Iedere dag …
Herinneringen
Op de voorkant van deze ‘Wachter’ staat de datum van verschijning: 4 januari 2024. Dat geeft aan dat de jaarwisseling nog maar net achter ons ligt. Er is afscheid genomen van 2023, maar onze hoofden zitten nog vol met herinneringen. Aan veel van die herinneringen is een datum verbonden: de datum van een jubileum, van een afscheid, van een sterfgeval, van een begrafenis, van een schokkende gebeurtenis op wereldniveau. Het laat zien dat we ‘mensen van de dag’ zijn, zoals dat vaak wordt gezegd. Daar worden we door de overgang van oud- naar nieuwjaar weer bij bepaald.
Een druppel
Het is niet verkeerd om ons te bezinnen op de betekenis van de ‘dag’. In vergelijking met een jaar lijkt een dag maar als op een druppel van een emmer (n.a.v. Jes. 40:15), en in vergelijking met een eeuw als niet meer dan een zandkorrel in een zandberg. Maar al lijkt het (bijna) niets, het is een vaak terugkerend woord in het dagelijkse(!) leven. Voor veel mensen heeft iedere dag zijn eigen ‘kleur’ vanwege de verschillende invulling, op zondag, op maandag enzovoort. Hoewel iedere dag volgens de klok even lang duurt, kan daar gevoelsmatig veel verschil in zitten. Het kan zijn dat we er ‘een lange dag’ op hebben zitten, maar ook dat de dag ‘voorbijgevlogen’ is.
Treffend
Ook in de Bijbel is de dag een belangrijk begrip. De behandeling van de vierde bede van het gebed des Heeren geeft daarin veel te overdenken: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Het is treffend dat het gebed om dagelijks brood bijna aan het einde van het jaar behandeld wordt in de Heidelbergse Catechismus. Na zoveel dagen bewaard en onderhouden te zijn, blijft het gebed nodig: ‘Geef ons heden …’. De afhankelijkheid van Gods zegen wordt door de tijd heen niet minder, maar juist meer!
Het is ook treffend dat dit gebed gedaan wordt aan het begin van het kerkelijk jaar. In de adventsweken naderen we bij wijze van spreken dichter en dichter bij Bethlehem (= Broodhuis). In de lege kribbe werd het Brood des levens gelegd, Dat de vloek over de aarde, het leven en het dagelijks eten en drinken voor de Zijnen heeft weggedragen om een zegen te kunnen schenken. Met deze bede in onze oren mogen we het nieuwe jaar ingaan. De Heere heeft in 2023 dagelijks gegeven wat nodig was, zou Hij het dan ook niet kunnen doen in 2024?
Dag der zaligheid
Het leven van de mens wordt vaak gemeten in jaren, zeker als iemand een hoge leeftijd mag bereiken. Maar daar denkt de Heere, met eerbied gesproken, toch anders over. Juist in de tijd dat de mensen een zeer hoge leeftijd bereikten, in de tijd voor de zondvloed, is elke keer te lezen: Zo waren al de dagen van …, en dan pas wordt de leeftijd in jaren vermeld, zoals bij Methúsalah: Zo waren al de dagen van Methúsalah negenhonderd negen en zestig jaar; en hij stierf (Gen. 5:27). Al was hij bijna tien eeuwen oud, er wordt gesproken over ‘dagen’. Zelfs de eeuwigheid wordt bezien vanuit het oogpunt van dagen. De eeuwige God benoemt Zichzelf als de ‘Oude van dagen’! (Dan. 7:9). God rekent zo anders dan wij. Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat één dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag (2 Petr. 3:8). De Heere rekent vanuit eeuwigheidsperspectief! Als wij ook zo leren rekenen, dan zullen we zo heel anders tegen de komende dagen in 2024 aankijken. Dan leren we dat de dag van de bekering de belangrijkste dag is van het leven. Zie, nu is het de welaangename tijd, zie, nu is het de dag der zaligheid (2 Kor. 6:2b). Vaak wordt dit aangehaald met de gedachte dat als we onder Gods Woord leven, we daarmee in de mogelijkheid van zalig worden leven. Wie de kanttekeningen goed leest, zal echter een nog diepere betekenis vinden. De dag der zaligheid is de dag van Gods welbehagen, als Hij roept door de prediking en daaraan het krachtige werk van Gods Geest verbindt. Het gaat dan niet (alleen) om de uitwendige roeping, maar om de inwendige roeping. Daarom gaan de volgende woorden eraan vooraf: In den aangenamen tijd heb Ik U verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik U geholpen (vs. 2a).
Dagelijkse groei
Iedere dag. Dagelijks. Dat geldt niet alleen voor het dagelijks leven. We lezen van de groei van de eerste christelijke gemeente: En de Heere deed dagelijks tot de gemeente, die zalig werden (Hand. 2:47). Tot een van de werkzaamheden in het kerkelijk leven behoort het periodiek (eens in de twee of drie jaar) bezoeken van de gemeenten: de kerkvisitatie. Enkele ambtsdragers uit de classis bezoeken dan de kerkenraad om onderzoek te doen naar het wel en wee van de gemeente. Vragen worden gesteld: hoe is het gesteld met het geestelijk leven? Is er sprake van groei? Welke preken worden gelezen? Hoe staat de gemeente er financieel voor? In de verslagen die tijdens de classicale vergaderingen worden voorgelezen, klinkt dan vaak door: we kunnen niet ontkennen dat de Heere werkt, maar we zien geen doorbrekend werk. Met dat laatste wordt dan bedoeld: we horen maar zelden dat Christus Zich heeft bekendgemaakt aan een arme, verloren zondaar als de Zaligmaker. Aangrijpend! Kan er niet eens gezegd worden: de Heere deed maandelijks tot de gemeente, die zalig werden? Is er nog wel gebed of de Heere er wekelijks, ja dagelijks zou toedoen aan de gemeente, die zalig werden?
Zat van dagen
Welke dagen liggen voor ons? De een denkt daaraan met vrees voor wat komt. Wat zal de ziekte waarmee men aangetast is, brengen? Hoe moeten de dagen van weduw- en weduwnaarschap doorworsteld worden? Voor een ander kunnen de dagen niet snel genoeg gaan, omdat er uitgekeken wordt naar een heuglijke dag zoals een huwelijksdag of een jubi - leum. Dat is te begrijpen en het is goed, vooral als daarin Gods schenkende en bewarende hand opgemerkt mag worden. Hoe we ook aankijken tegen de toekomst, het zal alleen maar kunnen als we de geheiligde wetenschap kennen die David mocht bezitten: Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid om Zijns Naams wil. Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij (Ps. 23:3b, 4). Zijn levenseinde wordt treffend beschreven: En hij stierf in goeden ouder dom, zat van dagen, rijkdom en eer (1 Kron. 29:28). Zat van dagen: moe van de arbeid van dit leven en verlangende naar de rust van het toekomende! (zie kanttek. 15 bij Gen. 25:8).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's