Op weg naar Kanaän
23. Bíleams zegen en listige raad
De HEERE verscheen op een hoogte aan Bíleam en legde Zijn woord in Bíleams mond en zei: Keer weder tot Balak en spreek aldus (Num. 23:5). Zoals de HEERE de ezel liet spreken, zo gaf Hij ook Bíleam de woorden in de mond die hij spreken moest. Teruggekeerd naar koning Balak en staande bij het brandofferaltaar en omringd door Balaks gezanten, sprak hij: ’Balak heeft mij laten halen om het volk van Israël te vloeken, maar wat zal ik vloeken die God niet vloekt, en schelden die de HEERE niet scheldt? Israël is een volk dat alleen zal wonen en onder de heidenen niet gerekend zal worden. Ik wens te sterven als de oprechten onder dat volk. Israël is een ontelbaar groot volk!’
Balak hoorde de lovende woorden van Bíleam aan en sprak verontwaardigd: ‘Wat hebt u nu gedaan? Ik heb u laten roepen om dat volk te vloeken en u hebt het doorgaans gezegend!’ Hierop antwoordde Balak: ‘Het zijn de woorden die de HEERE in mijn mond gelegd heeft.’
Toen nam Balak de valse profeet mee naar een andere plaats waar een klein gedeelte van het volk van Israël te zien was. De koning meende dat Bíleam door vrees overweldigd was geworden, toen hij het hele leger van Israël voor zich zag. Daarom nam de koning hem mee naar een andere plaats waar slechts een klein gedeelte van het leger te zien was (zie kanttek. 14). Hoe hoopte koning Balak dat Bíleam vanaf deze plaats het volk zou vloeken en verlangend sprak hij: ‘Vanaf deze plaats kunt u het volk vloeken!’ Het was de hoogte van Pisga en opnieuw werden er altaren gebouwd en dieren geslacht. Daarna liet Bíleam de koning weer even alleen en sprak: ‘Blijf hier staan bij het brandofferaltaar en ik zal Hem (de HEERE) aldaar ontmoeten (vers 12)’. Opnieuw verscheen de HEERE aan Bíleam en Hij legde ook deze keer de te spreken woorden in zijn mond en gebood hem daarna naar Balak terug te keren.
Bij de koning aangekomen vroeg deze nieuwsgierig: ‘En? Wat heeft de HEERE gesproken?’ Bíleam antwoordde: ‘Sta eerbiedig op, Balak, en luister naar wat de HEERE tot mij gesproken heeft. Hij heeft opnieuw het volk gezegend, want Hij is geen veranderlijk mensenkind. Zou Hij het zeggen en niet doen of spreken en niet bestendig maken? (vers 19). Hij vergeeft de zonden van Zijn volk. De HEERE woont bij hen en tegen dat sterke volk - zo sterk als een oude leeuw en destijds opgevoerd uit Egypte - is geen toverij bestand.’ Het was opnieuw een grote tegenvaller voor koning Balak. Maar hij liet de moed niet zakken en sprak: ‘Vloek het volk niet, maar zegen het ook niet! Laten we het volk vanaf een andere plaats bekijken.’
Toen nam hij Bíleam mee naar de hoogte van Peor, een plaats waar de Moabieten een afgodische tempel hadden staan. Weer werden er zeven altaren opgericht en offerdieren geslacht. Deze keer zonderde Bíleam zich niet af tot zijn zondige toverijen. Terwijl hij het leger van de Israëlieten in de woestijn zag, zo was de Geest Gods op hem (Num. 24:2) en door die algemene verlichting van de Geest profeteerde hij twee grote zaken.
In de eerste plaats sprak hij dat het volk van Israël een groot, vruchtbaar en voorspoedig volk was en dat wie dat volk zegent, gezegend zal zijn en wie dat volk vloekt vervloekt zou zijn (vers 9). In de tweede plaats profeteerde hij van Israëls toekomstige Koning, de Heere Jezus. Van Hem sprak hij: ‘Er zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen (vers 17). Die Koning zal Zijn Koninkrijk onder Joden en heidenen oprichten. Maar tegen die tijd zullen er nog geweldige gebeurtenissen plaatsvinden. Och, wie zal leven, als God dit doen zal?’ (vers 23) verzuchtte hij tenslotte.
Toen hij zijn profetie beëindigd had, werd koning Balak heel boos en snauwde hem toe: ‘Maak dat je wegkomt! Ik had u laten roepen om te vloeken, maar u hebt dat volk driemaal gezegend. Ik had u flink willen belonen, maar de Heere heeft dat belet!’ Maar Bíleam gaf zijn heimelijk verzet tegen de Heere niet op. Hij kon God niet aftrekken van het volk Israël, maar hij kon wel proberen dat volk van zijn God af te trekken.
Daarom gaf hij Balak de raad om een groot feest ter ere van zijn afgod Baäl aan te richten en dan heel vriendschappelijk de Israëlieten uit te nodigen om aan dat feest deel te nemen. Het was een helse toeleg van Bíleam, ‘een duivelse raad’ (kanttek. 44 op Openb. 2:14). Die raad werd opgevolgd en tijdens dat feest bogen er Israëlieten voor de afgoden van de Midianieten en Moabieten en bedreven daarbij gruwelijke zonden die de Heere tot toorn verwekten. Bíleam zag het met vreugde aan en dacht alsnog zijn zin gekregen te hebben.
Maar toen greep de Heere in. Op Zijn bevel werden er 1000 schuldige Israëlieten opgehangen, terwijl Hij ook een plaag onder het volk zond. Hierna werd de plaag van over de kinderen Israëls opgehouden. Degenen nu die aan de plaag stierven (inbegrepen de 1000 opgehangenen), waren vier en twintig duizend (Num. 25:8b en 9; 1 Kor. 10:8). Wat werd het volk om hun zonde zwaar gestraft! Niet lang hierna werd op bevel van de HEERE wraak genomen op de Midianieten en werd het volk nagenoeg uitgeroeid. Maar - heel wonderlijk - onder de Israëlieten sneuvelde tijdens die wraakoefening niet één man! Onder de vijanden die gedood werden, bevond zich ook de goddeloze Bíleam. Hoe vreselijk liep het met de valse profeet af. Hij wenste als een oprechte Israël te sterven, maar stierf als een misleider van het volk des Heeren in zijn zonden.
God zal u voor Zijn wraak doen bukken,
En, door Zijn sterke hand,
U uit uw tent en schuilplaats rukken;
Ontwort’len uit uw stand,
De vromen zullen, vrij van nood,
Dan lachen om uw dood (Ps. 52:4).
(Volgende keer D.V. 24. De dood van Mozes-slot)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's