Onwaardige knecht!

Geliefde lezer,

Daar staat Johannes aan de oever van de Jordaan. Een vurig kind en een knecht van God gezonden. Hij is degene die de weg van de Koning der koningen bereiden zou zoals eens de profeet Maleáchi profeteerde: Zie, Ik zend Mijn engel, die voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal (Mal. 3:1a). Maar ook zijn vader mocht kort na de geboorte van hem vervuld met de Heilige Geest getuigen: En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren vooruitgaan, om Zijn wegen te bereiden (Luk. 1:76).

Zojuist had hij vol vuur en geleid door de Heilige Geest gepredikt het evangelie van vrije genade aan arme doemschuldige zondaren. Hoe eerlijk en separerend is de inhoud van zijn preek. Hij ontziet werkelijk niemand. En ook zeker niet de geestelijke leiders van het volk die argwanend om hem heen staan. Openlijk veroordeelt hij scherp hun eigengerechtige godsdienst. En dit temeer omdat deze invloedrijke groep van farizeeën en sadduceeën het volk bedriegen voor de eeuwigheid. Getrouw vermaant hij hen dat ze ‘adderengebroedsels’ zijn en roept hen toe: Brengt dan vruchten voort der bekering waardig. En meent niet bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader. Want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen (Matth. 3:8-10).

Wat is dan zijn prediking actueel. Zijn er die dit lezen die evenals de toehoorders van Johannes de Doper genoeg hebben aan hun net en ingetogen ‘godsdienstig leven’? Johannes wijst zo op de noodzaak van de vruchten van de waarachtige bekering: de zonden haten en verlaten en in een nieuw godzalig leven wandelen. Nodig is het om gedoopt te worden met de Heilige Geest in de weg van de wedergeboorte.

Geliefde lezer, kunt u ons vertellen over een tijd in uw leven dat dit grote werk in uw ziel is begonnen? Voordat het eeuwigheid wordt zal dit toch openbaar moeten komen. Paulus zegt van dit kostbare werk, gezien in anderen: Nu verblijd ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot bekering; want gij zijt bedroefd geweest naar God, zodat gij in geen ding schade van ons geleden hebt. Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid; maar de droefheid der wereld werkt den dood (2 Kor. 7:9-10).

Zulk een bekering is niet voor een tijd maar een doorgaand werk in de ziel. Het is alles een nieuw werk in het hart. Door de verlichting van de Heilige Geest wordt de persoon eerlijk en oprecht voor de Heere. Nu zien ze wie ze zijn en altijd geweest zijn. En dan gaat Johannes als een ware heraut Zijn God en Koning aanprijzen als de Messias Gods. Er zal tegelijk een vurig uitzien geweest zijn naar Hem Die alles en in allen vervult.

Vele verklaarders wijzen erop dat Johannes hier voor de eerste keer Christus ontmoet na Zijn verborgen verblijf in Nazareth in Galiléa. Toch vernemen we dat hij gelijk wist wie Hij was, het Lam Gods! Ongetwijfeld werd hij door de verlichting van God de Heilige Geest in zijn hart overtuigd: ‘Deze is het! Met diep ontzag en verfoeiing van zichzelf in stof en as roept hij dan ook vol verwondering uit: Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen..!

En juist op dat moment komt de Messias Gods Zelf in Zijn diepe vernedering naar voren om van hem gedoopt te worden. Zie Hem staan voor Johannes, Zijn knecht! De Kerk belijdt: Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk! (Hoogl. 5:16). Ongetwijfeld werd Hij in die ogenblikken aan de ziel van Johannes ten volle geopenbaard als het Lam Gods Dat de zonden der wereld wegneemt. Wat zal er door hem heengegaan zijn toen Jezus werkelijk tot hem kwam. Elke openbaring van Zijn oneindige zondaarsliefde brengt de ziel die tot Hem zucht in de diepe verootmoediging voor Zijn Aangezicht. Hier komt Hij naar voren voor al Zijn volk als de gewillige Knecht des Vaders om alle gerechtigheid voor hen te vervullen.

Aan de oever van de Jordaan begint Zijn grote werk als de Borg en Middelaar van al de Zijnen. Hier vindt plaats wat Jesaja lang geleden profeteerde: Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open (Jes. 53:7). In een keer komt Johannes in de diepte van zijn bestaan terecht. Met Job moet hij belijden: Met het gehoor des oors heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog. Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw, in stof en as (Job 42:5). Daarom kan hij alleen maar in verwondering en in zijn onwaarde uitroepen: en komt Gij tot mij? Maar dan volgt ook onmiddellijk het gezegende onderwijs van de grote Leraar ter gerechtigheid. Hij leert en onderwijst als macht hebbende en niet als de schriftgeleerden.

Vol majesteit en liefde buigt Hij Zich naar Zijn knecht Johannes met het bevel: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af (Matth. 3:15).

Hoe nietig ook en onbekwaam in eigen waarneming om de Heilige Doop te bedienen, maar als Hij spreekt in Zijn overbuigende liefde moet Zijn knecht ‘onvoorwaardelijk volgen’, dwars door het onmogelijke heen. Want Hij heeft aan het recht Gods volkomen voldaan. Het heeft Hem behaagd om zulke nietige zondewormen met gebrek aan alles te bemoedigen in de weg van hun plicht. Om zo te dienen in diepe afhankelijkheid van Hem in hun bediening van Zijn Woord en Sacramenten. Wat een troost voor de ware Sionieten in de nood van hun ziel.

Wat een bemoediging en troost voor Zijn arme knechten die zo vaak met Jesaja moeten bekennen: Wee mij, want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden van een volk dat onrein van lippen is (Jes. 6:5-8). Maar als Hij spreekt Laat nu af; mag het zijn: Zie, hier ben ik, zend mij heen.

Dat geve de Heere uit louter genade.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen