Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De spraak van Kanaän (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De spraak van Kanaän (1)

6 minuten leestijd

Een verkeerde keus?

Het is ongeveer veertig jaar geleden dat ik tijdens een verkoping van tweedehands boeken een dagboek zag liggen dat na wat doorbladeren mijn interesse wekte. Ik had weleens van de schrijver gehoord, maar meer ook niet. Toen ik het gekocht had en mijn aanwinst liet zien aan iemand die doorwrocht was in de oude schrijvers, was de reactie zodanig dat ik het idee kreeg een verkeerde aankoop te hebben gedaan. Ook anderen waren niet zo enthousiast. Ik raakte in de war. Toch kon ik niet van het dagboek afblijven, en ik las het. Het was geschreven in een stijl die ik niet gewend was, hoewel ik er elementen in tegenkwam die ook kenmerkend waren voor de prediking van wijlen de predikanten G. van Reenen en Joh. van der Poel. Dan denk ik aan de geheel eigen stijl, het originele taalgebruik, het leven dat erin doorklonk én de voortdurende wisselingen in hoogten en diepten. Het dagboek was samengesteld uit geschriften van een prediker waaraan in het RD en verschillende kerkelijke bladen al aandacht geschonken is. Hij stierf 150 jaar geleden en zijn naam is dr. H.F. Kohlbrugge.

Levensloop

Wie meer wil weten over Hermann Friedrich Kohlbrugge kan daarover genoeg vinden, ook op internet. Daarom houd ik het nu bij een korte levensbeschrijving. In het volgende artikel laten we hem daarover zelf nog aan het woord.

Dr. Kohlbrugge is geboren in Amsterdam (1803) en stierf in het Duitse stadje Elberfeld (1875). In zijn jeugd behoorde het gezin tot de Hersteld Luthers-Evangelische Kerk. Toen hij theologie studeerde kwam het echter tot een breuk met dit kerkverband en werd hij lid van de Nederlandse Hervormde Kerk. Vanaf 1848 tot zijn dood was hij predikant van de Niederländisch-Reformierte Gemeinde in Elberfeld. Regelmatig kwam hij de grens over en vanuit Nederland ontving hij verschillende beroepen.

Sommigen zetten hem vanwege zijn invloed op één lijn met Luther en Calvijn. Er bestaat nog steeds een ‘Stichting Vrienden van Dr. H.F. Kohlbrügge’.

De spraak van Kanaän

In dit en het komende artikel, dat Deo volente rond de Pinksterdag zal verschijnen, wordt aandacht geschonken aan wat dr. Kohlbrugge heeft geschreven over de ‘spraak van Kanaän’. Dat heeft hij meerdere keren gedaan naar aanleiding van de tekst uit Jesaja 19:18: Te dien dage zullen er vijf steden in Egypteland zijn, sprekende de spraak van Kanaän. Toen hij over deze tekst nadacht, vloeide uit zijn pen een vrij bekend geworden boekje voort: ‘De taal Kanaäns – Een gesprek tussen twee reizigers naar de eeuwigheid’.

Op de titelpagina is daaraan toegevoegd: ‘Voor het volk’. Daarnaast heeft dr. Kohlbrugge over deze tekst gepreekt op Pinkstermaandag 5 juni 1854.

Aangeblazen worden

Dr. Kohlbrugge schrijft in het boekje wat de aanleiding was om zich in de ‘taal van Kanaän’ te verdiepen. ‘Voor enige tijd, toen ik mijn hoofdkussen liet zwemmen van mijn tranen, vanwege de bittere nood van mijn ziel, en ik om antwoord aanhield, erom aanhield dat de Heere een woord van vrede tot mijn ziel zou spreken, was het mij eerst, alsof ik verstoten was.’ Hij denkt dan aan vraag en antwoord 27 van de Heidelbergse Catechismus (over de voorzienigheid Gods, waarin in het antwoord staat geschreven: ‘… en alle dingen, niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen.’), waarvan de woorden ‘alle dingen’ hem tot troost zijn. Dr. Kohlbrugge vervolgt: “Ik lachte als een kind aan de moederborst en dacht tegelijk: die jongeling [de 28-jarige Ursinus en de 26 jaar oude Olevianus], die dat kleine boek maakte, waar zoveel in staat, dat men het in honderd jaren niet uitleest, was toch een profeet van de Heere.’ Hij denkt door over het woord ‘profeteren’ en komt dan uit bij de oorspronkelijke betekenis: ‘aangeblazen worden’.

Ten slotte komt hij bij de voorzegging in Jes. 19:18. Hij begrijpt dat met de ‘spraak van Kanaän’ niet het Hebreeuws bedoeld kan zijn. Het moet een spraak, een taal zijn die ‘voor de beschaafde Egyptenaar zowel als voor de bevooroordeelde Jood wat vreemds, wat aanstotelijks had’. Hij schrijft: ‘En als zij die toch zouden spreken en dus ook liefkrijgen, dan moest dat wel een wonder van God zijn, zodat het spreken van die spraak wel op hetzelfde uitkwam, als het leren van dat lied dat niemand kan leren dan hij, die van de wereld gekocht is (Openb. 14: 3)’. Vervolgens verdiept hij zich in die spraak. Hij valt in ‘een zoete slaap’, maar zijn hart waakt. Hij ziet dan twee mensen wandelen, de één ‘in een nevel, de ander in het licht’. Hij noemt de twee mannen ‘Vraag-vrij’ en ‘Recht-uit’.

De taal van Kanaän

Het gesprek dat zij voeren geeft de ‘taal van Kanaän’ weer. We komen daarin niet allerlei uitdrukkingen tegen die later in het gezelschapsleven nogal opgang deden. Nee, met de taal van Kanaän bedoelt dr. Kohlbrugge de beschrijving van het leven van een kind van God. Dat doet hij, zoals eerder gezegd, in zijn eigen, frisse stijl. Het is enigszins vergelijkbaar met wat Bunyan gedaan heeft in bijvoorbeeld de pelgrimsreis van Christen en ‘De heilige oorlog’.

Ook Kohlbrugge had een taalrijk, beeldend vermogen. De kern van zijn boodschap is: de zondaar ligt dood in misdaden en zonden (wat ook door Gods volk ervaren wordt met betrekking tot de oude mens) en ontvangt het leven bij aanvang en bij voortgang alleen door en uit Christus.

Voorbeelden

Tot afsluiting van dit eerste artikel neem ik enkele stukjes over uit ‘De taal Kanaäns’.

Het begin

Vraag-vrij (V): Wat ben ik blij, dat ik u ingehaald heb; waar wilt u heen? Recht-uit (R) Waar ik vroeger niet heen wilde, en soms zie ik, dat ik er nog niet heen wil.

V: Waarom loopt u dan deze weg?

R: Dat doe ik uit vrije keus. Of ik al niet wilde en soms nog niet wil, zo wil ik toch niet anders, al kon ik anders.

V: Wat hebt u dan op het oog?

R: Het eind: een stad, waarvan ik gelezen heb, en waarvan ik in mijn binnenkamer een levendige prent zag.

Geboorte

V: Hoe was u bij uw geboorte?

R: Mijn moeder speelde veel met een slang, zodat ik bij mijn geboorte meer van een slang dan van een rechtschapen mens had. Ik kwam blind ter wereld en was van binnen één boze zweer. De Dokter zei dadelijk, dat ik daar nooit geheel van genezen zou maar daaraan vroeg of laat zou moeten sterven.

V: Maar u ziet er nu toch zeer gezond uit!

R: Dat komt van een zekere tinctuur [geneesmiddel] die ik bij mij draag; ik word wel genoodzaakt daar telkens enige droppels van te nemen; die helpen dan dadelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De spraak van Kanaän (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's