Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De reis van een pelgrim naar de eeuwigheid (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De reis van een pelgrim naar de eeuwigheid (1)

Een reis vol beelden

6 minuten leestijd

Het boek ‘De pelgrimsreis naar de eeuwigheid’ van John Bunyan behoort tot de wereldliteratuur. Er wordt gezegd dat dit boek naast de Bijbel het meest vertaalde en verkochte boek ter wereld is. Tien jaar na verschijning zijn er al 100.000 exemplaren verkocht. Inmiddels is het in meer dan tweehonderd talen gedrukt. Het is dus een beroemd boek.

Titel

De volledige Engelse titel is ‘The Pilgrim’s Progress from This World to That Which Is to Come’, kortweg: ‘The Pilgrim’s Progress’. Letterlijk vertaald in het Nederlands is de titel: De pelgrimsreis van deze wereld naar de komende wereld. Deze titel komen we vrijwel nooit tegen. Het boek is meer bekend onder de naam ‘Christenreis’. Voor deze artikelenserie grijp ik terug naar de oorspronkelijke titel. De naam ‘Christen’ gebruikt Bunyan niet zélf in de titel, maar het woord ‘pelgrim’.

Die benaming wijst op iemand die op reis is en die zich niet thuis voelt in de wereld waarin hij zich bevindt. Een pelgrim is een vreemdeling voor degenen die hij ontmoet. Dat is een kenmerk van een christen (Ps. 69:9; Ps. 119:19).

Bunyan gebruikt in de titel het Engelse woord ‘progress’. In het Nederlands kent dat woord verschillende betekenissen, zoals vooruitgang, verloop, vordering (maken), verbetering, toeneming en beterschap. Samengevat kan gezegd worden dat Bunyan een reis beschrijft waarin sprake is van geestelijke vorderingen. Die geestelijke vorderingen betekenen niet dat de pelgrim een onafgebroken reis omhoog maakt. Bunyan beschrijft ook afdwalingen en dieptepunten, waarbij nogal eens meer sprake is van achteruitgang dan van vooruitgang. Niet voor niets gebruikt Bunyan aan het begin van zijn verhaal het beeld van een reis door de woestijn. Ook de woestijnreis van het volk van Israël was geen reis waarin alleen maar vooruitgang werd geboekt. Tot aan de grens van Kanaän blijkt dat volk een murmurerend volk te zijn. Elke keer weer moet de Heere er aan te pas komen om hen op de rechte weg te leiden.

De verdediging van Bunyan

John Bunyan begreep dat de wijze waarop hij de geestelijke ervaringen van een pelgrim op weg naar de hemel beschreef, vragen kon oproepen. Het boek was geen preken-, gedichten- of meditatiebundel. Het was een boek vol met fantasierijke beelden. Hij ging daarom niet over één nacht ijs, maar vroeg verschillende vrienden (waaronder de beroemde John Owen, professor in de godgeleerdheid) naar hun mening. Hij kreeg verschillende reacties. Hij heeft zijn boek daarom vooraf laten gaan door een lang ge­dicht waarin hij het karakter van zijn boek verdedigt. Ik noem enkele zaken daaruit.

Hij was bezig met het schrijven van een ander ‘werk’, zeer waarschijnlijk ‘De wedloper naar de hemel’. Terwijl hij dat schrijft, komen er in zijn gedachten ineens allerlei beelden naar boven borrelen. Hij noemt ze ‘allegorieën’, waarmee hij een soort gelijkenissen bedoelt. Hij schrijft:

‘Meteen schreef ik ruim twintig taferelen neer

En weldra zag ik in mijn geest er twintig meer.

Hun aantal groeide sneller op den duur

Dan vonken vliegen van een laaiend kolenvuur.’

Als hij het boek ter goedkeuring aan anderen laat zien, zegt de een: ‘Laat het leven’, de ander: ‘Laat het sterven’. De een zegt: ‘John, laat het drukken’, de ander zegt: ‘Doe dat niet’. Op het laatst denkt Bunyan: ‘Als jullie daarover zo verdeeld zijn, dan besluit ik het maar te laten drukken. En zo werd de zaak beslist.’ Hij besluit de gevolgen af te wachten.

Hij ziet zichzelf als een visser die al zijn list en kundigheid gebruikt om de vissen te zoeken en uit hun schuilhoeken te verdrijven. Ook denkt hij aan de vogelaar die zijn netten spant en zijn lokroep laat horen om vogels te vangen.

In het gedicht gaat Bunyan in gesprek met een kritische lezer, die spreekt over een duister, verzonnen en niet-degelijk boek. Hij legt uit dat God Zelf gebruik heeft gemaakt van de beeldspraak van veel zaken in de tempeldienst als schaduwen van Zijn wetten en Evangelie, zoals de striklisjes en pinnen, runderen en schapen, vogels en specerijen. Ook profeten gebruikten vaak beelden om de waarheid te verkondigen. In het duister is vaak het volle licht verborgen. In de gelijkenissen ligt goud en zijn parels verborgen, die het waard zijn om opgegraven te worden.

Bunyan noemt daarna nog drie overwegingen. Er bestaat ten eerste geen enkel bewaar tegen de door hem gebruikte methode, als er maar geen lezers gekwetst worden en als het dienstbaar is aan de waarheid. Daarvan getuigen de voorbeelden van hen die vroeger Gods Woord verkondigden. Ten tweede gebruiken de beroemdste schrijvers dezelfde methode in het schrijven, en niemand denkt eraan hen te verachten. Als de waarheid maar niet verdraaid wordt. De Heere bestuurt de geest en de pen van mensen tot volvoering van Zijn plannen. In de derde plaats wijst Bunyan erop dat Gods Woord op veel plaatsen gebruikt maakt van beeldtaal.

Vervolgens vertelt Bunyan dat zijn verhaal gaat over een man die zoekt naar een eeuwigdurende prijs en wat hij daarvoor verlaat. Het boek gaat echter ook over hen die vanuit verkeerde motieven de kroon van het leven zoeken en als een dwaas sterven. Het is Bunyans verlangen dat de lezer ook een pelgrim wordt. Hij hoopt dat trage pelgrims de hand aan de ploeg slaan. Tot slot wijst Bunyan erop dat het boek gelezen moet worden met hoofd en hart, zodat het boek, het hoofd en het hart tot één worden.

Omstandigheden

Het grootste deel van het boek heeft Bunyan geschreven toen hij gevangen zat. Die gevangenschap is het gevolg van het samenkomen in kerkdiensten buiten de Anglicaanse Kerk. Bunyan moet voor de rechter verschijnen, maar mag de nabijheid van de Heere ervaren. Hij preekt in de gevangenis onder andere over ’De heilige stad of het Nieuwe Jeruzalem’ en mag dus ver vooruit kijken. Daar begint hij ook aan zijn beroemdste boek, de ‘Christenreis’. Zoals uit zijn verantwoording in het gedicht blijkt, doet hij dat naar aanleiding van allerlei beelden die in hem opkomen tijdens het schrijven van ‘De wedloper naar de hemel’. Dat boek schrijft hij naar aanleiding van een gedeelte van 1 Kor. 9:24: Loopt alzo dat gij die [de prijs] moogt verkrijgen. Het thema van beide boeken ligt dus heel dicht bij elkaar: een wedloper en een pelgrim, beiden op reis naar de hemel. De ‘Christenreis’ is zeer waarschijnlijk ontstaan tussen maart 1668 en maart 1671. Het laatste gedeelte schrijft hij als hij weer uit de gevangenis is. De eerste publicatie rolt in 1678 van de pers.


Bronnen

Voor het schrijven van de artikelen wordt gebruikt gemaakt van de uitgave van L. van Beveren (uitgegeven door J.J. Groen & zoon B.V. te Leiden, 1973, waarin veel aantekeningen zijn opgenomen) en de uitgebreide en zeer lezenswaardige uitgave van prof. dr. A. Baars (serie Puriteinse Klassieken, deel 3. © B.V. Uitgeverij De Banier, Apeldoorn 2018), waarin ook het gedicht is opgenomen dat hierboven beschreven is.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De reis van een pelgrim naar de eeuwigheid (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's