Op weg naar Kanaän
13. Vlees gekregen in Gods ongunst
Vanaf de Sinaï trok het volk onder leiding van Hobab door de woestijn Paran en kwam het in Kibrôth-Tháäva aan. Hobab (zijn naam betekent ‘geliefd’) was een zoon van Jethro, de schoonvader van Mozes. Terwijl Jethro na zijn bezoek aan Mozes weer was teruggekeerd naar Midian, was Mozes’ zwager Hobab bij hem gebleven. Omdat het volk van Israël op bevel van de vuur- en wolkkolom Sinaï weer ging verlaten om verder te trekken, wilde Hobab ook naar Midian terug. Maar Mozes smeekte hem om bij hen te blijven en hen als leidsman te dienen, aangezien Hobab de woestijn Paran vrij goed kende. Hobab luisterde naar zijn zwager en werd een van de leiders op reis naar het beloofde land.
Terwijl het volk verder trok, hadden ze een moeizame reis en begon het weer te klagen over Gods leiding. De HEERE hoorde hun klagen en strafte een gedeelte van het volk door het door hemelvuur te doden. Het geschrokken volk vroeg aan Mozes om aan de HEERE te vragen of Hij Zijn slaande hand van hen wilde afkeren en Mozes’ gebed werd verhoord. Naar aanleiding van deze vreselijke gebeurtenis werd de plaats Tabéra genoemd, wat ‘brandplaats’ of ‘verbranding’ betekent.
Kort na dit voorval begonnen de Egyptenaren en andere mensen die destijds met de Israëlieten Egypte hadden verlaten, te mopperen over het eten. Zij worden ‘het gemene of vermengde volk’ genoemd, een samenraapsel dat in de paasnacht hun kans schoon had gezien om met de Israëlieten ook Egypte te verlaten. Zij werden de ophitsers en aanstokers van de Israëlieten en begonnen te mopperen over het eten dat iedere dag hetzelfde was, namelijk het manna. Zij hadden het in Egypte heel wat beter gehad, zo meenden zij. Toen konden ze volop vlees, groenten en fruit eten en nu was het dag in dag uit steeds maar manna.
Het duurde niet lang of de klagers kregen bijval van de Israëlieten. Heel wat mensen beklaagden zich over steeds hetzelfde eten en het werd zó erg, dat ze huilend uitriepen: Geef ons vlees, dat wij eten! (Num. 11:13b). Ze deden het voorkomen alsof ze anders van honger zouden moeten sterven. Matthew Henry zegt dat het volk met zo’n grote verachting over het manna sprak, ‘alsof het nog niet eens goed genoeg was voor varkensvoer’.
Toen Mozes door het leger liep, hoorde hij de mensen in hun tenten jammeren en hij vond het vreselijk om dat aan te horen. Meer dan ooit voelde hij de zorg van het hele volk op zich neerkomen. Ten einde raad stortte hij zijn hart voor de HEERE uit en sprak: ‘HEERE, ik kan dit volk alleen niet langer dragen, het wordt mij alles teveel. Ik wens niet verder meer te leven, want de last van het volk wordt me te zwaar!’
De HEERE hoorde de klacht van Zijn knecht en Mozes kreeg het bevel om met zeventig wijze mannen naar de tabernakel te gaan. Dat was de ontmoetingsplaats tussen de HEERE en Mozes, als vertegenwoordiger van het volk. Daarom wordt Mozes wel ‘de middelaar van het Oude Testament‘ genoemd. De HEERE zou vanuit de donkere wolk die de tabernakel bedekte aan de zeventig mannen Zijn bekwaammakende Geest geven om samen met Mozes het volk te kunnen leiden. Bij de tabernakel aangekomen, kwam de HEERE af in de wolk en sprak tot hem (namelijk tot Mozes), en afzonderende van de Geest, Die op hem (namelijk op Mozes) was, legde Hem (namelijk de Heilige Geest) op de zeventig mannen, die oudsten (Num. 11:25).
Meteen begonnen de zeventig mannen door het werk van de Heilige Geest de Heere te verheerlijken. Ja, twee van hen werden zo vervuld met de Heilige Geest, dat ze zelfs de tabernakel verlieten en de HEERE in het midden van het volk gingen grootmaken. Jozua zag dat en zei tegen Mozes: ‘Eldad en Medad verheerlijken Gods Naam onder het volk!’ Hij wilde het hen uit liefde en ontzag voor Mozes beletten. Maar Mozes nam het voor beide mannen op en sprak: ‘Waren er maar méér mensen die de HEERE grootmaakten!’
Wat betekende het een grote verlichting voor Gods knecht dat hij zeventig mannen erbij kreeg om leiding aan het volk te geven. Daarna sprak de HEERE tot Mozes: ‘Vertel het volk dat ik hun geklaag en gejammer om vlees gehoord heb. Ik zal hen om hun zonde een volle maand vlees geven, zodat zij er op den duur van walgen.’ Mozes antwoordde verwonderd: ‘HEERE, zult u aan zoveel mensen een maand lang vlees kunnen geven?’ Blijkbaar was Mozes vergeten dat de HEERE al eens eerder kwakkels aan het volk had gegeven (Ex. 16). Hierop antwoordde de HEERE: ‘Zou dan des HEEREN hand verkort zijn? (Num. 11:23). Zou Ik dat niet kunnen doen, Mozes? Zou er voor de HEERE iets onmogelijk zijn?’
Meteen kwamen er een heleboel kwakkels (een soort patrijzen) aanvliegen die in het leger neerstreken. In korte tijd lagen er hier en daar stapels vogels van wel een meter hoog voor het oprapen. Het volk kon net zoveel vlees eten als het maar wilde. Velen van het volk stierven door hun schrokkerige en gulzige manier van eten en na een maand volop vlees gegeten te hebben, walgden zij tenslotte ervan. We lezen in vers 33: Dat vlees was nog tussen hun tanden, eer het gekauwd was, zo ontstak de toorn des HEEREN tegen het volk met een zeer grote plaag. Daarom heette men de naam derzelver plaats Kibrôth-Tháäva, want daar begroeven zij het volk dat belust was geweest. Dat betekent dat zij een zondige lust of begeerte naar vlees hadden gehad en daarom gestraft werden.
Kibrôth-Tháäva betekent ‘lustgraven’ en de kanttekening merkt over die naam op: ‘Een legerplaats zo genoemd, omdat daar begraven waren degenen die de walg hadden gehad van het Man (manna) en hun lusten met vlees verzadigd hadden, hetwelk de HEERE hun wel gegeven had, maar in Zijn toorn’ (kanttek. 48). De HEERE had het gebed van Mozes om extra hulp te krijgen in Zijn gunst verhoord, maar het geroep en geschreeuw van het volk werd in Gods ongunst verhoord. Dat was geen wonder! Het klagende volk had Gods grote daden miskend en het vergat wat de HEERE voor hen herhaaldelijk had betekend.
Vergeet nooit één van Zijn weldadigheden;
Vergeet ze niet; ’t is God, Die z’ u bewees (Ps. 103:1).
(Volgende keer D.V. 14. Mirjam met melaatsheid gestraft)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's