Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leren van Paulus op de Areopagus (4b)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leren van Paulus op de Areopagus (4b)

6 minuten leestijd

In het vorige artikel ging ik in op het thema geweld in de Bijbel. In het bijzonder werd ingegaan op de opdracht om de Kanaänitische volken uit te roeien. En [als] de HEERE uw God hen zal gegeven hebben voor uw aangezicht, dat gij hen slaat, zo zult gij hen ganselijk verbannen; gij zult geen verbond met hen maken, noch hun genadig zijn (Deut. 7:2). Hoe kun je deze opdracht van God theologisch duiden?

De opdracht om de volken van Kanaän uit te roeien klinkt in een unieke situatie. Slechts éénmaal, met het oog op één specifieke groep volken en voor een beperkte tijd wordt Israël hiertoe opgeroepen. Deze oproep is uitsluitend verbonden aan de vestiging van Israël in Kanaän. Van een algemene oproep tot of legitimatie van geweld is op geen enkele wijze sprake. Hierbij gaat het volgens het Oude Testament om de unieke en exclusieve relatie tussen de Heere en Israël. Deze opdracht laat zien dat God in Zijn heilige toorn met een vernietigend gericht kan komen over de zonde; maar Gods toorn is nooit los te zien van Zijn liefde en lankmoedigheid. Gods gericht is wel huiveringwekkend, maar niet grillig en willekeurig. Dat wordt tot uitdrukking gebracht in de voortdurende motivering van de uitroeiing vanuit de zonden van de Kanaänitische volken. Bovendien wordt Gods eigen volk Israël hetzelfde oordeel aangezegd, wanneer het de volken van Kanaän navolgt – een oordeel dat uiteindelijk ook wordt voltrokken.

Nieuwe Testament

De christelijke kerk leest het Oude Testament nooit los van het Nieuwe Testament. De Heere Jezus predikt geen geweld. In de Bergrede (Matth. 5-7) is sprake van het dulden van onrecht. Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar zo wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe (Matth. 5:39). Het gaat daar over het liefhebben van onze vijanden. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent hen die u vervloeken; doet wel dengenen die u haten; en bidt voor degenen die u geweld doen en die u vervolgen (Matth. 5:44). Deze oproep kunnen we ook vinden in bijvoorbeeld het eerste kruiswoord en in diverse brieven van Paulus.

God is in het Nieuwe Testament niet veranderd, maar Zijn weg met Israël en de volkeren is wel anders geworden na de komst van Jezus Christus op de aarde. De kruisdood van Christus was uiterst gewelddadig. We zien daarin het grote oordeel van God over het kwaad. En dat oordeel treft Gods eigen Zoon! Op deze wijze is er vrede mogelijk voor een ieder die -door Gods genade- in Hem gelooft. Dus niet alleen voor Israël, maar ook voor de andere volkeren.

Niet van deze wereld

De Heere Jezus oefende Zijn bijzondere macht uit zónder geweld. Petrus moest in de hof zijn zwaard opbergen (Joh. 18:11). De soldaten die Jezus gevangen willen nemen vallen achterover, waarmee Jezus heel even Zijn Koninklijke macht laat zien. Als Jezus voor Pilatus staat, zegt Hij: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zo zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier (Joh. 18:36).

De wraak en vergelding komen God toe; daarom wordt het volk van God opgeroepen tot vrede. Als er menselijk geweld moet plaatsvinden, is dat een taak van de overheid, die het zwaard niet tevergeefs draagt (Rom. 13); nooit is het de kerk die met wapengeweld iets moet realiseren. Gód zal eens recht doen, na al het onrecht dat nu gebeurt en waar daders mee lijken weg te komen. Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wrake toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere (Rom. 12:19). Gods oordeel vindt in het Nieuwe Testament meestal niet plaats in de geschiedenis, maar wordt veel meer uitgesteld tot het eindgericht. Het volk van God wordt wel opgeroepen tot strijd, maar dan een geestelijke strijd, met geestelijke wapens, namelijk de verkondiging van het Woord en het gebed.

De Bijbel is niet gewelddadig

Als we de opdracht om de Kanaänitische volken uit te roeien (Deut. 7) lezen vanuit het Nieuwe Testament, kunnen we het lezen als een onderdeel van de weg die God in de geschiedenis is gegaan. Deze weg is onlosmakelijk verbonden met de plaats van het uitverkoren Joodse volk in de wereldgeschiedenis en het oordeel van God over Zijn eigen volk en over Zijn eigen Zoon. De geschiedenis van Gods gericht en genade loopt uit op de komst van zijn Zoon Jezus Christus, Die Zich plaatsvervangend in Gods gericht heeft gesteld, en in Wie God Zijn liefde ten volle openbaart, waardoor Jood én heiden zalig kunnen worden.

Als we op deze wijze de Bijbel lezen kan tevens antwoord gegeven worden op het verwijt dat deze teksten gewelddadig zijn. Het is waar dat de teksten over de uitroeiing van de Kanaänitische volken in de geschiedenis soms gebruikt zijn om geweld goed te praten. Bevatten deze teksten aanknopingspunten voor geweld in het heden? Dat zou het geval zijn als deze teksten gelezen worden los van hun heilshistorische context. We lezen echter geen losse spreuken, maar de hele Bijbel, waarbij we Schrift met Schrift vergelijken. Voor de vraag of deze teksten een geweldspotentieel hebben, zijn niet de teksten op zichzelf bepalend, maar de context waarin ze staan en de manier waarop ze geïnterpreteerd worden.

Gods Geest

Wanneer deze teksten gelezen worden in het grote verband van Oude en Nieuwe Testament, bevatten ze geen aanknopingspunt voor enige vorm van geweld in het heden. Het uitroeiingsbevel heeft in het Oude Testament uitsluitend betrekking op de volken van Kanaän in de periode van de intocht. De Heere heeft het door Hem verkoren Israël als instrument gebruikt om de Goddelijke wraak uit te oefenen over de zonden van de hen omringende volken. Het betrof hier geen menselijk recht waarmee zij tegen deze volken streden, maar een Goddelijk recht. De maat van de omliggende volken was vol gezondigd. Tevens was het een voorbeeld van waarschuwing voor het volk van Israël zelf! (Zie Exod. 34:12; Num. 33: 55.) Daarbij moeten we ook bedenken dat in het Nieuwe Testament de plaats van de volken anders is geworden. Kerk en staat vallen niet langer samen en de burgerlijke wetgeving van het Oude Testament geldt niet meer op dezelfde wijze voor de tijd van het Nieuwe Testament. Daarom kunnen we ieder beroep op de Bijbel om mensen of volken in de huidige tijd uit te roeien van de hand wijzen.

Na de dood en opstanding van Jezus Christus is een opdracht aan het adres van Gods volk om een ander volk uit te roeien in de geschiedenis van deze wereld uitgesloten. De opdracht is juist geheel anders: En Jezus bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb (Matth. 28:18,19). Van geweld is geen sprake meer: Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen (Zach. 4:6).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Leren van Paulus op de Areopagus (4b)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's