Verslag herdenkingsdienst 75-jarig bestaan gemeente van Elst (U)

Op donderdag 1 februari mocht de gemeente van Elst (U) hierbij stilstaan. De consulent ds. A. van Voorden ging voor in een dienst waar hij sprak over Psalm 72 vers 17: Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in Hem gezegend worden; alle heidenen zullen Hem welgelukzalig roemen.

Vooraf werd de Heilige Doop bediend in het midden van de gemeente. De dominee merkte tijdens de dooptoespraak op dat in de weg van Gods voorzienigheid juist in deze herdenkingsdienst gedoopt mocht worden. Dit toont een bewijs van Gods trouw.

Het thema van de preek was: De duurzaamheid van het koninkrijk van de meerdere Sálomo.

Het bewijs daarvan:

1. In het verleden: Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is.

2. In het heden: Zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden.

3. In de toekomst: En zij zullen in Hem gezegend worden; alle heidenen zullen Hem welgelukzalig roemen.

Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid. Psalm 72 is een gebed voor Sálomo. David heeft in een geloofs ­ gezicht bij God vandaan, veel verder en veel dieper mogen zien. David mocht het Koninkrijk zien van de Koning der koningen en de Heere der heren.

In deze Psalm zien we ook wat Vorst Messías heeft moeten doen om Zijn Koninkrijk te kunnen bevestigen. Het zal een Koninkrijk zijn wat gericht is op recht en gerechtigheid. De grondslag van het Koninkrijk ligt in de eeuwige verkiezing. Het eeuwige welbehagen wat in de tijd volvoerd wordt. Het ligt verklaard in de sluiting van het eeuwige verbond der genade. Toen is de Kerk aan Christus gegeven op grond van Christus’ borgtocht.

Ds. Van Voorden memoreert over de ontstaansgeschiedenis van de gemeente van Elst. De gemeente is ontstaan uit de Oud Gereformeerde Gemeente aan de Houweg. In 1932 begon men een afdeling vanuit de Gereformeerde Gemeente in Veenendaal. Vanaf 1933 waren er twee diakenen: diaken Wisgherhof en diaken Van Soelen. Eerst las men preken in huiselijke kring. Later kwamen er ook ouderlingen uit Veenendaal preeklezen. Bijvoorbeeld ouderling Zwankhuizen en ouderling Van Deelen. In 1949 is de gemeente van Elst geïnstitueerd. Dit duurde zolang, omdat er geen ouderlingen waren.

Maar in 1949 mocht L. Blom, en in 1950 G.J. van den Brink, tot ouderling bevestigd worden. Twee ouderlingen, terwijl er in veel grotere gemeenten maar één ouderling was. Beiden hebben de gemeente vele jaren mogen dienen. Blom was een geoefende man, Van den Brink een meer bekommerde man. In de gemeente is de familie Wisgerhof een constante factor geweest. Eerst de oude Wisgerhof als diaken, later de jonge Wisgerhof als diaken en vanaf 1987 ouderling. De predikant haalde aan dat hij bij de doop Psalm 89 vers 15 had laten zingen in plaats van Ps. 105 vers 5. ‘Zijn zaad zal eeuwig zijn, zijn troon zal heerlijk pralen, zo duurzaam als de zon, zo glansrijk als haar stralen.’ Zolang als er de zon is, zullen zij U vrezen, van geslacht tot geslacht. Er is hoop voor de Kerk. Bent u een levend lidmaat van deze Kerk?

Bij het tweede punt noemt de predikant dat de gemeente 75 jaar bestaat, maar dat de gemeente heeft bestaan uit zondige mensenkinderen. De predikant haalt G. Voetius aan. Voetius zegt dat de openbaring van het lichaam van Christus toch een heilige samenkomst is. Het is de plaats waar de Heere wil werken en Zijn Koninkrijk wil uitbreiden. De dominee noemt hoe hij vele malen met opening het Heilig Avondmaal heeft bediend in Elst. Hij benadrukt dat de Heere wil werken in de lijn der geslachten, van kind tot kind, zoals de tekst zegt. Vraag om een ouderwetse bekering, benadrukt hij.

Het derde punt was: In de toekomst. De predikant benadrukt dat het werk van deze Koning niet stilstaat. Als we zeggen dat er geen mensen meer bekeerd worden, is dat tegen de Schrift en de belijdenis. Jezus Christus is een eeuwige Koning Die nooit zonder onderdanen zal zijn. Zijn Naam zal van kind tot kind voortgeplant worden. Dat is hartenwerk. Zaligmakend en dierbaar voor arme zondaren.

De dominee haalt nog wat persoonlijke herinneringen aan. Verder haalde hij verschillenden van Gods volk uit het recente verleden of het verdere verleden van Elst aan.

Wat is het een lief werk om de dienst van die Koning aan te prijzen. ‘‘Als er zijn die geluisterd hebben en zeggen: Er is toch iets in mijn hart gaan branden, een betrekking op die Koning. Als u die Koning gaat aanprijzen, dan gaat mijn hart daar naar uit. Maar ik mis die nadere openbaring.’ Zou het dan zo zijn dat de Heere u iets in beginsel heeft laten zien en dan Zijn werk half doet? Dat kan ik niet geloven. Hij zet het voort. Vraag dan maar veel of de Heere u bij de grond wil houden.’ Mocht de Heere u maar willen voor- en toebereiden voor die grote eeuwigheid.

Kerkenraad van Elst (U)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen