God vaart op met gejuich…

Wie vaart op?

Het is Christus. Zijn diepe vernedering is volbracht. Hij heeft voldaan aan het Goddelijke recht. Hij heeft de toorn Gods gestild. Hij heeft de straf betaald. Hij heeft Zijn volk vrijgekocht. Nu komt Hij tot de hoogste verheerlijking. Nadat Hij is opgestaan van de doden, is Hij opgevaren ten hemel, verhoogd tot de hoogste eer en heerlijkheid. Om de verdiende zaligheid toe te passen door Zijn Woord en Geest. De strijd is voorbij. Christus heeft overwonnen. Als Overwinnaar bestijgt Hij Zijn triomfwagen en rijdt naar de poorten van de hemelse stad. Op Hem is van toepassing wat David zegt in Psalm 21:6: Groot is zijn eer door Uw heil; majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem toegevoegd.

Boven Psalm 47 schreven de kanttekenaren: ‘Een triomfpsalm der kerk, ter ere van haar Koning Jezus Christus, in Zijn hemelvaart, afgebeeld door het opbrengen van de ark des verbonds in Sion en in den tempel; met een vermaning aan alle volken en profetie van de beroeping der heidenen.’

In vers 6 wordt Christus God en HEERE genoemd. Hij is God uit God en Licht uit Licht. Hij is de HEERE, de getrouwe Verbonds-God. Die Namen komt alle drie Personen samen toe; maar ook alle Drie afzonderlijk. In vers 7 wordt Hij onze Koning genoemd. Als Koning heeft Hij alle macht in hemel en op aarde. Hij regeert Zijn Kerk. Hij bewaart Zijn volk. Hij straft Zijn vijanden. Hij is hoog verheven. Hij is de Koning der koningen en de Heere der heren. Hij zal Zijn erfdeel niet verlaten. Hij geeft aan het wild gedierte de ziel van Zijn tortelduif niet over.

Mag u Hem kennen als uw Koning? Regeert Hij over uw hart? Dan regeert Hij uw hart en leven tot Zijn eer, tot uw behoud, tot uw troost. Hij is almachtig en wijs om u te beschermen. Hij ziet op u in eeuwige en onveranderlijke liefde. Of dient u nog uw oude koning, de satan? Dan regeert Hij over u in toorn, tot uw schrik. Hij is machtig om u te verpletteren. Smeek of Hij in Zijn almacht en liefde u wil behouden!

Hoe vaart Hij op?

Met gejuich, met geklank der bazuin. De engelen en de zalige zielen hebben gejuicht. Ze hebben Hem welkom geheten. Christus kwam met een lied naar de aarde (Ere zij God…). Hij is ook met een lied ten hemel gevaren.

Maar het is ook onze plicht om Hem te eren en te prijzen. In vers 2 staat: klapt in de hand. In de hand klappen is een teken van blijdschap over wat God gedaan heeft. Het is een vorm van bewondering en aanbidding. Hebt u zo weleens in de hand geklapt? Nadat u eerst in de hand klapte van droefheid en berouw over uw hemelhoge schuld, over de vloek der wet, over uw verlorenheid. Maar toen de weg tot zaligheid werd geopenbaard, hebt u van vreugde mogen klappen in de hand. Nog meer: toen Christus Zich openbaarde in uw hart, mocht u Hem eren door geestelijk te klappen in de hand. Dan zijn onze handen leeg, dan zijn onze ogen op Hem gericht, dan mogen we Hem als Koning in Zijn schoonheid en heerschappij eren. Dan mogen we al onze zaken overlaten in Zijn hand. Want Christus heeft Zijn volk liefgehad van eeuwigheid, met de Vader en de Heilige Geest. Hij heeft hen lief tot het einde. Gij toch, Gij zijt onze roem, de kracht van onze kracht. Dan mogen we zingen met een stem van vreugdegezang (vers 2). We mogen Zijn lof bezingen, in stilte of bij anderen: Looft den HEERE, want Hij is goed (Ps. 136). We mogen Hem toezingen: Psalmzingt! (vers 7) Psalmzingt! Hij is het waardig. Psalmzingt met uw hart. Psalmzingt met liefde. Psalmzingt met eerbied. Psalmzingt met verwondering.

Kent u dat psalmzingen? Dat Gods Geest uw hart opheft? Dat uw hart op God gericht is? In de weg van ontdekking zingt u klaagliederen. Maar in de weg van verlossing mag u lofliederen zingen. Heel uw leven is een afwisseling van klagen en juichen. Klagen over uw zonde en schuld. Juichen en psalmzingen vanwege het wonder dat God op u neerzag.

Voor wie vaart Hij op?

Voor alle uitverkorenen uit Jood en heiden. Alle volken mogen in die weldaad delen: de heerlijkheid van Jakob (vers 5), maar ook de edelen der volken (vers 10). Uit alle talen, natiën en tongen; daarin is noch Griek, noch Jood, maar Christus is alles en in allen. Ze worden gewillige onderdanen van de Koning gemaakt. Om Hem eer te geven. Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilige sieradiën; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn (Ps. 110:3). Ze zijn het vrijwilligersleger van Christus.

De hemelvaart van Christus. Hij heeft de kloof gedicht die door de zonde tussen God en de mens ontstaan is. Wij hebben in de zondeval de scheiding en breuk geslagen. Maar Christus heeft alles hersteld, de breuk weggenomen, de straf betaald, het eeuwige leven verdiend. Hij is ten hemel gevaren, om voor het aangezicht van Zijn Vader de Voorspreker voor Zijn volk te zijn. Hij is in de hemel als een zeker Pand: Zijn volk zal daar ook komen. Als het geloof in beoefening is, is dat tot grote troost.

Christus is in de hemel, maar Hij zendt Zijn Geest, zodat Zijn volk zoekt de dingen die boven zijn. Dan mag hun wandel door het geloof in de hemel zijn. Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus (Fil. 3:20). Ze zijn op reis als pelgrim. Ze worden geleid door de Geest en Zijn Woord. Ze zoeken hun reinigmaking en zaligheid in Jezus Christus. Ze sterven aan de wereld en aan zichzelf. Maar ze mogen leven in Christus. Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God (Kol. 3:1-3).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen