De middelste trap
Geboren uit de maagd Maria … Die geleden heeft onder Pontius Pilatus … is gekruisigd … gestorven en begraven … nedergedaald ter helle …ten derden dage wederom opgestaan van de doden … opgevaren ten hemel … zittende ter rechterhand Gods des almachtigen Vaders … vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en doden.
De vernederde en de verhoogde Middelaar
Veel ([jonge] lezers) zullen dit rijtje kunnen ‘dromen’. De eerste vijf ‘trappen’ zijn in deze lijdensweken aan de orde. Het zijn de ‘trappen van vernedering’, omdat Gods Zoon als de vernederde Middelaar in Zijn weg over deze aarde steeds dieper moest afdalen in het lijden dat Hij moest ondergaan. Daarna volgen de vier ‘trappen van verhoging’, omdat de Heere Jezus daarna als Overwinnaar van dood, graf en hel Zijn weg vervolgt. Als je vraagt om uitleg bij deze onderwerpen, dan zal dat niet veel problemen geven. Uitgezonderd het middelste stukje, de middelste trap: nedergedaald ter helle. Dan wordt het toch wel lastig. Is de Heere Jezus echt in de hel geweest? Wat heeft Hij daar dan gedaan? En als je weet dat het woordje ‘hel’ verschillende betekenissen heeft in de Bijbel, wordt het nog ingewikkelder.
In dit artikel wordt er wat duidelijkheid over gegeven. We mogen wel met eerbied vervuld zijn als we zien op de niet te peilen diepten die in dit gedeelte van onze geloofsbelijdenis zijn beschreven.
Hel
Er zijn drie mogelijkheden als het gaat over de betekenis van ‘hel’ in de Bijbel. Er kan het graf of het dodenrijk mee bedoeld worden (Ps. 16:10). In de tweede betekenis gaat het om helse angsten en verschrikkingen (Ps. 116:3).
Meestal wordt er de plaats van de verdoemden mee bedoeld; denk aan de rijke man die stierf en zijn ogen opsloeg in de hel, zijnde in de pijn (Luk. 16:23). Dat dat een hel is wordt door twee elementen bepaald: de straf van gevoel (ontzaglijke pijnen, Gods toorn, de worm die niet sterft) en de straf van gemis (eeuwig verlaten van Gods gunst, buitenste duisternis).
Davids grote Zoon
Het is iets bijzonders wat er staat in Psalm 16:10a: Want Gij zult Mijn ziel in de hel niet verlaten. Hier spreekt niet David. David voert zijn Nakomeling in, Davids grote Zoon, de Heere Jezus. ‘Mijn ziel’: daarmee wordt het dode lichaam van de Heere Jezus bedoeld (zie kanttek. 23). ‘In de hel’: dat is in het graf, of (zoals sommigen het opvatten) in de helse pijn (dus niet in de helse plaats van verdoemenis!).
De auteurs van de Heidelbergse Catechismus gaan er ook niet van uit dat het gaat om de plaats van eeuwig straflijden. Zij schrijven over ‘Zijn onuitsprekelijke benauwd heid, smarten, verschrikking en helse kwelling …’.
Rome en Luther
Daar wordt door de Roomse kerk en werd door de reformator Luther anders over gedacht. Rome leert dat de heiligen uit het Oude Testament na hun dood in een ‘wachtkamer’ (voorburcht of voorportaal) zijn terechtgekomen, waar ze hebben gewacht tot de opgestane Christus hen daaruit kwam verlossen. Voor hen is de nederdaling ter helle daarom niet de laatste trap van Christus’ vernedering, maar de eerste trap van Zijn verhoging. Dat geldt ook voor Luther. Hij meende dat Christus in de uren tussen Zijn opstanding uit het graf en Zijn eerste verschijning aan de discipelen naar de hel is gegaan om daar te verkondigen dat Hij naar ziel en lichaam de vijand overwonnen heeft. De Roomse kerk en de luthersen geloven dus dat Christus wél in de (wachtkamer van de) hel is geweest.
Tot bewijs voeren ze de volgende Bijbeltekst aan (1 Petr. 3:19): In Denwelken Hij ook heengegaan zijnde, den geesten die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft. De kanttekenaren hebben met deze uitlegging echter korte metten gemaakt. Hoe? Kort gezegd schrijven ze: De heidenen worden nergens geesten genoemd, ook niet als ze in de hel zijn; de moordenaar aan het kruis ging niet naar een wachtkamer, maar kreeg te horen dat hij diezelfde dag nog in het paradijs (de hemel) zou zijn; in de hel wordt niet meer genodigd tot geloof en bekering; de gevangenis is een plaats om bewaard te worden tot het oordeel. De tekst moet gelezen worden in relatie tot vers 20, waar duidelijk wordt gemaakt dat het gaat over de ongehoorzame mensen in de dagen van Noach.
Nedergedaald ter helle
De Heere Jezus is dus niet in de plaats geweest die bereid is voor de duivel en zijn engelen. Maar hij heeft wel ondervonden wat het is om in de hel te zijn. We moeten dan in het bijzonder denken aan de volgende twee momenten: toen Hij in de hof van Gethsémané als een worm over de aarde kroop én toen Hij op Golgotha aan het kruis hing. Wat heeft Hij in Gethsémané van de hel ervaren? Daar heeft Hij gezien wat de toorn van Zijn Vader inhoudt. Hij zag als het ware een drinkbeker voor Zich, gevuld met Goddelijke toorn. Dat voelde Hij vooral in Zijn ziel, zodat Hij uitriep: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe (Matth. 26:38; Mark. 14:34). ‘Geheel bedroefd’: aan alle zijden door droefheid omringd, geen uitweg meer. Is dat geen uitdrukking van het helse lijden? Weg te zinken in een bodemloze put van eeuwige schrik en droefheid zonder daar ooit uit verlost te kunnen worden! Christus werd door het gezicht op die toorn geperst, zodat het zweet als druppels bloed op de aarde droop. Is dat geen beeld van het eeuwig geperst te worden onder Gods brandende toorn, de straf van gevoel?
Wat heeft Christus aan het kruis van de hel ervaren? Duisternis, aanvallen van de satan en verlatenheid. Is dat geen weergave van de eeuwige duisternis en het door God verlaten zijn, de straf van gemis? Dat beide momenten veel indruk op de Heere Jezus hebben gehad blijkt uit het feit dat Hij beide keren Zijn Vader op bijzondere wijze aanriep. In Gethsémané klonk: Abba, Vader; op Golgotha: Mijn God, Mijn God. Beide keren een veelzeggende verdubbeling.
Laatste trap van vernedering
Als dan de nederdaling ter helle vóór Jezus’ sterven heeft plaatsgevonden, waarom wordt dat dan in de geloofsbelijdenis als laatste genoemd? Dat heeft volgende oorzaken. In de trappen van vernedering zit een opklimming van het mindere tot het zwaardere lijden. Ook wordt eerst het zichtbare en daarna het onzichtbare lijden genoemd. Als derde oorzaak kan genoemd worden dat deze nederdaling ter helle pas later is toegevoegd. Met deze toevoeging wilde de kerk laten zien dat het noodzakelijk was dat Gods kinderen ook naar de ziel vrij gemaakt moesten worden van de helse verschrikkingen.
Wat een onderwijs ligt er toch in de middelste van alle trappen van vernedering en verhoging samen: een dieptepunt en een hoogtepunt inéén!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's