Meditatie
Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest om uit te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. Hebreeën 11:8a
Geliefde lezer,
De Hebreeën verkeerden in moeilijke omstandigheden toen Paulus deze zendbrief tot hen zond. Ze waren vanwege hun geloof door smaadheden en verdrukkingen een schouwspel geworden (Hebr. 10:33). Om hen op te wekken tot volharding in de hoop en tot lijdzaamheid in de verdrukkingen toont hij hen de geschonken geloofskracht van een wolk der getuigen (Hebr. 12:1).
Nadat eerst de geloofsdaden van Abel, Henoch en Noach zijn beschreven, worden vanaf ons tekstvers de geloofsdaden beschreven van de geloofshelden die na de zondvloed leefden. De wereld ná de zondvloed was niet beter dan vóór de zondvloed. Ook voor de inwoners van de tweede wereld geldt dat ze in zonde ontvangen en geboren zijn en daarom allerhande ellendigheid ja de verdoemenis zelf onderworpen. De mens is hetzelfde gebleven. Maar de HEERE ook. Hij zal ondanks de totale verdorvenheid van het menselijk geslacht naar Zijn welbehagen doorgaan met Zijn vergaderend werk. Voor Gods gehele Kerk geldt (of ze nu leefden voor of na de zondvloed of ook in 2023), dat ze door hetzelfde geloof verbonden zijn aan Christus. Wel geeft de Heere in Zijn vrijmacht de een meer genadegaven en geloofsoefeningen dan de ander. En toch, of het nu een grote of een kleine in de genade is, als ze de geloofstaal van elkaar horen dan getuigen ze: ‘Zoete banden die mij binden aan des HEEREN lieve volk, wis het zijn mijn hartevrinden, hunne taal mijn hartetolk.’ Ook al komen ze uit een ver land, ‘hun harten smelten saam ineen’. Abraham is de eerste geloofsheld die vermeld wordt na de zondvloed. Abraham wordt genoemd de vader (dat wil zeggen het voorbeeld) aller gelovigen. Het geloofsleven van Abraham overtreft het geloofsleven van alle gelovigen. Hij blonk uit in geloofsgehoorzaamheid (al bezat hij nog maar een klein beginsel!), maar ook in zelfverloochening, in hoop en in volharding. Het geloof kreeg hij van de Heere toen Hij aan hem verscheen in Ur der Chaldeeën. Daar leefde hij, evenals zijn directe voorgeslacht, als een afgoden dienaar. Echter de zonde van Abram en zijn voorgeslacht stond de Heere niet tegen om Abram rond zijn 70 ste jaar vrijmachtig en krachtdadig wakker te schudden uit zijn doodstaat. Dat kan de satan, de wereld en het verdorven vlees niet tegenhouden. ‘Niets kan Zijn hoog besluit ooit keren; ’t Blijft van geslachte tot geslacht.’ Onwederstandelijk sprak de Heere tot Abram: Ga gij uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis, naar het land dat Ik u wijzen zal. De Heere beval hem alles te verlaten wat hinderde Hem lief te hebben boven alles. Het vaderland verlaten gaat nog, al is het moeilijk en blijft het trekken. Maar de familie en de naaste betrekkingen verlaten lijkt onmogelijk! Dat geeft grote strijd. Alleen de liefde Gods wint in voor Gods bevel en geeft begeerte ‘de wereld te verlaten, de oude natuur te doden, en in een nieuw godzalig leven te wandelen’ (zoals ons Doopformulier zegt). Om vervolgens te leren dat men geen stap in eigen kracht kan zetten.
Wat maakt gehoorzaam? Een geloofsoog op de lijdende Christus, Die uit liefde tot Zijn Vader en Zijn kinderen gehoorzaam was tot de dood des kruises! De Heere verscheen aan Abram in Ur der Chalde en als de God der heerlijkheid (Hand. 7:2). Als men de Heere met geestelijke ogen ziet in Zijn grote majesteit en volmaakte deugden dan ziet men zichzelf in zijn nietigheid, zondigheid, onreinheid en doemwaardigheid. Dan verfoeit en haat men de zonde en de gruwelen van het Ur van ons hart. Hoe meer men probeert de afgoden in het hart ook uit te roeien, hoe meer men leert dat het hart een fabriek van afgoden is (Luther) en men in zichzelf nooit meer God kan dienen en eren zoals Hij waardig is. Ja, dat men Gods gramschap dubbel waardig is.
Wat een genade als men door de liefde Gods Zijn deugden hoger acht dan de eigen zaligheid. Dan kan men God vrijlaten. Nochtans laat men Hem niet los en schreeuwt: ‘Och HEER’, och wierd mijn ziel door U gered!’. Eeuwig wonder als beleefd mag worden: ‘Toen hoorde God; Hij is mijn liefde waardig’. Als dan het geloofsoog ziet op HET Heil in Christus dan volgt ook een geloofsjubel: ‘De HEER’ is groot, genadig en rechtvaardig’.
Abram kreeg bevel om alles te verlaten en te gaan naar het land dat Ik u wijzen zal (Gen. 12:1). De Heere gaf niet aan welk land. Ook niet langs welke weg hij daar zou komen. Hij beloofde wel dat Hij Abram de weg zou wijzen. Abram hoefde niet alleen te gaan. De Getrouwe, de Almachtige, de Algenoegzame, de Alwijze, de sterke Held zal voorop gaan. Waarom gaf de HEERE niet aan naar welk land en via welk weg Abram moest gaan? Omdat Abram (en zijn geestelijk zaad!) moest leren te volgen in vertrouwen, leunend op zijn Liefste. En Abram is uitgegaan in gehoorzaamheid. Daarmee gaf hij aan: ‘ik zal U volgen zonder vragen. Wat U doet is goed’. Denk niet dat hij volgde in eigen kracht. De HEERE deed hem wandelen (Joz. 24:3).
Van nature zijn we niet gehoorzaam. Het vlees onderwerpt zich der wet Gods niet, want het kan ook niet (Rom. 8:7). Door de moedwillige ongehoorzaamheid in Adam hebben we hoogstens slaafse gehoorzaamheid. Maar de Heere vraagt vrijwillige gehoorzaamheid uit liefde tot Hem. Ook na ontvangen genade is men vaak verre van gehoorzaamheid en wil men niet als een blinde geleid worden. Als we de weg niet begrijpen dan willen we niet volgen. Luther zei het zo treffend: ‘Heere, verlos me van dat redeneerbeest’. Het geloof wordt geoefend als het redeneren ophoudt. Alleen het geloof doet als een onwijze en ontkrachte in vertrouwen de Leidsman volgen Die leert hoe men wandelen moet.
Hoe dichter bij Hem, hoe meer men de moedwillige ongehoorzaamheid van de oude mens inleeft en hoe meer men smeekt om gehoorzaamheid. De wervelwind en storm op deze weg (Nahum 1:3) zijn nodig om telkens uit te drijven naar de overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Alleen in gemeenschap met Hem volgt men in gehoorzaamheid en is het: Mijn hart is bereid o God, mijn hart is bereid (Ps. 57:8).
Abraham is een tentbewoner gebleven. Hij heeft nooit gewoond in het erfdeel. Maar Hij ging uit, verwachtende het hemelse erfdeel, de stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is (Hebr. 11:13). Dat hemelse erfdeel heeft Christus met Zijn bloed gekocht voor Zijn ganse Kerk. Daar zal de Kerk eeuwig verslonden zijn in Zijn wil. Ja, daar zullen zij, Abraham met zijn geestelijk zaad, zij die Zijn Naam beminnen, erf’lijk wonen.
Geliefde lezer, kent u ook de zoete momenten om Hem te mogen volgen om Wie Hij is, ook al begrijpt u Zijn weg niet? Dat volgen geeft een voorsmaak van het hemelleven. Of bent u nog als Farao die zei: Wie is de HEERE, Wiens stem ik gehoorzamen zou? Geliefde lezer, verhard u niet maar laat u leiden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's