Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welgelukzalig!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welgelukzalig!

Welgelukzalig is de man die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters. Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Psalm 1:1-2

6 minuten leestijd

Geliefde lezer, Wat een indringende prediking gaat er uit van deze eerste Psalm. Er valt direct licht op het leven van een begenadigd kind des Heeren. De kenmerken van het leven der genade worden door de dichter van Psalm 1 vergeleken met een boom geplant aan de waterbeken van vrij genade. Deze woorden vloeien van de lippen van de Verstandigheid Zelf, Christus. Hij is het eeuwige Woord Gods Dat geopenbaard is in ons vlees en bloed. Hij Zelf is het dan ook Die dit kostbare Bijbelboek opent met deze indringende zaligspreking. En tegelijk is de inhoud een ontdekkende en separerende prediking. Direct wordt helder verwoord het onderscheid tussen de rechtvaardige en de goddeloze; tussen wie God dient en wie God niet dient. Hier klinkt het zo ernstvol: Zegt den rechtvaardige, dat het hem welgaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan; want de vergelding zijner handen zal hem geschieden (Jes. 3:10-11). Terecht noemt de inleiding bij het Boek der Psalmen in onze Statenvertaling dit Boek een juweel voor de Kerk des Heeren.

De echo van deze heerlijke zaligspreking kunnen we beluisteren in het evangelie van Matthéüs toen Jezus op een berg klom om de schare onderwijs te geven en sprak: Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid want zij zullen verzadigd worden (Matth. 5:6). Rampzalig waren zulke zielen die eerst intens gehongerd hadden naar de zonde en de ongerechtigheid. Ja, sommigen zaten zelfs in het gestoelte van de spotters. Ze leefden van de ene dag in de andere alsof er geen eeuwigheid naderde om te staan voor de Rechter van hemel en aarde. Maar God werd hen te sterk. Ze werden door Hem gearresteerd en geleid op de smalle weg naar Sion. Direct was er de innerlijke begeerte van hun ziel om ‘de wereld te verlaten en in een nieuw godzalig leven te wandelen’ op de rechte weg. Juist in die weg is de overdenking van Gods wet dag en nacht. In de eenzaamheid wordt er wat afgezucht over hun onvruchtbaarheid in goede werken. Dan rijst de stille zucht in de ziel op: ‘Hoe kom ik ooit met een heilig en rechtvaardig God verzoend!’ Daar is de roep: ‘Is er nog een weg en middel om die welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen?’

Zo’n man of vrouw heeft een zuivere ‘lust in des HEEREN wet en overdenkt Gods wet dag en nacht’. Ze kunnen het in de wereld niet meer houden. Door wedergeboorte zijn ze een vriend en metgezel geworden van allen die de Heere vrezen. Ze kunnen onder die levende uitgangen van hun ziel niet zien dat deze overtuigingen vruchten zijn van Gods verkiezende liefde. En juist in deze zielennood wordt men uitgedreven naar ‘die Fontein Die er geopend is van eeuwigheid tegen de zonde en de onreinheid’. Dan wordt de ziel geplant aan de waterbeken van vrije genade. De wortels groeien diep in de donkere vruchtbare aarde om voedsel te vinden. Daar mag hun boom rijke vruchten te dragen van geloof en bekering en groeien als een wilg aan waterbeken in genade en gerechtigheid. Die Fontein is niemand anders dan Christus, Die Zijn bloed gestort heeft op Golgotha voor zulke ellendige verloren zondaren. Ja in die dag zal Hij geopend worden als de Fontein tegen de zonde en tegen de onreinheid.’ Welzalig hij die het mag gebeuren!

Wat een schril contrast met het leven van de goddeloze mens. Dat is de mens die zonder God en zonder hoop zijn eigen weg door dit moeite volle leven gaat. Hoe eerlijk en ernstvol wordt hier onze natuurstaat getekend. Ze leven alsof er nooit een einde komt aan het leven op aarde. Al moeten ook zij steeds ervaren dat ‘het uitnemendste van dit leven niets anders is dan moeite en verdriet’ en dat we als het ware naar de eeuwigheid vliegen met grote snelheid!

Het gezelschap dat ze veelal zoeken wordt hier in de Psalm aangeduid met ‘het wandelen in den raad’ van de goddeloze mensen. Ze wandelen niet op de smalle weg naar het Sion Gods maar op de wijde, brede en drukke weg naar de rampzaligheid. Hier in Psalm 1 wordt deze weg aangeduid als ‘de weg van de zondaren.’ Ja het wordt zelfs genoemd dat de goddeloze ook vaak te vinden is in ‘het gestoelte van de spotters.’ Het zijn de plaatsen van de ijdelheid en vermaak in de wereld waar met God en Zijn heilige wet geen rekening gehouden wordt. Daar overheerst de lege schreeuw: ‘Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust. Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven.’ Wat is het keer op keer een zeer schrale troost die doet eindigen, zo de Heere het niet verhoedt, in de totale ondergang.

Hun troosteloze bestaan en hun snelle verderf wordt hier vergeleken met kaf wat door een enkel zuchtje wind weggeblazen wordt. De weg van de goddeloze houdt eens op wanneer de toorn Gods tegen de zonde zal ontbranden. Het zal in het grote gericht klinken: Gaat weg van Mij, gij die de ongerechtigheid werkt (Matth. 7:23). Is dit soms de tekening van uw leven op aarde? De schrik des Heeren mocht u dan nu bewegen tot het geloof! Het is nu ‘de welaangename tijd, de dag der zaligheid!’

Maar welzalig zijn de ware rechtvaardigen! De HEERE kent hun weg. Mag dat voor u gelden? Ze zijn gekocht met de allerduurste prijs, Jezus’ bloed. Hij is het Lam Gods Dat de zonden der wereld wegneemt. Hij nodigt nu zulke hongerende en dorstende zielen ten eeuwige leven. Hij is ‘het Lam, Dat in het midden des troons is, en hen zal weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der wateren; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.’

Hij is het Die ook vandaag Zijn volgelingen lieflijk nodigt: En de Geest en de bruid zeggen: Kom. En die het hoort, zegge: Kom. En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet (Openb. 22:17).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Welgelukzalig!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's