Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op weg naar Kanaän

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op weg naar Kanaän

21. Balaks verzoek aan Bíleam

5 minuten leestijd

Op hun verdere tocht naar het land Kanaän kwamen de Israëlieten in een plaats Beër en tot hun grote blijdschap zagen zij daar een bornput met heerlijk water. De waterput was door de staven van Mozes en Aäron aangewezen. Over die weldaad van de Heere aan Zijn volk bewezen, hieven zij tot Zijn eer een lofzang aan (Num. 21:17).

Hierna naderde het volk het gebied van de Amorieten en de Moabieten. ‘Mogen wij door uw land trekken om Kanaän te bereiken? Wij zullen heel ordelijk door uw land trekken, zodat u het minste nadeel van ons niet ondervindt,’ vroeg Israël hen beleefd door middel van enige gezanten. Maar Sihon, de koning van de Amorieten, dacht er niet over om de Israëlieten door hun land te laten trekken. In de Bijbel lezen we: Maar Sihon vergaderde al zijn volk en hij ging uit, Israël tegemoet (…) en streed tegen Israël (Num. 21:23). Maar die strijd werd zijn ondergang, evenals dat kort daarna ook het geval was met Og, de laatste reus en koning van Basan, een gebied dat bekend stond om zijn weiden en vee. Ook deze koning stelde zich vijandig tegen Israël op.

Tot bemoediging had de Heere tot Mozes gesproken dat hij de vijandige koningen en hun onderdanen niet hoefde te vrezen, omdat Hij hen in de hand van Israël zou geven. Het gevolg van het verzet van Sihon en Og betekende dan ook hun volkomen ondergang. Die ondergang en verbanning van de vijandige volkeren werd ingezet door Mozes en later onder zijn opvolger Jozua voltooid. In ‘Leren en Leven’ van drs. P. Cammeraat wordt daarover het volgende opgemerkt: ‘Hoewel de HEERE het hart van de vijandige koningen verhardt, laat Hij toch Israël gezanten zenden en om doortocht vragen om zodoende de hardnekkige boosheid van de Amorieten bloot te leggen. Dat is de normale handelwijze van God. Als de Heere verworpen mensen aanspoort tot geloof en bekering, legt Hij hun onwil bloot, opdat ze niet te verontschuldigen zijn. Als God het hart van Sihon verhardt, sluit dat zijn eigen verantwoordelijkheid niet uit. Deze verharding is een rechtvaardige straf voor zijn vroegere zonden. God straft vaak door over te geven aan de bedreven zonde, zodat deze nog verergert. De opstandige volken moeten op bevel van God worden uitgeroeid. De maat van hun zonde was na 400 jaar vol’ (blz. 313, dl.1).

Hierna volgt de bekende geschiedenis van Balak en Bíleam. De Israëlieten waren in de buurt van Moab aangekomen en hun koning Balak zag met angst en beven hun komst tegemoet. Toch had de Heere Mozes geboden om niet met de Moabieten te vechten, want Hij zei tegen hem: Beangstig Moab niet en meng u niet met hen in de strijd; want Ik zal u geen erfenis van hun land geven, dewijl Ik aan Lots kinderen Ar (de hoofdstad van de Moabieten) ter erfenis gegeven heb (Deut. 2:9). Maar koning Balak wist heel goed wat er met de koningen Sihon en Og en hun onderdanen gebeurd was. Vandaar dat we lezen: Zo vreesde Moab zeer voor het aangezicht dezes volks, want het was veel; en Moab was beangstigd voor het aangezicht van de kinderen Israëls (Num. 22:3). In zijn angst nam Balak contact op met zijn bondgenoot, het buurvolk van de Midianieten, en samen kwamen zij overeen om boden te zenden naar Bíleam, een valse profeet. Hij wordt genoemd de zoon van Beor en woonde te Pethor aan de rivier de Eufraat. Dat was nog niet direct naast de deur. De afstand daarheen bedroeg zo’n 600 km. en met snelle kamelen kon die afstand in ruim een week overbrugd worden. In hun angst om overmeesterd te worden door de Israëlieten zonden de beide heidense volkeren enige voornaamste boden naar Bíleam met de boodschap: ‘Kom toch en vervloek het volk van Israël, want het is een machtiger volk dan wij zijn. Wij weten dat wie u zegent, gezegend zal zijn en dat wie u vervloekt, vervloekt zal zijn.’

Heidense volkeren geloofden dat zulke valse profeten met behulp van hun god de macht hadden om te zegenen of te vervloeken. We noemen dat ‘magie’ en zulke magiërs of tovenaars waren mensen die op bedrieglijke wijze met behulp van occulte krachten door bezwering, gebaren, spreuken en duistere formules iets buitengewoons tot stand probeerden te brengen. De Heere had dergelijke tovenaars in Israël verboden, want we lezen in Ex. 22:18: De toveres (en ook de tovenaar, kanttek. 32) zult gij niet laten leven. We kunnen daar uitgebreid over lezen in Deut. 18 waar van al die bedrieglijke en duivelse praktijken geschreven staat: Want al wie zulks doet, is de HEERE een gruwel (Deut. 18:12).

Toen de boden uitgezonden werden, gingen ze niet met lege handen naar Bíleam, want we lezen: En zij hadden het loon der waarzeggingen in hun hand (vers 7). De apostel Petrus spreekt over de weg van Bíleam, de zoon van Beor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft (2 Petr. 2:15). ‘Het loon der ongerechtigheid’ wil zeggen ‘het loon dat Balak hem beloofd had om een onrechtvaardige zaak te doen door het volk van God te vervloeken’ (kanttek. 66). En dat alles ‘uit hebzucht om loon te ontvangen tegen Gods wil en zijn eigen geweten in’ (kanttek. 67).

Toen de boden bij Bíleam aankwamen en zij hem het geld overhandigden, vroegen zij hem uit naam van koning Balak om met hen naar hun land terug te gaan en het volk van Israël te vervloeken.

Hij verbaasde Faro’s hof;

Sloeg de volkeren alom;

Wierp de koningen in ’t stof;

Sihon, Og, en ’t vorstendom

Van de trotse Kananiet,

En de stoute Amoriet (Ps. 135:6)

(Volgende keer D.V. 22. Bíleam op weg naar Balak)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Op weg naar Kanaän

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's