Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de brief van Paulus (37b)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de brief van Paulus (37b)

4 minuten leestijd

Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig, gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint wanneer Gij oordeelt. Romeinen 3:4

UITZIENDE: Wat is het dan toch een vertroostend woord voor de Kerk van alle eeuwen, dat we hier in de tekst mogen vinden. Gods besluit kan niet veranderd worden. Het besluit is één met Zijn Wezen. En al wat Hij spreekt, gaat niet tegen Zijn besluit in. Niet één van al de woorden die God gesproken heeft, zal dan ook onvervuld ter aarde vallen. Hoewel de Heere het niet nodig heeft om de waarheid van Zijn woorden met eedzwering te bevestigen, zo heeft Hij dat toch willen doen. En daar Hij bij niemand die meerder was dan Hij kon zweren, zo zwoer Hij bij Zichzelf. O, wat ligt de grondslag van de zaligheid van Gods Kerk toch onwrikbaar vast! En vriend, dan wil ik u toch wel doen weten dat het woord van de apostel dat we nu overdenken, wel een bijzondere betekenis voor mij in mijn leven heeft gekregen. De Kerk zal mogen weten dat God een Waarmaker van Zijn Woord en een Vervuller van Zijn beloften is. Zelfs Bíleam heeft moeten zeggen: God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensenkind dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen en niet doen, of spreken en niet bestendig maken? Het volk had zich de vervloeking wel waardig gemaakt, als men aan het einde van de woestijnreis was gekomen. Maar toch heeft Bíleam dat volk niet mogen vloeken. Hij heeft ook nog een veelbetekenende voorzegging mogen doen van de komst van Christus in het vlees. En daaraan was ook verbonden: Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jakob, ook ziet Hij niet aan de boosheid in Israël. Hij heeft daarop laten volgen: De Heere zijn God is met hem, en het geklank des Konings is bij hem.

Het heeft me dan ook weleens wat gezegd, als we zo lezen: De Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizédek. Daarom zijn de krachten van het Israël Gods, als van een eenhoorn, zoals Bíleam ook heeft moeten getuigen.

HOPENDE: Och vriend, ik wenste wel dat ik er toch meer bij mocht leven dat God waarachtig is. Maar wat de Heere gesproken heeft, wordt toch zoveel in twijfel bij me gebracht. Is het wel van de Heere geweest? Heb ik het me maar niet ingebeeld? Dat God waarachtig onveranderlijk is, dat geloof ik nog wel. Maar heb ik me niet vergist in wat ik meen dat God tot me gesproken heeft? Er staat ook zo bij in de tekst: Maar alle mens leugenachtig. Daarom kunnen we toch maar niet bang genoeg voor onszelf zijn. De apostel sluit met dat woord mij niet uit, want hij zegt dat alle mens leugenachtig is. Daar behoeft men dus geen Jood voor te zijn (…). Maar alle mensen zijn leugenachtig.

Men behoeft altijd nog niet tegen beter weten in, met opzet onware dingen te vertellen om leugenachtig te zijn, maar als we uit onkunde en ondoordacht iets zeggen wat met de waarheid van iets in strijd komt, dan komt daarin ook onze leugenachtigheid al openbaar. We zijn eenmaal de leugenaar toegevallen. Daarom geven we ook de leugenaar gehoor. We geloven eerder de leugen dan de waarheid. Dat wordt door de apostel met die leugenachtigheid bedoeld. De apostel heeft over de ongelovigheid van de gevallen mens gesproken. In dit verband zegt hij ook dat de mens leugenachtig is. De apostel Johannes zegt: Die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt.

UITZIENDE: Hoe Godonterend is dat. Maar we zullen daarmee onszelf wel het meeste kwaad aandoen. We nemen Gods getuigenis niet aan en brengen daarmee een duisternis over onze ziel.

HOPENDE: En toch mag ik ook steeds nog maar weer ervaren dat mijn ongelovigheid het geloof van God niet teniet doet. God wordt steeds wonderlijker en aanbiddelijker voor me. Maar daarom voegt de apostel er ook nog zo aan toe: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in uw woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt. De volgende keer hopen we aan de hand van de volgende woorden daar ook nog iets van te zeggen. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Samenspraak over de brief van Paulus (37b)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's