Oorlog, vrede en vrijheid
Intro
Over enkele dagen is het 5 mei, Bevrijdingsdag. We herdenken dan het einde van de oorlog in Nederland. Dat is inmiddels tachtig jaar geleden. Toch is het thema ‘oorlog en vrede’ weer uiterst actueel. Dat heeft te maken met de inval van Rusland in Oekraïne op 24 februari 2022. Door de steeds nauwere betrokkenheid van ons land bij die oorlog ligt oorlogsdreiging om de hoek.
Daarom is het van belang om ons te bezinnen op Bijbelse gegevens inzake oorlog en vrede. We gaan eerst na hoe de Bijbel spreekt over oorlog. Vervolgens beklemtonen we de noodzaak van pogingen om vrede te bewerkstelligen. Ten slotte vragen we ons af in welke situaties het wél geoorloofd is om een oorlog te voeren, oftewel: welke vrijheden moeten we verdedigen?
Hoe spreekt de Bijbel over oorlog?
De Schrift tekent ons al in het vierde hoofdstuk van Genesis de eerste oorlog: de strijd tussen Kaïn en Abel, met de gewelddadige dood van Abel als gevolg. Voor de eerste keer na Genesis 3 worden we geconfronteerd met de overtreding van het verbod om te doden. Dit Bijbels verbod is van grote betekenis. Dat blijkt wel als de Bijbelschrijver vijf hoofdstukken later (direct ná de zondvloed) het bevel van de doodstraf optekent: Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft den mens naar Zijn beeld gemaakt (Gen. 9:6).
Dit bevel zet de vraag naar oorlog en vrede in een bepaald perspectief. En terecht. We benadrukken in de prediking elke zondag het grote belang van ieders ziel. Mag een land dan wel uittrekken naar het slagveld met als gevolg de dood van duizenden (jonge) levens? In dit kader is ook wel naar de Bergrede verwezen. Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden (Matth. 5:9). De kanttekenaren schrijven daarbij: “vredemakers. Die niet alleen voor zichzelven vreedzaam zijn, maar ook bij anderen den vrede bevorderen, Hebr. 12:14.” Is dit woord ‘vrede makers’ alleen van betekenis als kenmerk van de ware gelovigen en hun persoonlijke levenswandel, of is het ook van betekenis voor het algemene vraagstuk van oorlog en vrede? Die vraag wordt op scherp gesteld in de hof van Gethsémané: Toen zeide Jezus tot hem: Keer uw zwaard weder in zijn plaats; want allen die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan (Matth. 26:52).
Deze en andere teksten, zouden ons in de richting kunnen duwen van een houding van ontwapening. En toch.., de Bijbel zegt meer dan in déze plaatsen wordt gezegd. Wie alleen bovengenoemde teksten aanhaalt, komt tot een eenzijdige stellingname. In de geschiedenis van de kerk zien we die eenzijdige stellingname ook terug. Reeds in de tijd van de Reformatie verzetten de Dopersen zich tegen elke vorm van oorlogvoeren. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd met het beroep op deze teksten wel gepleit voor volledige ontwapening. In die jaren werd wel gesproken over de Bergredetheologie.1
Nogmaals. We doen de Bijbel tekort als we alleen déze gegevens naar voren brengen. De Bijbel spreekt ook over rechtváárdige oorlogen, over de oorlogen des Heeren2, over oorlogen die in opdracht van God worden gevoerd. Altijd weer is er echter één belangrijk crite rium, en dat in onderscheid van de eerder genoemde teksten: het betreft steeds oorlogen die gevoerd worden door wettige overheden. Jozua, de opvolger van Mozes, de aanvoerder van Israël, krijgt van de Heere de opdracht om de Kanaänitische volken te bestrijden. Paulus formuleert hierin scherp de overheidstaak in Romeinen 13:4: Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster tot straf dengene die kwaad doet. Met het zwaard moet niet alleen de orde ín het land worden gehandhaafd, maar dienen ook de grenzen te worden verdedigd tegen de vijand.
Vrede die nagestreefd moet worden
De opdracht om oorlogen te voeren is Bijbels gezien dus wel gerechtvaardigd, maar níet absoluut. De éérste opdracht die overheden hebben is het bevorderen van vréde. Ik noem één voorbeeld. Als God Jozua de opdracht geeft om de Kanaänitische volken te bestrijden, spreekt de Heere tegelijk over een ander gebód: Gedenkt aan het woord hetwelk Mozes, de knecht des HEEREN, ulieden geboden heeft, zeggende: De HEERE uw God geeft ulieden rúst en Hij geeft u dit land (Jozua 1:13).
Dat brengt tenslotte tot het laatste punt dat we aan de orde willen stellen. Om welke redenen is het geoorloofd om een oorlog te beginnen? Wat zijn geldige motieven in de strijd?
Vrijheden die verdedigd mogen worden
Hét motief om oorlog te voeren is altijd de verdediging van de vrijheid. Bijbels gezien is dat de vrijheid om God naar Zijn Woord te dienen. De opdracht die Jozua kreeg, had alles te maken met de afgoderij en de wreedheid van de Kanaänitische volken. De Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje had eveneens alles te maken met de vrijheid om God naar Zijn Woord te dienen.
Speelt dat argument in de huidige tijd mee als er gewezen wordt op de onafwendbaarheid van een oorlog? Helaas is dat niet het geval. We zien eerder het omgekeerde. De vrijheid in West-Europa wordt juist op tal van manieren misbruikt. “Het Westen is vrij en welvarend, maar het knielt voor alle goden die komen opdraven om het ons naar de zin te maken met onze welvaart. We knielen voor de god Mammon van het geld, die ons altijd naar meer en zeker niet naar minder doet vragen. We knielen voor de god Moloch van het kinderoffer dat abortus provocatus heet. We knielen voor de god seks die zich niet aan banden van huwelijk en gezin wil storen. We knielen voor de god van de democratie, van wie alles moet mogen, omdat de mens vrij is te doen wat hij wil.”3
Wat een ingrijpend beeld wordt hier van onze samenleving geschetst.
De roeping van de kerk in het heden
Toch geeft de misbruikte vrijheid ons niet het recht om ons te onttrekken aan het beleid van de overheid. Oók niet in de situatie van de huidige oorlog in Oekraïne. Dit artikel is er niet de plaats voor om een uitvoerige analyse te maken van het ontstaan en het verloop van de oorlog in Oekraïne. Maar het staat vast dat we onderdanen zijn van het Koninkrijk der Nederlanden. Als christenen hebben we dan ook niet de bevoegdheid om op eigen houtje bevelen van de overheid te negeren. Ook niet als we door het beleid van de overheid betrokken zouden worden in een werkelijke oorlog.
De kérk heeft echter wel het recht en de plicht om voor twee Bijbelse principes op te komen. Zij dient de overheid allereerst te wijzen op de roeping van de overheid om waar het kan en mag de vrede te bevorderen.
Er moet altijd gepleit worden voor vredesbesprekingen, voordat een overheid zijn jonge mensen naar de frontlinies stuurt.
Daarbij heeft de kerk de dure roeping om de overheid op te roepen om zich te bezinnen op de vrijheden die verdedigd moeten worden. “De kerk heeft tot taak duidelijk te laten uitkomen hoezeer de Westerse wereld haar vrijheid misbruikt en ondergraaft. Niet de angst voor de Russen, maar de ernst van de verwerping van het evangelie moet daarbij centraal staan.”4 schreef dr. Douma in 1982!
Een stil gebed
Onder het Nederlandse volk, en misschien ook wel bij ons, is de angst voor oorlog groot.5 Dat is begrijpelijk.
Laat er onder ons en onder ons volk echter een andere, grótere vrees zijn: de vrees om tegen God te zondigen. Die vrees geeft vrijmoedigheid om met de dichter van Psalm 20 (een psalm die opgesteld is in oorlogstijd) te roepen: O HEERE, behoud; die Koning verhore ons ten dage van ons roepen.
Noten
1. De linkervleugel van het CDA van destijds verzette zich met een beroep op deze teksten tegen de komst van kruisraketten in ons land. Een deel van het CDA scheidde zich in die jaren af, en vormde een nieuwe partij, de PPR: Politieke Partij Radicalen. Deze partij ging met partijen als de PSP (Pacifistisch Socialistische Partij) op in het in 1990 gevormde Groen Links.
2. Numeri 21:14: (Daarom wordt gezegd in het boek van de oorlogen des HEEREN: Tegen Waheb, in een wervelwind, en tegen de beken Arnon)
3. Dr. J. Douma, Gewapende vrede, Amsterdam, 1982, p. 110 e.v.
4. Douma, a.w. p.108
5. Onderzoek Clingendael instituut in De Telegraaf van 15 maart 2025
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2025
De Wachter Sions | 16 Pagina's