Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pinksteren en de toekomst van onze jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pinksteren en de toekomst van onze jeugd

8 minuten leestijd

In het Reformatorisch Dagblad stond een aangrijpende column van dr. J. Hoek. De column droeg de titel ‘Alarmfase 1 rond ons nageslacht.’ In dít artikel wil ik aansluiten op de aangestipte problematiek. Dit doe ik bewust in het nummer van De Wachter Sions dat verschijnt vóór Pinksteren: er ligt namelijk een verband.

Alarmfase 1

Hoe is dr. Hoek tot de column gekomen? Hij voerde veel gesprekken met ouders en grootouders. Ouders en grootouders worden geconfronteerd met de koers die een deel van hun nageslacht vaart. De ontwikkeling die dr. Hoek hierin ziet, gaat ook óns niet voorbij. Kinderen en kleinkinderen gaan soms andere wegen. Men sluit zich kerkelijk elders aan, of men bezoekt de kerk niet of nauwelijks meer. Op het gebied van relatievorming en seksualiteit is er onder velen een doorbraak van het moderne levensgevoel. Daar staat tegenover dat de omgang met de Heilige Schrift, samen met de geschriften uit onze eeuwenoude traditie, verschraalt of reeds weggeëbd is. Onder dit alles kan een gevoel van machteloosheid ontstaan. Toch is dat gevoel het laatste waar we aan moeten toegeven.

Erkenning

Het belangrijkste voor dit moment is, dat we met elkaar de nood van de generaties van nu en morgen onder ogen zien. De confrontatie met de wereld is niet van geringe aard. Zolang onze kinderen onze (eigen) reformatorische basisscholen bezoeken, hebben we nog vrij veel invloed op hun gedrag en leefstijl. De stap naar het voortgezet onderwijs is echter al een grote. Veel vertrouwde kaders vallen dan voor een belangrijk deel weg: een vaste leerkracht, vaste roosters, een vaste vertrouwde vriendenkring en herkenning van een overwegend gelijkgestemd geestelijk klimaat. De eerste jaren in het voortgezet onderwijs zijn zó essentieel. Uit allerlei onderzoek blijkt dat de basis van het besluit om te breken met kerk en godsdienst reeds in de zogenaamde puberteit gelegd wordt.1 Het is geen wonder dat ouders in de loop van deze jaren een stuk machteloosheid gaan ervaren. Bijna samenhangend met de overgang naar het voortgezet onderwijs, is immers de psychologische ontwikkeling van de kinderen: zij komen in de periode van de puberteit.

De puberteit

De puberteit is enerzijds een prachtige periode. Het is de periode waarin door psychische en lichamelijke veranderingen de eigen persoonlijkheid van het kind ontwaakt. De puber gaat zowel zichzelf als de omringende wereld met een totaal andere blik bezien. In die veranderende wereld moet de veranderende jongen of meisje zijn weg leren gaan. Dat gaat gepaard met innerlijke onrust die zich kan uiten in moeilijk gedrag en conflictsituaties. Daar zit niet alleen iets negatiefs in. Dat is ook positief. De puber is bevoorrecht als hij deze grote overgang in zijn persoonlijkheid mag doormaken in een veilig en liefdevol gezin.

Groter nog is zijn voorrecht als het de ouders enerzijds lukt om de liefdevolle band en het wezenlijk gesprek te kunnen voortzetten, en anderzijds langzamerhand de ruimte te vergroten waar de puber om vraagt, en die hij ook echt nodig heeft om te ontwikkelen. ‘Misschien is moeder nog het meest bekwaam om die ruimte te geven. Vooral die moeder, die het één en ander over zich heen kan laten gaan, die niet op alles en heel precies acht geeft op deze leeftijd. Die wel eens doen kan alsof ze niet alles ziet en hoort. Die zelf haar evenwicht weet te bewaren en niet zo gemakkelijk van haar stuk gebracht wordt. Die niet al te zenuwachtig direct en op alles reageert, maar die ondanks alles toch weet dat haar kind, ook dit kind in de puberteit, haar lief heeft. Een moeder die veiligheid blijft geven, ook aan dit wat moeilijke kind in deze wat moeilijke periode. Dan weet ze wel dat haar kind koppig kan wezen. Maar dan weet ze ook wel dat deze koppigheid vaak een uiting is van innerlijke hulpeloosheid, innerlijke onzekerheid.’2

Complicerende factoren

In onze huidige samenleving komt er bij het gesignaleerde opvoedingsvraagstuk nog een ander, diepgaand probleem bij. Dat is het gebruik van internet en mobiel. Dertig tot veertig jaar geleden was het voor een puber vaak al een hele worsteling om zijn weg te leren gaan te midden van andere netwerken. Daar is een, in dit opzicht, duivels netwerk bijgekomen. Dat is het world-wide-web (www). Vertel me niet dat de digitale revolutie reusachtige voordelen en ongekende mogelijkheden met zich mee heeft gebracht. Er is geen behoefte om dat te ontkennen. Maar de geestelijke schade die door het world-wide-web is ontstaan, is vele malen groter. En dan hebben we het niet alleen over de inhoud van allerlei sites die strijdig zijn met Gods gebod. Maar dan zou ik graag over het gebruik zélf willen spreken. Ik noem vier dingen. 1. Door de mobiel zijn we in theorie, en misschien ook wel in de praktijk, 7x24 uur bereikbaar voor de buitenwereld en is de buitenwereld bereikbaar voor ons. 2. Door een voortdurend gebruik van de mobiel wordt de innerlijke rust bedreigd. 3. Door voortdurend beeldschermgebruik en surfgedrag is er ook sprake van een ingrijpend concentratieverlies. 4. Het leesgedrag van de mobiel gebruiker is veel oppervlakkiger, waardoor het moeilijker wordt om een boek, om hét Boek, om goede boeken, langdurig te lezen.

Om misverstand te voorkomen: hoevelen van ons, ouderen, gebruiken de smartphone minstens zo intensief als sommige jongeren? Kijken we wel eens op onze eigen smartphone onder ‘Instellingen’ naar ‘Digitaal welzijn en ouderlijk toezicht’?

Wat ons te doen staat

Is er een uitweg voor ons nageslacht uit deze grote nood? Ik reik zes praktische handvatten aan.

1. Laat er een voortdurend gebed zijn voor onze kinderen en kleinkinderen, maar ook voor allen die een taak hebben in opvoeding en onderwijs. Gebed in het gezin. Persoonlijk gebed. Gebed in de kerk. Gebed door Gods kinderen en knechten.

2. Laten ouders aanhoudend investeren in een veilig gezinsklimaat, ook al gaat dit ten koste van carrière, inkomsten etc. Laten ambtsdragers hun betrokkenheid bij het gezinsleven nadrukkelijk tonen.

3. Ouders, wees er voor uw kinderen. Bij ds. G.J. van Aalst las ik eens iets in de trant van: “We zeggen wel eens: we leven maar één keer. Maar laten we bedenken: we voeden onze kinderen ook maar één keer op.” Toon belangstelling voor het dagelijks leven van uw kinderen. Wees betrokken op school en catechese. Denk mee bij studie- en beroepskeuzes. Ga het gesprek aan. Heb een luisterend oor. Voor alle tijdelijke zaken. Voor alle geestelijke zaken.

4. Ouders, ambtsdragers, andere betrokkenen: wees een voorbeeld. Wees een voorbeeld in uw omgang met Gods Woord en in uw omgang met onze rijke geestelijke traditie. Als Gods Woord en de goede geschriften waarde voor u hebben, zullen uw kinderen dat zien en merken. Die indrukken worden soms levenslang bewaard. Wees daarmee tegelijk ook een voorbeeld in uw gebruik van het world-wide-web, sociale media en mobiel.

5. Ouders, ga zorgvuldig om met uw huisgodsdienst. Wees eerbiedig in het bidden. Geef plaats aan het lezen (en onderzoeken) van Gods Woord. Als uw kinderen nog jong zijn, wen u dan aan de vaste gewoonte om te zingen, bijvoorbeeld na het avondeten. Wees trouw in uw kerkgaan, óók in de week, en spreek met uw kinderen over de diensten na. Denk aan een gezamenlijke dagsluiting etc. Wees in al deze dingen trouw! Ook daardoor geeft u een voorbeeld.

6. Houd het open en eerlijke gesprek gaande, ook als uw kinderen eigen wegen gaan, en ook al lijkt het erop dat bepaalde ontwikkelingen onomkeerbaar zijn.

Pinksteren en ons nageslacht

Als ouders en ambtsdragers kan de moed ons soms ontzinken. En toch… We gaan, ook anno 2024, het Pinksterfeest tegemoet, het laatste feest in het kerkelijk jaar. We hopen ook zondag het Pinksterevangelie te horen. Als er één christelijk feest is, waarin het nageslacht een plek krijgt, is het wel het Pinksterfeest. Laten we Handelingen 2 samen overdenken: 17. En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen. 21. En het zal zijn dat een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden. 39. Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen die daar verre zijn, zovelen als er de Heere onze God toe roepen zal.

Ds. Isaäc Watts (1674-1748) dichtte ooit, ziende op de God des verbonds, het bekende gezang “O God, Die droeg ons voorgeslacht…”. Laat van die God onze verwachting zijn. Ik eindig met de bewerking die aan het slot van de column stond:

O God, draag ook ons nageslacht;

In nacht en stormgedruis.

Bewijs ook hun Uw trouw en macht,

Wees eeuwig hun tehuis!


Noten

1. https://www.hoornbeeck.nl/app/uploads/2021/01/Brochure-lectoraat_DEF_20191118_totaal.pdf

2. B. Florijn, Opstellen over de christelijke opvoeding, Staphorst, 2017, p. 341 e.v.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Pinksteren en de toekomst van onze jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's