De Blijde Inkomste (IV)
De volgende dag, toen de grote menigte die voor het feest gekomen was hoorde, dat Jezus naar Jeruzalem kwam, namen zij palmtakken, gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren! en. De koning van Israel' Maar Jezus antwoordde hun, zeggende- De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u- Indien het tarwegraan in de aarde met valt en sterft, zo blijft het alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. Ev. Johannes 12 : 12, 13, 23, 24
Het twaalfde hoofdstuk van het Evangelie van Johannes IS bij uitstek het hoofdstuk van de blijde inkomste: de intocht in Jeruzalem Het is of alle voorafgaande gebeurtenissen zich als lichtstralen nu samentrekken in één brandpunt- Jeruzalem Ook zou men kunnen spreken van de inzameling van de oogst nadat het zaad van het Evangelie drie jaren was uitgestrooid op de akker van Israel. Nu zal blijken, of de Here Jezus als de door God gezonden Heilskomng herkend IS.
Welnu, men mag spreken van een grote oogst De grote menigte die uittrok Hem tegemoet, is die oogst. Men verwelkomt Hem met palmtakken als een Overwinnaar, en heft de jubelkreet aan- "Hosanna, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!" en. "De koning van Israel'".
Alle vier Evangeliën vermelden de geschiedenis van de intocht in Jeruzalem. Toch is de inkadering ervan in het geheel van het Evangelie bij Johannes heel anders dan bij Mattheus, Marcus en Lucas. Bij hen volgen op het relaas van de intocht nog vele gebeurtenissen en ontmoetingen Daarbij zien wij de spanning tussen Jezus en de Joodse machthebbers steeds sterker worden Overduidelijk blijkt, dat een conflict onvermijdelijk is. Dan volgt de gevangenname, de veroordeling en de dood In het Evangelie van Johannes vinden WIJ over dat alles maar heel weinig De stervensweg van de Here Jezus komt erdoor in een ander licht te staan De Joodse overpriesters en schriftgeleerden worden wel genoemd, zoals ook Pilatus genoemd wordt, maar het zijn achtergrondfiguren, figuranten. De ene handelende figuur om wie alles draait, die ook de eigenlijke initiatiefnemer bij de gebeurtenissen is, en die tijd en plaats bepaalt, is alleen Jezus. Zijn stervensgang IS daarom in het Evangelie van Johannes veel minder veroorzaakt door een conflict met de Joodse overheden, veel minder een gevolg van boze intriges, valse beschuldigingen, groot onrecht Veeleer IS er volgens Johannes sprake van een vrijwillige, priesterlijke offergang. Het is of Johannes de Here Jezus plechtig en overgegeven een tempel ziet binnenschrijden om daar als hogepriester een offer te brengen, het offer van Zichzelf. Dat beluister ik in die gewijde taal: "De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden" (vers 23).
Er is nog iets opmerkelijks in Johannes' weergave van de intocht in Jeruzalem. Dat is de benaming van de Here Jezus als de Zoon des mensen. Niet dat die naam bij de andere Evangelisten met voorkomt, maar zeer zeldzaam. Het is duidelijk, dat Johannes aan die naam veel gelegen is Het moet hem opgevallen zijn, dat elke keer als het bij een ontmoeting of gesprek met Jezus tot een hoogtepunt kwam, Hij over Zichzelf sprak als de Zoon des mensen. Zo bij Nathanael en bij Nicodemus Zo ook in het onderhoud met de Griekse proselieten kort na de intocht in Jeruzalem. Johannes als de meest nabije, intieme discipel moet daaruit opgemaakt hebben, dat het voor Jezus die zelfgekozen benaming is geweest, die het meest passend het geheimenis van Zijn Persoon tot uitdrukking bracht De schare mag Hem dan bij de blijde inkomste in Jeruzalem hebben bejubeld als Koning van Israel, — Johannes als de discipel die vertrouwder dan alle anderen met Jezus verkeerd heeft, weet dat het met die naam is die de Here Jezus Zichzelf toekende Hij is de Zoon des mensen.
Er komen in de Evangeliën veel namen voor, die iets tot uitdrukking brengen van de rijkdom van de Here Jezus De bekendste is ongetwijfeld- Christus Maar ook wordt Hij genoemd- de Zone Davids, de eniggeborene van de Vader, het vleesgeworden Woord. De titel: Zoon des mensen heeft echter een inhoud en betekenis, die in geen van de andere benamingen terug te vinden is Niemand heeft die naam voor Hem bedacht. Hijzelf heeft Zich die naam toegeëigend
Het IS in eén van de jongere geschriften van het Oude Testament, dat wij die naam voor het eerst tegenkomen, namelijk in het sterk apokalyptisch-gekleurde boek Daniel in een van de visioenen van de profeet Men zou de betekenis ervan kunnen omschrijven als een messias-gestalte. Maar dan een messias-gestalte, die het nationaal-Joodse kader ver overstijgt De Zoon des mensen is een figuur uit de eindtijd, die de drager is van een alomvattende en eeuwige heerschappij. Een heerschappij, die in elk opzicht het tegendeel is van de heerschappij van wereldse machthebbers. Zoals hun heerschappij maar al te vaak het karakter heeft van het onmenselijke, het bestiale en infernale, zo is de heerschappij van de Zoon des mensen vol van genade en waarheid, van lieflijkheid en heerlijkheid. Het is een heerschappij, die gehjkenis heeft met de heerschappij van Adam in de hof van Eden. De Zoon des mensen zal de drager zijn van Gods heilsheerschappij over gans de schepping.
Vanuit de vele gesprekken en ontmoetingen die Jezus gehad heeft, is het de Evangelist Johannes allengs duidelijker geworden wie Hij is. Reeds in de geschiedenis van de roeping van Nathanaël rept hij ervan als hij in de weergave van die ontmoeting Jezus' woord aanhaalt: "Voorwaar, voorwaar. Ik zeg ulieden, gij zult de hemel open zien en de engelen Gods opstijgen en nederdalen op de Zoon des mensen". Ook in het gesprek met Nicodemus: "En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden". En na de intocht in Jeruzalem bij de ontmoeting met de Griekse proselieten: "De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen moet verheerlijkt worden". In elk van die uitspraken ligt een verwijzing naar het aanbreken van de heilsheerschappij van de Zoon des mensen. Dat maakt die uitspraken zo plechtig, zo geheimzinnig, zo geladen. Er wordt gerept van een geheimenis, dat onthuld zal worden; van een verborgenheid, die geopenbaard zal worden. Er wordt over gesproken als iets dat zeer aanstaande is: "De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden". Op die onthulling gaat het dus af na de intocht in
Op die onthulling gaat het dus af na de intocht in Jeruzalem. De schare bejubelde Christus wel als de Koning van Israël, maar Johannes is zich bewust dat zich bij de intocht een gebeurtenis voltrok van veel dieper inhoud en veel groter draagwijdte. Het is niet de messias van Israël, die hier Jeruzalem binnenrijdt op een ezelin; het is Iemand van veel groter allure. Het is de Zoon des mensen, dat wil zeggen: Hij die binnenkort de heilsheerschappij Gods over heel de schepping zal dragen. Daarom is het ook niet de ure dat, overeenkomstig de vurige verwachting van Israël, het koninkrijk van David weer opgericht zal worden. Neen, alle tong en natie in Oost en West, Zuid en Noord, zijn er op het nauwst bij betrokken. Het is niet alleen Israels ure, maar het beslissende uur voor alle volken.
En zo schildert Johannes dan de Here Jezus als de toekomstige Drager van de heilsheerschappij Gods, die na de intocht in Jeruzalem Zich opmaakt om een heiligdom binnen te treden: het heiligdom van Zijn lijden en sterven. Daar in dat heiligdom zal het geheim onthuld worden; daar zal de Zoon des mensen verhoogd worden. Hij schrijdt dat heiligdom binnen als een priester om de handeling te volbrengen, die voorwaarde is voor Zijn verheerlijking. Wie zal die offergang kunnen begrijpen; wie de diepte en duisternis ervan peilen?
Het volk dat Hem gisteren nog bejubelde, de discipelen die Hem aan de laatste Paasmaaltijd trouw gezworen hadden, ook Zijn vijanden Annas en Kajafas en Pilatus, — ze zijn allen teruggeweken en het zicht op Hem kwijtgeraakt. Hij gaat Zijn weg alleen in op- 34perste eenzaamheid, maar in volledige toewijding en overgave. Het enige wat wij ervan weten, is dat in die ure het aardse kleed van Hem afgenomen is; niet slechts de kostbare mantel die Hij bij Zijn omwandeling gedragen had, maar ook het gewaad van Zijn verwantschap. Zijn afkomst en traditie. Het kleed van Zijn afstamming uit het geslacht van David. Het kleed van Zijn jeugd en volwassenheid. Dat alles legt Hij als vrijwillig offer af in de tempel van het lijden.
Waarom deze ure van smart en eenzaamheid? Omdat Hij als Zoon des mensen verhoogd en verheerlijkt zou worden. En hoe verdraagt zich met het volmaakte, heilige, goddelijke kleed van de Drager van Gods heilsheerschappij over gans de schepping enig restant van schamele, verzondigde, aardse kledij? Neen, alle overblijfselen, alle herinneringen, alle betrekkingen tot het verleden offerde Hij op en liet Hij achter Zich, opdat niets Zijn verhoging en verheerlijking als Zoon des mensen in de weg zou staan.
Van die ure af aan kent niemand Hem meer naar het vlees (II Cor. 5 : 16). Zeker, Hij was, maar is nu niet meer de zoon van Jozef en Maria. Hij was de Zone Davids, maar nu niet meer. Hij was Israëliet en onder de Wet, maar nu niet meer. Hij was de man uit Nazareth, de Joodse rabbi, maar nu niet meer. Hij was de historische Jezus, naar wie de theologen nog altijd ijverig op zoek zijn, maar Hij is het niet meer. Want de ure is gekomen en volbracht, dat Hij als de Zoon des mensen verhoogd en verheerlijkt is. Het andere is als de grafdoeken achtergebleven in de hof van Jozef van Arimathea. Dat is het Evangelie van Jezus Christus, zoals het
Dat is het Evangelie van Jezus Christus, zoals het ons door Johannes is overgeleverd: De ure is aangebroken, dat de hemel geopend is en de engelen Gods opstijgen en neerdalen op de Zoon des mensen (Ev. Joh. 1 : 52). En: De Zoon des mensen is verheerlijkt, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Ev. Joh. 3 : 14, 15). En: Als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken (Ev. Joh. 12 : 32). ,.,,«,»,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1989
Ecclesia | 8 Pagina's