De tabernakeldienst (338)

Nadat de Heere de wet der zeden ofwel de wet van de tien geboden had gegeven, riep Hij Mozes om op de berg te klimmen voor een verblijf van veertig dagen en veertig nachten. Gedurende deze tijd toonde de Heere hem hoe en op welke wijze hij de tabernakel moest bouwen. De Heere versterkte het geheugen van Mozes dusdanig dat, toen hij opdracht aan het werkvolk gaf om deze te maken, hij de afmetingen helder voor ogen had om het voorhof, het heilige en het heilige der heiligen te bouwen. Alsook alle voorwerpen of meubelstukken die in elk van deze drie ruimtes geplaatst moesten worden. Verder de kleuren van de gordijnen en van welke stof zij moesten gemaakt worden, alsook welke houtsoort bewerkt moest worden.

Mozes moest alles tot in de kleinste details aan het werkvolk overbrengen, zodat alles stipt werd uitgevoerd naar het bevel van de Heere. Lees maar wat de Heere tot Mozes had gezegd: Naar al wat Ik u tot voorbeeld dezes tabernakels en een voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult gijlieden die maken (Exod. 25:9).

De alwijze Heere wilde niet zondermeer een heiligdom maken, maar wilde hiermee de heilige en hemelse betekenis afbeelden. Als u de brief van de apostel Paulus aan de Hebreeën leest, zult u overtuigd worden dat de hele tabernakeldienst op Christus wees. Toen Paulus deze brief schreef was Christus reeds in de hemel om de verdiende zaligheid aan verloren doch verkoren zondaars toe te passen. Bestudering van de tabernakel is van wezenlijk belang voor een juist begrip van Gods verlossingswerk in het verzoenen van Gods recht en in het zaligen van verloren zondaars.

Een korte omschrijving van de ark

De ark was behalve het voornáámste ook het éérste meubelstuk dat gemaakt werd, nadat de Heere aan Mozes opdracht had gegeven om de tabernakel te bouwen (Exod. 25:8-10). Tevens gaf de Heere opdracht om de twee stenen platen met de tien geboden in de ark te leggen die in het heilige der heiligen was geplaatst: Daarna zult gij in de ark leggen de getuigenis die Ik u geven zal (Exod. 25:16). De vraag kan bij u bovenkomen hoe breed en lang deze twee tafelen zijn geweest. Vanzelf niet langer en breder dan de ark was, anders pasten zij niet in de aangegeven ruimte. Denk ook aan de nodige plaatsruimte voor de bloeiende staf van Aäron en het gouden kruikje met manna (Hebr. 9:4). Deze rechthoekige kist was gemaakt van sittimhout (acasiahout) en vanbinnen en vanbuiten met goud overtrokken. Aan de bovenkant was een gouden krans of kroonlijst (Exod. 25:10,11).

De Heere gaf ook de maten te kennen: Zo zullen zij een ark van sittimhout maken: twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte en anderhalve el haar hoogte (Exod. 25:8). Een el is de afstand van de punt van de elleboog tot het topje van de middelvinger, dat is ongeveer 45 cm. De afmetingen waren dus 2,5 x 1,5 x 1,5 el. Als we de el omrekenen in onze maat dan was de lengte, breedte en hoogte 1,13 x 0,68 x 0,68 meter. We zien dat de ark maar een kleine kist was. Al was het dan klein van afmeting, maar de inhoud was van oneindige betekenis.

Bovenop de ark moest een ‘verzoendeksel’ liggen van dezelfde grootte, zodat het precies op de ark sloot om te beletten dat iemand de inhoud zou kunnen zien: Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee ellen en een halve zal zijn lengte zijn, en anderhalve el zijn breedte (Exod. 25:17). Aan beide uiteinden van het verzoendeksel waren twee uit goud gemaakte engelenfiguren die met voorovergebogen houding naar het ‘verzoendeksel waren gericht. We stellen nu eerst de vraag, hoe hoog was het ‘gouden verzoendeksel’?

Hoe hoog was het gouden verzoendeksel?

De lengte en breedte van het verzoendeksel waren hetzelfde als die van de ark, maar de dikte of hoogte wordt niet vermeld! Niemand zal denken dat Mozes dit niet meer wist. We geloven dat de Heere met het weglaten van de hoogte ervan een bijzonder doel had! We denken bijvoorbeeld aan wat we lezen in Psalm 103:11 en 12: Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen die Hem vrezen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet Hij onze overtredingen van ons. Weet iemand de afstand tussen oost en west in het immens grote heelal? Deze afstand is onmetelijk. Welnu, de dikte of de hoogte van Gods goedertierenheid is onmetelijk en is oorzaak dat God de Vader de zondaar in Christus aanziet en volkomen voldaan is. Als een vijand zou proberen onze zonde terug te brengen, het zou een eeuwigheid duren. Ondertussen zouden wij al eeuwig veilig zijn en de Heere grootmaken vanwege het verzoenend bloed van Christus, de dierbare Borg en Zaligmaker. Hier weidt mijn ziel met een verwonderend oog! Al zouden we met tienduizend ogen vol verwondering op Jezus zien, dan nog is Hij eindeloos meer bewonderenswaardig dan Hij bewonderd wordt. We lezen hoe de profeet Micha van verwondering uitriep: Wie is een God gelijk Gij; Die de ongerechtigheid vergeeft (…); Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen (Micha 7:18,19). Ook dit is volgens ons een ander voorbeeld waarom de hoogte van het verzoendeksel niet vermeld wordt, omdat ‘de diepte van de zee’ onpeilbaar is. Micha wijst ons erop hoe de zonde door Christus’ bloed in de diepte van de zee geworpen en bedekt werd. God de Vader zal nooit de rokende vlaswieken onder Zijn kinderen uitblussen (Jes. 43:2). Hij heeft hen wel de belofte gegeven van vergeving van hun zonden dat deze volkomen uitgeblust zullen worden in de zee van vergetelheid alsof zij nooit bedreven zijn.

Een Goddelijke weglating met een bijzondere betekenis

We weten dus wel de lengte en breedte van het verzoendeksel, maar Gods Geest achtte het nodig om de maat van de hoogte te verzwijgen. Wat een spráke gaat er uit van dit Goddelijk verzwijgen. We horen iets van het suizen van een zachte stilte, waardoor ons gemoed gekalmeerd wordt en een vrede ontvangt die alle verstand te boven gaat. Weet dat allen die hun vertrouwen op Jezus stellen, iets van dit ‘Goddelijke weglaten’ van de hoogte van het verzoendeksel ontdekt krijgen. Jezus is daarom oneindig waard om geprezen te worden.

Zoals Gods Geest ons leert dat de tabernakel getuigt van het werk van de Drie-enige God, zo behoren wij gelovig te weten of Hij ook aan ons getuigt Wie Jezus is voor zwarte zondaars. Hoe groot is het als wij door Gods Geest de rijkdommen van Jezus als Borg ontdekt krijgen, wanneer we eerst onze hemelhoge schuld hebben gezien. Behalve het vereffenen van de schuld door Zijn bloed, schenkt Gods Geest zulk een ruime overvloed aan genade zodat wij van harte belijden: In den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte, tot Hem zal men komen (Jes. 45:24). Hoe zoet is de vrije genadebelofte: Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen (Jes. 43:21).

We ervaren dat onze kracht volkomen zwak is, onze wijsheid volkomen dwaasheid is en onze eigengerechtigheid een wegwerpelijk kleed is. Maar zo alleen krijgt Christus’ gerechtigheid alle waarde voor ons. Wij geloven dat Gods volk bij het licht van Christus’ Geest hunkert naar meer openbaringen van Christus als die dierbare Borg en Zaligmaker. Of met andere woorden omschreven: De dierbare God de Vader heeft door Zijn Geest ons willen bekendmaken wat het Christus heeft gekost om hellewichten te zaligen, zodat zij in plaats van zondaars ‘heiligdommen’ worden in wie Gods Geest woont (1 Kor. 3: 16; Ef. 2:21,22).

Volk des Heeren is het geen grote verborgenheid dat de Heere de hoogte van het verzoendeksel onvermeld heeft gelaten, en ons toch leert wat de oorzaak ervan kan zijn? Wees niet moedeloos, maar smeek het volgende vanuit een oprecht gemoed: ‘O, had ik toch een kruimeltje geloof om te leven uit de volheid van Christus, te steunen op Zijn sterke schouder, te vertrouwen op Zijn onbezweken trouw en te smaken Zijn onveranderlijke liefde.’

Kom toch tot Hem, verloren zondaars in uzelf, kom met verheuging en beving. Of blijft u achter omdat u geen liefde van en tot Christus hebt en geen verlangen naar Hem hebt? Smeek dan toch om bekering en om ontdekkend genadelicht en vraag of Hij u heilig jaloers maakt. Rust niet, alvorens u iets mag kennen van de hoogte van het verzoekdeksel boven de ark.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen