Meditatie
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen waar gij niet wilt. Johannes 21:18
Geliefde lezer,
Zojuist heeft Petrus tot drie keer toe beleden dat hij Jezus lief heeft en is toen door Hem in het ambt hersteld. Vervolgens bevestigt de Heere in onze tekst de weg die vóór Petrus ligt. Een kruisweg die zal eindigen in de marteldood.
Vaak geeft de Heere achteraf licht over de levensweg. Maar Petrus krijgt dit vooraf! Waarom? Een verklaarder geeft aan dat de Heere dit doet omdat Petrus anders zou kunnen denken dat de kruisweg een straf is vanwege zijn verloochening van Christus. De kruisweg die Gods kinderen moeten gaan is een bijzondere genade, verworven door Christus. In deze weg zal God verheerlijkt worden, zal Jezus worden aangekleefd en zal men Zijn beeld meer en meer gelijkvormig worden. Het kruis is de naald waarmee de Heere Zijn beeld in het leven van Zijn kinderen borduurt. Van nature strijdt men tegen zo’n weg. Maar als de Heere door Zijn liefde inwint voor het kruis, dan getuigt men met Datheen: ‘Geen meerder goed, Heer’, Gij mij geven meugt Dan dat Gij mij vernedert en maakt kleine; Dat ik leer Uwe wet die mij verheugt. Veel zilver en goud, gelouterd zeer reine, Is niet zo kostelijk, noch goed van deugd, Als Uw woord is en Uwe wet alleine’.
Voordat de Heere de verdere levensweg van Petrus tekent, geeft Hij een terugblik in zijn leven. Hier mee geeft Hij aan dat Hij het karakter van Zijn schapen kent. Wat een oorzaak tot eeuwige verwondering dat Hij ondanks hun (karakter) zonden en zwakheden hen keer op keer weer opzoekt in Zijn liefde en onderwijs wil geven!
De Heere gebruikt in onze tekst een beeld uit het dagelijks leven. Omdat lange jassen lastig zijn bij het lopen, gordt men deze met een riem. Als men jong is, wil men dat, onafhankelijk van wie dan ook, zelf doen. Maar als men oud of zwak is en de lichamelijk krachten minder worden, moet men in afhankelijkheid de handen uitstrekken om gegord te worden. Door dit beeld uit het dagelijks leven tekent de Heere ook ons aller beeld. Sinds onze diepe val willen we onafhankelijk van de Heere zijn. We willen zelf, onafhankelijk van Gods Woord, onze levensweg bepalen.
Was de levensweg van onze ouderen maar meer tot voorbeeld van de jongeren. Waarom verlaten veel jongeren de kerk? Omdat er levende voorbeelden gemist worden die wandelen in de tere vreze des Heeren. Ook Gods kinderen gorden zichzelf zo vaak in eigen kracht. Bijvoorbeeld als ze denken in eigen kracht Jezus lief te kunnen hebben, Hem te kunnen dienen, Hem te kunnen volgen. Wat kreeg de dienende Martha een pijnlijke les toen de Heere erop wees dat Maria Hem diende door aan Zijn voeten te zitten en te luisteren naar wat Hij te spreken had.
Wat gordde Mozes zichzelf toen hij in zijn veertigste levensjaar dacht dat de tijd gekomen was om Israël te verlossen. De Heere achtte nog 40 woestijnjaren nodig om hem geschikt te maken om Zijn volk te leiden. Toen het Gods tijd was, had hij geen kracht meer om zichzelf te gorden maar gordde de Heere hem als de Ik Zal zijn Die Ik zijn zal. Hoe meer de Heere ontdekt aan ons boze bestaan, hoe onbekwamer en ongeschikter we worden om de Heere te dienen en te volgen en te arbeiden in Zijn Koninkrijk.
Wat heeft ook Petrus zichzelf gegord. Bijvoorbeeld toen de Heere Zijn lijden en sterven aankondigde. Toen wilde hij Hem uit liefde in eigen kracht tegenhouden: Heere, zijt U genadig: dit zal U geenszins geschieden. Kent u dit? In eigen kracht proberen zalig te worden, de zonde uit te wissen, de schuld te betalen, Gods Koninkrijk in stand te houden? Wat zijn er een liefdesslagen van de Heere nodig om te leren dat ons arglistige hart zichzelf zoekt, terwijl men denkt Gods eer te bedoelen.
De tekst gaat verder: en wandeldet alwaar gij wildet. Petrus wandelde zelfs tot in het paleis van Kájafas. Daar viel hij in zijn karakterzonde om zichzelf te gorden. Het was nodig om alles waarop Petrus bouwde buiten Jezus te verliezen. Als men zichzelf nog kan gorden en lopen waar men wil, dan is er geen plaats voor een dienende en leidende Jezus. Wat zijn er scherpe doorns nodig om te leren dat men ganselijk onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad blijft. Alleen in deze weg zal men leren als een hulpeloos kind de handen uit te strekken naar Christus, al smekende: ‘Heere wees mij genadig en gord mij om U te bedoelen, te dienen en te volgen, want dat bent U alleen waardig’.
Maar wanneer gij zult oud geworden zijn, (…) [zal] een ander u gorden en brengen waar gij niet wilt. Dat is tegen de onafhankelijke Simonsnatuur, die zijn eigen weg wil bepalen. Kruis, lijden, strijd zijn nodig om eigen wil, eigen kracht, eigen wijsheid, ja alles te verliezen om zich over te geven aan de Heere en zich te laten leiden door Zijn hand. Op de kruisweg sterft de Simonsnatuur langzaam. Paulus kende dat ook uit ondervinding: Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde tenietgedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen (Rom. 6:6). De kanttekening geeft bij het woord tenietgedaan aan: “allengskens meer en meer (…) met de nadere toe-eigening van de dood van Christus.”
Hoe verder op de kruisweg, hoe ellendiger, jammerlijker, armer, blinder, naakter en groter zondaar men wordt. De handen uitstrekken is een beeld van totale hulpeloosheid en krachteloosheid. Maar tevens een beeld van gewilligheid en overgave. Die gewilligheid en overgave is er alleen als het geloofsoog geopend wordt voor de stervende liefde van Christus. Dan is het: De wil des Heeren geschiede.
Om de kruisweg te bewandelen is de kracht van de Kruisdrager nodig. Deze wil Hij schenken in een weg van volgen. Daarom zegt de Heere tot Petrus: volg Mij. Alsof de Heere tot Petrus zegt: “Loop nu niet langer, uzelf gordende, voor Mij uit. Dan ziet u Mij niet en ligt u bloot voor alles wat tegen ‘Mij volgen’ is. Petrus, als u daarentegen Mij volgt, dan zult u de weg gaan die Ik voor u gegaan ben. Dan bent u niet alleen. Dan zult u in het water niet verdrinken en in het vuur niet verbranden.”
Aan het volgen van Jezus is zelfverloochening verbonden (Matth. 16:24). Daarom is het volgen van Jezus onmogelijk in onszelf. Want zelfverloochening is tegen jezelf handelen, jezelf afvallen, jezelf opofferen, ja, is alles waar een hoogmoedig Adamskind tegen strijdt. Zelfverloochening, en het volgen van Jezus, is alleen mogelijk in een levende geloofsgemeenschap met Jezus, Die Zichzelf vernietigd heeft, het kruis heeft verdragen en schande veracht. ‘Volg Mij’ is ook een nodiging tot heerlijkheid. Want Jezus ging de weg van kruis naar kroon. Zo zal de Kerk in gemeenschap aan Zijn lijden aan het einde van de reis de eeuwige heerlijkheid ontvangen. Ja, de kruisweg is de hemelbaan (Kohlbrugge).
Wie volgt u/ jij? Waar zal uw/jouw weg eindigen? De Heere vraagt ook van u/jou: volg gij Mij (Joh. 21:22).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's