Meditatie
Toen toog de Geest des HEEREN Gídeon aan; en hij blies met de bazuin, en de Abiëzrieten werden achter hem bijeengeroepen. Richteren 6:34
Geliefde lezer, Voor het zevende achtereenvolgende jaar hebben de Midianieten, de Amalekieten en de kinderen uit het oosten zich in de oogsttijd gelegerd in het dal van Jizreël om het zeer verarmde Israël te plunderen. Zeven jaar lang hadden de Israëlieten zich niet verdedigd maar waren uit angst de bergen in gevlucht. Waarom kwamen de vijanden om het te verderven? Omdat ze de Heere hadden verlaten en de Baäl dienden. Ook in 2024 geldt: ‘Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen.’
In opdracht van de HEERE had Gideon het Baäl-altaar afgebroken, een altaar voor de HEERE gebouwd en een var tot verzoening van de zonden van het volk geofferd. Nu zal de Heere opstaan tot de strijd en Zijn volk verlossen uit de hand van de Midianieten. Toen toog de Geest des HEEREN Gídeon aan. De Heilige Geest vervulde de in zichzelf onwaardige, onbekwame en onmachtige Gideon, om hem te bekwamen voor de strijd.
Als men vol is van de Heilige Geest, dan is het geloofsoog gericht op de Vorst van het heir des HEEREN. Dan verdwijnt de vijand en is het: ‘Ik zal, vol heldenmoed, Daar mij Zijn hand behoedt, tienduizenden niet vrezen; Schoon ik, van allen kant, Geweldig aangerand En fel geprangd moog’ wezen’.
Wat leert ontdekking dat in eigen kracht niet één zonde of zondige gedachte gedood kan worden en dat er geen weerstand geboden kan worden tegen het geweld van de satan en de wereld. Deze ondervinding is nodig om te leren: zonder Mij kunt gij niets doen, en om te smeken: “zo wil ons toch behouden en sterken door de kracht des Heiligen Geestes”. Als de Geest in de raderen komt en doet leunen op de “Verwinnaar in de strijd”, dan roept men als Gideon ook anderen op om te strijden tegen de vijand.
En hij blies met de bazuin. Het blazen van de bazuin was een oproep om te verzamelen tot de strijd. En de Abiëzrieten werden achter hem bijeengeroepen. De vorige dag hadden zij Gideon nog willen doden omdat hij hun afgodsbeeld had afgebroken. Nu erkennen ze hem als hun leider. Nog kan de Evangeliebazuin de vijandschap tegen de Meerdere van Gideon breken en een begeerte verwekken om Hem te dienen. Dan krijgt men liefde tot alles wat van Hem is: Zijn dag, Zijn Woord, Zijn knechten en Zijn kinderen.
Gideon liet de bazuin ook klinken in andere stammen. In totaal werden 32.000 harten ingewonnen om te strijden tegen de vijand. Wat doet Gideon nu? Spreekt hij zijn mannen moed in omdat het vijandelijke leger nog vier keer groter is? Vuurt hij hen aan om te strijden? Nee! In diepe afhankelijkheid zoekt hij Gods aangezicht en smeekt om een bevestiging van de Heere dat Hij hem tot dit werk geroepen heeft. Is dit ongeloof? Nee! Het is een ootmoedige vraag om versterking van zijn geloof.
Geliefde lezer, wat een sterk geloof lijkt, kan ook een uiting zijn van geen of geringe ontdekking aan de doodsvijanden waardoor men geen versterking nodig heeft. Echter, wat een zwak geloof lijkt kan een worsteling zijn aan Gods troon omdat men beeft voor het zondige en God onterende bestaan dat samenspant met de vijand, terwijl men toch de begeerte heeft te leven tot Gods eer en te strijden tegen de vijand. Een worsteling waarbij een krachteloos, uitgestreden mens overblijft die, als Gideon, God vastklampt in de woorden die Hij gesproken heeft. En Gídeon zeide tot God: Indien Gij Israël door mijn hand zult verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt, Zie, ik zal een wollen vlies op den vloer leggen; indien er dauw op het vlies alleen zal zijn en droogte op de ganse aarde, zo zal ik weten dat Gij Israël door mijn hand zult verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt.
Is dit een willekeurig teken? Dat is onmogelijk! Immers, het gaat om de verlossing van Gods volk in Gods kracht! Een wollen vlies is de afgeschoren vacht die overblijft van een gevild schaap. Een treffend beeld van het gesmade, verdrukte, verarmde, ontkrachte en ten dode opgeschreven volk van Israël. De dauw is een beeld van Gods zegen. Als er geen dauw is dan vergaat alles. Door dit teken vraagt Gideon: Heere wilt U Israël zijn als de dauw? Wilt U ons verlossen? Wilt U weer onder ons wonen? Wilt U ons weer doen bloeien tot eer van U?
Wat is bij Gods kinderen de smaad, de verdrukking, de ontkrachting nodig om te leren dat ze niet meer zijn dan een afgeschoren vacht van een gevild schaap. Maar als in deze donkere nacht een dauwdruppel des Geestes valt op zo’n “vlies” en het geloofsoog geopend wordt voor Christus Die als een lam ter slachting geleid werd vanwege mijn zonde, dan is het een wonder dat er nog vlies over is. Dan is de verdrukking geen verdrukking meer en acht men de versmaadheid van Christus toch meerdere rijkdom dan de schatten van Egypte.
En het geschiedde alzo. De andere ochtend was het vlies nat en de aarde droog. Daarmee beloofde de HEERE: Ik zal voor u strijden. Ik zal weer onder u wonen. U zult weer bloeien als een lelie. Toen Gideon het vlies uitwrong was er een schaal vol water. De Heere is geen karig God. Hij schenkt mild en overvloedig waardoor iedere dauwdruppel een volle beek is die van liefde dronken maakt.
Heeft Gideon nu zekerheid dat Hij door de HEERE gezonden is? Hij vraagt nog een teken. Onder diepe indrukken van Gods majesteit nadert hij opnieuw tot de Heere: Uw toorn ontsteke niet tegen mij. Heere, ik kan niet bestaan voor U. Ik ben waardig om verteerd te worden, maar bevestig toch Uw toezegging aan Uw knecht. Hij vraagt nu een tegengesteld teken. Er zij toch droogte op het vlies en op de ganse aarde zij dauw.
Opnieuw verhoorde de HEERE hem in Zijn onbegrijpelijke, nederbuigende goedheid. Dit gaf zekerheid dat hij door de HEERE was geroepen om Israël te verlossen. Immers in het volgende hoofdstuk trekt Gideon op ten strijde. Door deze twee tekenen laat de Heere zien dat Hij verlossing kan geven maar ook dat Hij vrij is om deze te geven.
Wat een genade als men mag buigen onder Gods vrijmacht en Hem nochtans mag aangrijpen in Zijn almacht. Dan moet men roemen in dat wat Hij gaf en dat wat Hij niet gaf. Het tweede teken is in vervulling gegaan toen Israël Christus verwierp. Naar Zijn vrijmacht valt nu de dauw onder de heidenen (de ganse aarde uit vers 37). Echter als de volheid der heidenen zal ingegaan zijn zal het uitgedroogde vlies van het Joodse volk doordrenkt worden met de dauw des Geestes. Dan zullen Jood en heiden beide delen in de dauw die verworven is door Christus en geschonken wordt uit vrije gunst alleen. Daarom zal er straks een schare uit Joden en heidenen in eeuwige aanbidding zingen: “Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen”. Hoort u daarbij?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's