid gezien (Luk. 2:30), (Zondag 6).

Het is déze leerling die met diepe eerbied en heilig ontzag in Zondag 9 stamelend, maar ook met diepe genegenheid, iets gaat belijden omtrent God de Vader. Deze leerling weet dat zijn weg door een ‘jammerdal’ gaat. De achtergrond van deze aanduiding voor dit tijdelijk leven komt niet voort uit een pessimistisch karakter. De achtergrond van deze aanduiding ligt ook niet allereerst en allermeest in al het ‘kwaad’ dat de hemelse Vader hem in dit jammerdal toeschikt. Nee, dit aardse leven is voor de leerling vooral een jammerdal, omdat hij, ver van het Vaderhuis, hier als pelgrim ronddoolt. Dit aardse leven is voor deze pelgrim een jammerdal, omdat hij dagelijks te strijden heeft met een driehoofdige vijand: een grimmige duivel, een verleidende wereld en zijn eigen bedorven vlees. Dit aardse leven is zoveel te meer voor deze pelgrim een jammerdal, omdat hij niet dagelijks leeft zoals hij zou moeten leven en zou willen leven: in de gemeenschap Gods.

Dít is het antwoord op de tweede vraag. Ik heb de vraag natuurlijk met een bedoeling gesteld. Wij kunnen veel, soms dagelijks, in contact komen met openbare gebeden, waarop altijd en schijnbaar zonder schroom elk gebed wordt geopend met ‘Lieve Vader’, ‘Vader in de hemel’ en dergelijke. Mág een gebed dan niet zo geopend worden? Dat zeggen we niet. Maar laten we toch altijd diep beseffen dat het gebed waarin God als Vader wordt aangeroepen, ten principale het gebed van een kind van God is. Van een leerling op de school van de Heilige Geest. Van een arme, berooide en zwervende pelgrim op zijn reis door dit jammerdal.

Je kunt jaloers worden als je zó’n pelgrim in geloofsvertrouwen hoort bidden: Onze Vader, Die in de hemelen zijt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Vader en kind

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's