De tabernakeldienst (319)

We hebben onderzocht dat het manna ‘engelenbrood’ was, dat de Heere aan Zijn volk Israël gaf in de woestijn. We lezen namelijk: Een iegelijk at het brood der machtigen, ofwel ‘het brood der engelen’ (Ps. 78:25; Kanttek. 18). De heilige engelen zijn machtig en sterk. David noemt hen: Gij krachtige helden, die Zijn woord doet (Ps. 103:20). Ezechiël zag hen als sterke leeuwen, sterker dan de duivelen die zij overwinnen (Ezech.1:10; Kanttek. 43, vgl. Dan. 10:13). Paulus schrijft over hen: De engelen Zijner kracht. Hiermee geeft hij aan dat Christus de engelen gebruikt om Zijn oordelen krachtig uit te voeren over hen die God en Hem niet kennen en gehoorzamen (2 Thess. 1:8,9). Het is ons duidelijk dat de Heere ook gebruik maakte van de dienst der engelen om het manna te bereiden en te laten regenen vanuit de hemel, om het miljoenenvolk in de woestijn te verzadigen met voortreffelijk voedsel.

De les van het hemels manna

De les voor ons is de zekerheid dat er voor de Heere niets onmogelijk is om in ons tijdelijk onderhoud te kunnen voorzien. We kunnen ons verzekeren uit navolging of uit gewoonte of om gevrijwaard te zijn voor eventuele tegen heden, maar we roepen u met klem op om te onderzoeken en te bedenken Wie de Heere is. Hij is het Die het volk in de woestijn van voedsel en drinken voorzag. Hij is de HEERE der heirscharen, de machtige Heere Die de engelen als Zijn legermacht ordent, hen voorgaat in de strijd en overwint.

Hij was het Die door middel van de dienst van de engelen het verbondsvolk Israël in de woestijn voorzag van hemels voedsel, en Hij is nog Dezelfde en de Onveranderlijke. Hoe breed en hoe diep is Zijn macht en heerlijkheid. Wij daarentegen hebben zulke lage gedachten van deze hoge en verheven Heere, Die ons leven in Zijn hand heeft en ons in alle tijdelijke nood kan voorzien. Zodra we beginnen te redeneren, komen we hier tekort en hebben we daar te weinig, of we denken failliet te gaan of om te komen. Die echter op de hoge God vertrouwt, heeft nimmer op zand gebouwd.

U denkt: Ik mis dat geloofsvertrouwen. Maar moet u de Heere daarom aan Zijn plaats laten, en is Hij het niet waard om op Hem te vertrouwen? Hij was het Die het woestijnvolk dagelijks van voedsel voorzag, ondanks dat het overgrote deel het ware geloof miste. Helaas hadden zij genoeg aan de tijdelijke weldaden, en walgden uiteindelijk van het hemelse manna. Zij bleven ongelovig en erkenden de Heere niet als hun Weldoener. Vreselijk! Zij verachtten Christus Die door het Manna werd afgebeeld. Lees wat Paulus schrijft over de vreselijke vloek: Wij zien dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege hun ongeloof, met de verklaring: ‘Dat is, omdat zij niet betrouwden op Gods beloften, maar tegen Hem murmureerden zonder berouw’ (Hebr. 3:19; Kanttek. 42).

O, dat vreselijke ongeloof en wantrouwen. Als u overvloed hebt aan tijdelijke weldaden merkt u niet op Wie het aan u heeft gegeven. Nog minder denkt u aan Christus Die ook uw ziel kan vervullen met Zijn goederen. Hebt u te weinig naar uw zin, dan wordt u boos op de leiding van de Heere met u en jaloers op wat anderen hebben en u niet. Ook ik ben een zondaar en word van het vervloekte ongeloof zo moe, omdat ik niet altijd recht afhankelijk ben van de Heere! Het is mij tot groot verdriet dit neer te schrijven. Ik kan mij daarom niet verheffen boven uitleggers die het hemels wonderwerk in de woestijn in twijfel trekken.

Is het hemels manna werkelijk een Godswonder?

Er zijn uitleggers die een natuurlijke verklaring geven voor het manna in de woestijn. Volgens hen zou het manna afkomstig zijn van de tamariskplant die in de woestijn groeit. Door een insectensteek in de bast werden er kleine, zachte, ronde witte korrels gevormd, die naar beneden vielen en door de hitte van de zon smolten. Zo werd volgens hen het nomadenvolk voorzien van voedsel vanuit de aarde! Wees overtuigd dat dit onzin is!

Laten we Gods Woord overdenken hoe de Heere het manna omschreef daags vóórdat Hij het hémels koren liet regenen: En morgen, dan zult gij des HEEREN heerlijkheid zien (Exod. 16:7).

Hiermee gaf de Heere te kennen dat Hij Zijn heerlijkheid zou openbaren door de dienst van de engelen, en niet door insectenbeten in de bast van een tamarisk! Het manna was de vrucht van de heerlijkheid des HEEREN. Het manna kostte het volk niets, en elke hap leerde hen dat het een hemels geschenk was. Wel moesten zij buiten hun tent en buiten de legerplaats gaan om het manna al bukkend op te rapen. Het manna smaakte bijzonder voortreffelijk en bevatte een hoge waarde aan voedingsstoffen.

Ongeacht de weersomstandigheden viel het manna altijd op de juiste tijd buiten de legerplaats van het volk. De korrels van de tamariskplant bevatte echter geen meelstof, maar bestond uit een zacht slijmachtige zoetstof die weinig voedingsstoffen bevatte. De korrels van het hemels koren daarentegen waren hard, en werden in molens gemalen of in stampvaten fijngemaakt om koeken van te bakken. De zachte korrels van de woestijnheester gaven daags vóór de sabbat geen dubbele portie maar vielen ook op de sabbatdag. De Heere liet echter geen manna op de sabbatdag vallen, maar gaf op vrijdag dubbel zoveel! Aäron kreeg ook geen opdracht van de Heere om de korrels van de tamariskplant in een kruik te bewaren, maar wel het hemels manna dat niet aan het verderf onderhevig was.

Laat het voor ons duidelijk zijn dat het hemels manna niet afkomstig was van insecten, luizen of kevers zoals bij de tamariskplant, maar van de Heere door de dienst van de heilige engelen. Het ongeloof is een geestelijke zonde, het gelovig eten van de geestelijke spijze is een gift die Christus voor Zijn uitverkoren volk heeft verdiend en geschonken.

De engelen als zendboden van het koren

Vrienden, u ziet dat de Heere de heilige troongeesten bevel gaf om het koren te bereiden en te geven. Er waren er ook onder het volk van Israël die het hemels koren niet alleen als een bovennatuurlijk wonder zagen, maar hoger opkeken. Zij geloofden dat zij geestelijke spijze hadden gegeten (1 Kor. 10:3). Waarom wordt deze spijze zo genoemd? We lezen bij kanttekening 5: ‘Omdat het den Israëlieten diende niet alleen tot een lichamelijk voedsel, maar ook om te zijn tot een buitengewoon teken van Christus’ vlees, en derhalve een geestelijke beduiding op Christus had, gelijk Christus in den brede verklaart, Johannes 6 (…).’

U als ware gelovige bent door genade afhankelijk en ziet geen weg ter ontkoming dan alleen in Christus. U bent ootmoedig en erkent Christus als het Brood Dat uit de hemel kwam om voor u Zich te laten verbrijzelen, opdat u door Hem verzadigd wordt. U waardeert Christus zeer en stelt Hem op hoge prijs. U hebt Christus boven iedereen lief, boven alles, zelfs boven uzelf. U leest de tekst die de engelen ‘machtigen’ noemt (Ps. 78:25), maar in vergelijking met Christus zegt u: ‘Zwakke engelen en machtige Christus! Onkundige engelenwijsheid en alleen wijze Heere’.

U hongert niet naar engelenbrood, maar naar uw Jezus, uw hemels Brood. U verlangt naar het feestmaal van Zijn liefde, want dan bent u het dichtste bij de hemel. De vader in de gelijkenis van de verloren zoon zei tot zijn knechten: Laat ons eten en vrolijk zijn (…) en zij begonnen vrolijk te zijn (Luk. 15:23,24). Hier op aarde blijft het een beginnende vrolijkheid, maar in het hemelse Vaderhuis is het een eeuwige blijdschap! (Jes. 35:10). Wat zal dat zijn!

Geliefde lezer, het is geen verloren tijd om dag en nacht naar die Heere en Zaligmaker te verlangen, en het is een gewonnen eeuwigheid als u hier ‘engelenbrood’ eet zoals er geschreven staat: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen (Luk. 15:2).

O, als u straks in de hemel met de Drie-enige God bent, geniet u Zijn volkomen liefde, Zijn volkomen heerlijkheid, Zijn volkomen zaligheid en Zijn volkomen heiligheid. U zult dan denken dat predikanten op aarde Zijn lof maar hebben bedorven en verdonkerd hoe zuiver zij het ook gebracht hebben. Ook ik stem dit toe. We hebben daarom Zijn dierbaar bloed nodig voor elke preek en voor elke ambtelijke bezigheid.

Wat een eeuwig wonder zal het zijn om aan het hemelse feestmaal deel te mogen nemen. Wat zullen we er nog meer aan toevoegen? We hopen dat ons schrijven gezegend wordt, zodat u de enige troost leert kennen in leven en in sterven!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen