Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (310)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (310)

8 minuten leestijd

De getrouwe Verbonds-God verzorgde het miljoenenvolk van Israël in de woestijn met dagelijks manna, waarvan ieder gezinslid een ‘gomer’ mocht verzamelen. Lees maar mee wat Mozes in de Naam van de Heere tot het volk sprak: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft: Verzamelt daarvan een ieder naar dat hij eten mag: een gomer voor een hoofd, naar het getal van uw zielen; ieder zal nemen voor degenen die in zijn tent zijn (Éxod. 16:16).

Een gomer manna voor ieder gezinslid

De Heere had dus geboden dat ieder een gomer manna mocht verzamelen. Een gomer is een Hebreeuwse inhoudsmaat voor droge waar, in dit geval voor het manna. Behalve een alleenstaande, moesten alle echtparen en ouders met kinderen het aantal personen tellen die in een tent woonden. Dus naar het aantal gezinsleden verzamelde men ’s morgensvroeg het manna. Als een gezin uit acht personen bestond, verzamelde men acht gomers manna. Al lezen we in vers 36 dat een gomer een tiende deel van een efa was, weten we toch niet de exacte hoeveelheid. Dit weten we wel dat de Heere zo veel liet oprapen dat er altijd genoeg was en nooit te weinig. We lezen daarom: Een iegelijk verzamelde zoveel als hij eten mocht (Éxod. 16:18). Een gomer was dus een dagmaat.

Wellicht zullen er lezers zijn die zich afvragen dat er ongetwijfeld jonge kinderen onder hen waren die niet zo veel nodig hadden als bijvoorbeeld de ouders die het werk moesten verrichten. Ook zal het voorgekomen zijn dat er onder hen waren die bewust veel meer opraapten dan nodig was. Wat gebeurde er met dit verzamelde manna? Gods Woord geeft het antwoord: En de kinderen Israëls deden alzo, en verzamelden, de een veel en de ander weinig. Doch als zij het met den gomer maten, zo had degene die veel verzameld had, niets over, en dien die weinig verzameld had, ontbrak niet; een iegelijk verzamelde zoveel als hij eten mocht (Éxod. 16:17,18). De kanttekening geeft het volgende aan: ‘Toen iedereen te huis bracht wat hij verzameld had, zo mat de huisvader het, en hij gaf elk zijn gomer of behoorlijk deel daarvan, zodat niemand meer dan zijn behoorlijke portie kreeg.’

Een gomer manna voor de tijd is een genadewonder van de Heere

De geschiedschrijver Flavius Josephus en anderen waren van gevoelen dat er elke keer een wonder plaats vond. De Heere zond niet alleen naar Zijn voorzienigheid het dagelijkse manna, maar bestuurde het ook zodanig dat hij die te veel had verzameld er geen profijt van had, en hij die te weinig verzameld had, geen gebrek hoefde te lijden. De Heere bestuurde naar Zijn Goddelijke voorzienigheid het zo dat ieder zijn dagmaat ontving. Diezelfde onzichtbare hand zorgde er ook voor dat er een ruime maat van meel en olie was voor de weduwe te Sarepta (1 Kon. 17: 14-16), en voor de olie van de weduwe van een profetenzoon (2 Kon. 4:1-7). Denk ook aan de wonderlijke maaltijd ten tijde van Christus op aarde toen de discipelen niet meer hadden dan zeven broden en enkele vissen. Door de verborgen zegen konden toen vierduizend mannen eten en verzadigd worden, wellicht met vrouwen met kinderen hoewel dit aantal niet vermeld staat (Matth. 15:32-38).

Leven wij ook bij de dag en uit de hand des Heeren? Laten wij ons door Zijn hand leiden, hoe het ons ook tegenloopt? Is de Heere nu nog Dezelfde als dat Hij het volk van Israël in de woestijn verzorgde? Ja! Hij is na alle eeuwen die achter ons liggen niet minder getrouw en goed. We willen een voorbeeld noemen vanuit de tijd dat we in Garderen woonden. De boer bij wie wij logeerden was niet rijk bedeeld en kon geen tarwezaad van het beste soort kopen, in tegenstelling tot zijn buurman die rijker bedeeld was en zaad van de beste kwaliteit kocht. ’s Winters hielpen de boeren elkaar als het koren gedorst moest worden door een dorswagen. Het stro werd gescheiden van het koren, en het koren werd in zakken opgevangen. De buurman die de boer hielp zag tot zijn verwondering dat de opbrengst aan koren bij de boer veel meer was dan bij hem. We horen de buurman nog met verwondering zeggen: ‘Geert, bij jou komt de zegen met hele hopen uit de hemel.’ We zien nog hoe de boer ontroerd naar de hemelse gaven keek en toen naar boven om in stilte de Heere te danken. Als jongen waren we erg onder de indruk en kregen eerbied voor de God van deze man die op Hem zijn vertrouwen stelde en niet beschaamd werd.

Diezelfde Heere leeft nog om u op bijzondere wijze te onderhouden. We hebben dit in ons leven zelf ondervonden toen we als ouders met een jong gezin elk dubbeltje moesten omkeren voordat we het konden uitgeven. Maar met de Heere zijn we nooit beschaamd uitgekomen. Het past ons nu niet om daarvan bewijzen te geven. Wel willen we u schrijven dat we dikwijls hebben ingestemd met de titel van het boek van William Huntington: ‘God, de Kassier der armen.’ Daarom is het oneindig beter om met weinig de zegen uit Gods rechterhand te ontvangen en tevreden te zijn, dan afhankelijk te zijn van een verzekering zonder hemelse tevredenheid.

De geloofswetenschap dat gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede en alle dingen niet bijgeval, maar van Zijn Vaderhand ons toekomen, is oorzaak dat we iets verstaan van Gods voorzienigheid! Weet toch, dat ‘Wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd’. U stelt uw vertrouwen dan niet alleen op de Heere voor de ziel, maar ook voor uw lichaam. Temeer als u mag geloven dat u een slokje water en een stukje brood als ‘dagmaat’ ontvangt om Christus’ bloed en gerechtigheid! Het geloofsprofijt is dat u geduldig bent in tegenspoed, dankbaar in voorspoed en voor het toekomende vertrouwt op uw getrouwe Heere en Zaligmaker. U mag geloven dat niets en niemand u zal kunnen scheiden van de liefde Gods in Christus. U gelooft dat alles Hem ten dienste staat omdat uw getrouwe Heere het hart van alle mensen in Zijn Goddelijke hand heeft, zodat zelfs uw grootste tegenstanders u bij moeten staan! We denken nog vaak aan onze zielsvriendin uit Opheusden, Maria Verwoert-Boone, die dikwijls met verwondering zei: ‘O, die goedheid Gods, ik kan het niet kleinkrijgen’.

Een gomer manna voor uw ziel als een genadewonder van de Heere

We hopen nog te schrijven over de kruik met manna in de ark, maar we willen thans benadrukken dat bovenstaande geschiedenis ook van grote betekenis is voor het zielenleven. We citeren nogmaals de tekst: En de kinderen Israëls deden alzo, en verzamelden, de een veel en de ander weinig. Doch als zij het met den gomer maten, zo had degene die veel verzameld had, niets over, en dien die weinig verzameld had, ontbrak niet; een iegelijk verzamelde zoveel als hij eten mocht (Éxod. 16:17,18). Hoewel ieder van Gods volk genade uit Christus’ volheid heeft ontvangen, ontvangt de een meer genade dan de ander (Joh. 1:16). Er zijn onder Gods volk lammetjes en schapen, gekrookte rieten en eikenbomen van gerechtigheid (Jes. 40:11; 42:3; 61:3).

Een ongeoefend lammetje is geen sterk schaap, en een gekrookt riet is vanzelf geen krachtige eikenboom onder Gods volk. Toch is ieder in Christus een nieuw schepsel (2 Kor. 5:17). Maar de ene van Gods volk ontvangt meer licht en meer gemeenschapsoefeningen dan de ander. Ook daarin is de Heere vrij. Ieder van hen heeft wel dagelijks te staan naar het levende geloof en te smeken om dagelijks Christus te volgen en dicht bij Hem te zijn.

De ware gelovige is te vergelijken bij een klein kind dat vertrouwt op zijn vader of moeder die het zal verzorgen. O, waren we allen recht afhankelijke kinderen, we zouden het niet op kunnen als de Heere een klein korreltje witte manna aan genade in onze kinderhand geeft. We zijn dan de koning te rijk, omdat we dit manna van de rijke Koning der koningen ontvangen. Welnu, wie ontvangt nu elke dag een gomer genade? Of hebt u geen genade? Smeek Hem dan gedurig om genade en neem de genademiddelen getrouw waar. Christus nodigt u om tot Hem te komen met boete en bekering! Heeft de Heere u genade geschonken? Buk dan laag aan de voeten van uw Jezus! Smeek om genade voor uzelf en uw naaste en vereer Hem voor Zijn gaven. Straks krijgt u geen gomer of dagmaat meer, maar een volkomen zaligheid, volkomen heiligheid, volkomen heerlijkheid en volkomen gemeenschap met de Drie-enige God. U zult daar straks diep, diep voor Hem bukken en Hem eeuwig dienen, eren en aanbidden!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (310)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's