Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

7 minuten leestijd

Kerkelijk Jaarboek 2025e

Het nieuwe kerkelijk jaarboek, de 77e jaargang, is weer verschenen. Zoals gebruikelijk zijn hierin de actuele gegevens vermeld van de predikanten, student, gemeenten (in binnenen buitenland), deputaatschappen, stichtingen, scholen, enz. In het jaaroverzicht worden de belangrijkste gebeurtenissen van het kerkelijk leven in 2024 weergegeven. Tevens is er een preek van ds. A. Schultink over Matth. 16: 13-18 in opgenomen. Voor geïnteresseerden in het kerke lijk leven bevat dit jaarboek weer veel informatie. De opmerkzame lezer zal zien dat er hier en daar wisselingen hebben plaatsgevonden, omdat ambtsdragers door de dood zijn ontvallen of wegens ouderdom of andere reden het ambt hebben neer­

gelegd. Tevens dat kerkverlating ook onze gemeenten niet voorbijgaat; er zijn nogal wat gemeenten waar het (doop)ledenaantal, overigens ook om andere redenen, is afgenomen. Ondanks al onze ontrouw en tekortkomingen in het ambtelijk werk, blijft de Heere echter de Getrouwe. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten (Hebr. 13:5b).

Het jaarboek is uitsluitend verkrijgbaar bij het Kerkelijk Bureau te Opheusden: email kb@ggin.info of tel. 0488-727060. De prijs bedraagt € 9,00 (exclusief verzendkosten) en € 12,50 (inclusief verzendkosten). Bij bestelling van vijf of meer exemplaren worden geen verzendkosten in rekening gebracht.

Ds. W.C. Lamain, Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden, Acht preken, De Banier – Apeldoorn, 146 blz., 2024, € 17,95.

De ouderen zullen zich ds. W.C. Lamain (1904-1984) nog wel herinneren, een markante persoonlijkheid, langzaam sprekend, met een zware stem. Tijdens zijn verblijf in Grand-Rapids (VS) bezocht hij van tijd tot tijd ‘het oude vaderland’, waarbij hij door het gehele land veel preekbeurten vervulde en oude vrienden bezocht. Veertig jaar na zijn overlijden is ‘Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden’ verschenen, een bundel met acht preken waarvan vier uit het Oude Testament en vier uit het Nieuwe Testament. In deze preken komt een doorleefde bevindelijke kennis van het leven der genade naar voren. Enkele voorbeelden hiervan uit verschillende preken: ‘Er zijn weinig mensen die niets hebben. (…) Die vanbinnen zó arm van geest is, zó uitgekleed en zó ontbloot, die vatbaar is voor de genade Gods in Christus’ (p. 47). ‘Maar de rijken zitten in de laagte (Pred. 10:6b, tekst van de preek; wv). Het klopt als een bus, mensen. Hoe meer genade een mens krijgt, hoe lager hij bij de grond zit’ (p. 57). ‘Hoe dichter de geestelijke bedelaars bij de Koning leven, hoe meer geheimen en verborgenheden ze van Hem weten, en hoe meer gebedsleven ze hebben’ (p. 82). Zeer eerlijk en met bewogenheid ging ds. Lamain met zijn hoorders om. ‘Er kunnen in ons leven vele ervaringen zijn: gestalten, begeerten, betrekkingen, verlangens en openingen.

Dat kan er allemaal zijn, en het kan allemaal van God zijn, maar het is geen grond om God te ontmoeten!’ (p. 101). ‘Bedrieg uw ziel toch niet voor de eeuwigheid. Want u kunt wel veel van uzelf denken, maar wat als God niet van u afweet? (…) Er zal een fundament moeten zijn!’ (p. 127). Ds. Lamain mag nu al ruim veertig jaar delen in wat hij eens sprak: ‘Wat een wonder voor dat volk! Wat een zaligheid hebben zij te wachten! Wat een heerlijkheid is hun bereid! Wat een verlossing zal hun worden geschonken! Wat een verzadiging zal straks hun deel zijn! Dan zijn ze de strijd voor eeuwig te boven’ (p. 144). Van harte wensen we de lezers de zielsbevindelijke praktijk van wat in deze preken beschreven wordt.

Jacobus van Houte – Formulier van het Heilig Avondmaal, verklaard en praktisch uitgelegd, Stichting Gereformeerd Erfgoed / Gebr. Koster – Barneveld, 501 blz., 2025, € 34,50.

Jacobus van Houte (1707 - ca. 1761) zal niet bij ieder bekend zijn. Naast zijn werk als zilversmid hield hij met toestemming van de kerkenraad wekelijkse godsdienstoefeningen, eerst in zijn geboorteplaats Zierikzee en na zijn derde huwelijk in Valkenburg (ZH). Van april 1756 tot april 1760 heeft hij het formulier van het Heilig Avondmaal (H.A.) behandeld. Deze oefeningen zijn door hem bewerkt en in boekvorm uitgegeven. Uit de inhoud blijkt dat Van Houte een man was met singuliere gaven, een verbazingwekkende Schriftkennis en van een grote belezenheid. Regelmatig wordt verwezen naar à Brakel, à Marck, Hellenbroek, Owen, Witsius, enz.

De oorspronkelijke uitgave in drie delen (in mijn bezit) bevat zeer lange en vaak ook ingewikkelde zinnen. Hertaling, voornamelijk door wijlen ds. J. Schipper, heeft geresulteerd in een zeer goed leesbaar geheel met kortere zinnen, tussenkopjes, enz.

De auteur heeft op grondige wijze het avondmaalformulier, zoals de subtitel aangeeft, verklaard en toegepast, voornamelijk gebruikmakend van Gods Woord. De aanhef ‘geliefden in de Heere Jezus Christus’ wordt gebruikt om duidelijk te maken dat een ware avondmaalganger enige kennis aan Christus dient te hebben. ‘Wanneer wij kennis aan Christus hebben, die wij liefhebben en beminnen, zullen wij ook moeten weten hoe wij Hem hebben leren kennen, want van nature kennen wij Christus niet. (…) Hij moet weten dat hij onmachtig is om zichzelf te behouden en te zaligen, dat al zijn deugden blinkende zonden zijn en voor Gods heilige ogen niet kunnen bestaan, en dat er bij hemzelf geen raad is om behouden te worden. Ja, zo iemand weet of hij kennis aan Christus gekregen heeft, zoals Hij in Gods Woord ontdekt wordt als geschonken tot rechtvaardigheid en heiligmaking en een volkomen verlossing (1 Kor. 1:30). En dat niet alleen in zijn bevatting, maar ook in de daadwerkelijke bevinding’ (p. 145).

Van Houte benadrukt dat er bevindelijke kennis van de drie stukken, ellende, verlossing en dankbaarheid, moet zijn. De avondmaalganger dient zich steeds te beproeven. Het H.A. is niet alleen voor bevestigde christenen, maar ook voor ‘sukkelende en neergebogen zielen’. ‘Ik vrees menigmaal dat alle vorige dingen slechts inbeeldingen geweest zijn, toen ik zo verblijd en vrolijk scheen te zijn en dacht zoveel in Christus te zien’ (p. 409). ‘Ik wil dat zulke bekommerde en verlegen zielen het Avondmaal gebruiken tot hun sterkte, omdat de Heere daar belooft hun als de vrucht van het Avondmaal datgene te doen genieten wat zij in hun bekommering nodig hebben en door Christus voor hen verworven is’ (p. 275). De auteur wist blijkbaar ook bij ondervinding wat het inhoudt wanneer Gods ware volk eens Avondmaal mag houden. ‘O, wat een troostbron in alle omstandigheden, sterkte onder aanvallende bestrijdingen, leven tegen alle doodsheid, licht te midden van de duisternis, wanneer de Zon der gerechtigheid haar stralen tot verlichting in het hart laat schijnen!’ (p. 306).

Met pastorale bewogenheid wordt omgegaan met degenen die niet of onwaardig aan het H.A. deelnemen. ‘Och, mijn vrienden, wie u ook mag wezen, zolang ware hartverandering ontbreekt, bent u hoogst ongelukkig. Uw avondmaalgang zal u niet helpen. De Heere Jezus ziet u en kent u, zo dikwijls u aan Zijn tafel komt, en Hij ziet u met ongenoegen. Enz.’ (p. 360). ‘Laat niemand denken dat het te laat is, al is hij dertig of veertig, ja nog meer jaar aan het Avondmaal geweest zonder er met de vereiste aandacht over nagedacht te hebben. U hebt nog met een ontfermende God te doen. (…) Maar de zaak kan geen uitstel lijden. Het moet vandaag gebeuren, morgen kan het te laat zijn. De nacht der duisternis, ik bedoel: de dood, kan u overvallen’ (p. 407).

We zijn de ‘Stichting Gereformeerd Erfgoed’ en de uitgever erkentelijk voor de waardige hertaling en de uitgave van dit inhoudsvolle boek. Voor dit boek (501 pagina’s) met grote bladspiegel is de prijs zeer redelijk.

We sluiten ons aan bij de door de auteur in 1761 neergeschreven wens: ‘Ik zal er eer genoeg in vinden wanneer ik mag merken dat mijn poging tot zegen van Gods volk zal mogen dienen, hetzij tot bemoediging van zwakke neergebogen zielen, hetzij tot versterking van Gods bevestigde volk. En het zou mij tot blijdschap en verkwikking zijn als het de Heere beliefde dit boek ook nog te gebruiken tot ontdekking en bekering van mensen die tot hiertoe zorgeloos hebben doorgeleefd, enz.’ (p. 30,31).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2025

De Wachter Sions | 16 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2025

De Wachter Sions | 16 Pagina's