De rechtvaardige Lot
4. De Heere komt Lot tegen
Lot had de prachtige vlakte van de Jordaan gekozen om er te wonen en te werken. Er staat in de Bijbel: En Lot hief zijn ogen op, en hij zag de ganse vlakte der Jordaan (Gen. 13:10). Het was een lust voor de ogen om de landerijen in de vlakte van de Jordaan te aanschouwen en via de ogen werd Lot begerig naar die prachtige gebieden.
We lezen van Eva dat zij zag dat de boom der kennis des goeds en des kwaads goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom die begeerlijk was om verstandig te maken (Gen. 3:6). We weten wat het vreselijke gevolg van dat begerige kijken naar de verboden boom geweest is. Ook Lot zou de vreselijke gevolgen van zijn begerige en verkeerde keus ondervinden.
Al was de landstreek nog zo mooi, de zonde vierde er hoogtij. We lezen in Gen. 13:13: En de mannen van Sódom waren boos, en grote zondaars tegen de HEERE. De mannen waren ‘grote zondaars.’ Het is al erg dat we zondaars zijn, maar het is verschrikkelijk om ‘grote zondaars’ te zijn. Dat wil zeggen dat vooral de mannen van Sódom hun zonden vrijuit spraken en brutaal uitleefden. De Heere zegt in Ezech. 16:49 en 50: Zie, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sódom: hoogmoed, zatheid van brood (overmatig eten en drinken) en stille gerustheid (niet denken aan dood en eeuwigheid) en deden gruwelijkheid voor Mijn aangezicht (zonder zich te schamen voor de mensen en zonder te vrezen voor de Heere). Het leefde in hun hart: Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij (1 Kor. 15:32).
In deze uitgesproken goddeloze streek ging Lot wonen! Terwijl hij wist dat de inwoners grote zondaars tegen de HEERE waren. Kanttekening 20 zegt hiervan: ‘Niettegenstaande de grote boosheid der Sodomieten en andere omliggende plaatsen, verkoos Lot deze landstreek vanwege haar schoon-heid.’ Hoe bleek hieruit dat Lot, een godvrezende man, op het verkeerde pad was. Het was beter geweest dat hij met David gebeden had: Doe mij treden op het pad Uwer geboden. Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid (hebzucht) (Ps. 119:35 en 36).
Dat Lot ervan afwist dat de inwoners van Sódom en omgeving goddeloze mensen waren, bleek wel uit het feit dat hij zijn tenten opsloeg tot aan Sódom toe (Gen. 13:12). Nee, hij ging niet in Sódom wonen, maar vlakbij de stad. Maar zo zou het niet blijven. Straks zullen we vernemen dat hij zelfs in de poort van Sódom terechtkwam. Dat kunnen we lezen in Gen. 19:1: En Lot zat in de poort te Sódom. De poort was de belang rijke ontmoetingsplaats van mensen waar het een en ander verhandeld werd en waar soms plechtigheden plaatsvonden. Daar kwam Lot uiteindelijk terecht!
Hoe blijkt hieruit dat de zonde een hellend vlak is: eerst woonde Lot buiten Sodom en niet lang hierna woonde hij er midden in. Het ging met hem van kwaad tot erger! Uiterlijk gezien had hij het veel beter dan zijn oom Abram. Maar Abram was oneindig beter af, want we lezen van hem in Gen.13:14: En de HEERE zeide tot Abram nadat Lot van hem gescheiden was: Hef nu uw ogen op, en zie van de plaats waar gij zijt, noordwaarts en zuidwaarts en oostwaarts en westwaarts. Want al dit land, dat gij ziet, dat zal Ik u geven, en uw zaad in eeuwigheid.
Het was alsof de Heere Zijn kind Abram na het vertrek van Lot wilde troosten. Ja, de Heere sprak dat zijn nakomelingen zouden zijn als het stof der aarde en moedigde hem aan met de belofte: Maak u op, wandel door dit land in zijn lengte en in zijn breedte, want Ik zal het u geven (vers 17). Wat zullen die woorden bemoedigend voor hem geweest zijn. Verder lezen we dat hij al reizend door het land zijn tenten uiteindelijk opsloeg bij de eikenbossen van Kirjath-Arba, het latere Hebron.
Rond deze tijd had een groot veroveraar, Kedor-Laómer, zijn ogen geslagen op de rijke, welvarende streek van de steden Sódom en Gomórra. Hij kwam met drie koningen uit Mesopotamië naar die plaatsen en streed tegen de vijf koningen uit het gebied waar Lot woonde. Een strijd van vier koningen tegen vijf. Kedor-Laómer overwon hen en hij stelde de inwoners voor de keus: óf hem elk jaar belasting in de vorm van vee en vruchten schenken, of - als zij dat niet wilden – zouden mens en dier worden weggevoerd en hun steden verbrand worden. Vanzelfsprekend werd het eerste voorstel aangenomen en zo ging jaarlijks een hele karavaan kamelen met wol, wijn, vruchten en koren richting Kedor-Laómer.
Het ging twaalf jaar lang goed, maar in het dertiende jaar kreeg de dwingeland niets meer. Dat nam de machtige heerser niet en met zijn bondgenoten trok hij in het veertiende jaar rovend en plunderend naar de vlakte van de Jordaan. De koningen van Sódom en Gomórra met hun bondgenoten uit de omliggende steden trokken tegen hem ten strijde, maar zij werden verslagen en velen lieten het leven in de diepe asfaltputten, terwijl anderen in de bergen probeerden te ontsnappen. Zij die geen kans zagen uit handen van Kedor-Laómer te blijven, werden met het beste vee en de kostbaarste schatten als slaven weggevoerd naar het verre, vreemde land.
Bij de weggevoerden behoorde ook Lot, die zich inmiddels in Sódom gevestigd had. Hij werd met vrouw en kinderen en al zijn bezittingen weggevoerd. Hij, die eens begerig naar deze omgeving had omgezien, verloor in één ogenblik al zijn bezittingen en een droevig lot stond hem en de zijnen te wachten. Op een ontzettende manier was de Heere Zijn afdwalend kind tegengekomen!
Mijn oog is roodgekreten,
Van tranen uitgebeten,
Verouderd en doorknaagd;
Daar ik, in mijn ellenden,
Door al mijns vijands benden
Verdrukt word en gejaagd (Ps. 8:7).
(Volgende keer D.V. 5. Abram bevrijdt zijn neef Lot)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's