Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ten Geleide

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ten Geleide

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woord vooraf

Mijn mede-redacteur Dr. J. van Oort heeft bij de herverschijning van Kohlbrugge's "Het lidmaatschap bij de Hervormde Gemeente hier te lande mij willekeurig belet" aan dit geschrift onderstaand "Ten geleide" meegegeven, waarvan de inhoud voor zichzelf spreekt.

Dit voornaam uitgevoerde boekwerk is, gebonden en voorzien van stofomslag, tegen de prijs van/ 37,50 verkrijgbaar in de boekhandel.

Van harte aanbevolen!

D. VAN HEYST

Kohlbrugge's "Lidmaatschap" behoort tot die documenten uit de geschiedenis van de Kerk, die het waard zijn aan de vergetelheid te worden ontrukt. Niet eens zo lang geleden — in 1833 — verscheen dit merkwaardige en intussen hoogst zeldzame geschrift voor het eerst. Het werd uitgegeven bij J. H. den Ouden te Amsterdam en naar men mag aannemen hebben bevriende handen — zoals zo vaak in Kohlbrugge's leven! — hierin hulpvaardige dienst bewezen. Geschreven en samengesteld was het werk aan het doodsbed van zijn eerste vrouw en kort na haar overlijden kwam het uit. Kohlbrugge was toen ambteloos burger te Utrecht, beroofd van zijn goede naam en eer, weduwnaar met de zorg voor twee kleine kinderen, niet eens officieel lid van een kerkelijke gemeente en vooral: van de mogelijkheid om toegelaten te worden tot het ambt van dienaar des Woords in de kerk van zijn doop definitief afgesneden!

Het was onder deze omstandigheden dat Kohlbrugge zijn geschrift publiceerde. Men proeft er het benarde van de situatie uit, het schrijnende onrecht een dienaar van Christus aangedaan, de klacht van de verdrukte die roept tot God. Hier spreekt een man die de woorden van apostelen, profeten en psalmisten voluit de zijne weet en in zijn nood zich beroept op de rechtvaardige Rechter: "Gij toch aanschouwt de moeite en 125 het verdriet, opdat men het in Uw hand geve"! Hier horen wij een man die inderdaad tegendraads is en zelfs een onruststoker, maar dan omdat de nood hem is opgelegd, omdat hij weet van zijn roeping en moet getuigen dwars tegen allerlei kerkelijke gezapigheid en liberalisme in. Nergens komt deze kerkelijke toestand schrijnender tot uitdrukking dan in het verslag dat Kohlbrugge geeft van het gesprek met een van zijn belangrijkste tegenstrevers: "Wij moeten rust hebben in onze Kerk, rust moeten wij hebben!!" (p. 106).

Wie na ruim anderhalve eeuw naleest hoe hier een kleine groep kerkelijke machthebbers het beleid bepaald heeft, hoezeer zij samenspant om de begaafde jonge doctor theologiae buiten de deur te houden, hoeveel moeite zij zich getroost om voor dit doel zelfs de reglementen te veranderen en nieuwe bepalingen toe te voegen, — hij of zij wordt opnieuw bewogen. Uit deze verzameling documenten spreekt niet slechts een afgedaan en toegedekt verleden, een episode uit de geschiedenis van onze vaderlandse kerk die interessant is om kennis van te nemen, maar intussen voorgoed voorbij. Hier evenwel rijzen oude bescheiden uit boven hun direkte betekenis en zijn zij geworden tot een blijvende aanklacht tegen elke vorm van zogenaamd tolerant liberalisme in welke kerk ook, tegen elke vorm van kerkelijke machtspolitiek, tegen elke poging de waarheid in ongerechtigheid ten onder te houden. Wanneer hier gezwegen was, zouden zelfs de stenen spreken!

Met de uitgave van dit boek heeft Kohlbrugge zijn zaak willen brengen voor de rechtbank van de openbare mening. En vooral heeft hij op deze wijze verantwoording willen afleggen voor de vaderlandse gemeenten (p. 139). Dat hij — zozeer bekend met en aanvankelijk gewaardeerd door leidende figuren uit de kring van de Afscheiding — op grond van zijn wederwaardigheden r\iet met genoemde beweging is meegegaan, mag zeker óók een wonder van de negentiende eeuw heten. Men kan de diepliggende theologische redenen voor zijn houding nog steeds het best nalezen in J. C. S. Locher's Kohlbrugge en de Afscheiding (Amsterdam 1934). Daarnaast formuleerde Noordmans treffend: "Want deze prediker had een volkskerk nodig waarin zijn stem ver genoeg droeg om op de naakte werkelijkheid van het leven te stoten". * *

*

De hier toegemeten ruimte laat niet toe, dat op de achtergronden en draagwijdte van Kohlbrugge's "Lidmaatschap" nader wordt ingegaan. Er is reden om aan te nemen, dat rond ontstaan en doorwerking van dit geschrift nog een en ander te ontdekken valt, niet in de laatste plaats in kerkelijke archieven. Wellicht dat, nu het werk opnieuw onder de aandacht komt, onderzoekers zich hiertoe speciaal aangespoord weten.

Hier past tenslotte een woord van dank aan de nestor van de Kohlbriigge-kenners, Ds. D. van Heyst te Ommen, voor zijn voorstel tot heruitgave en de beschikbaarstelling van zijn exemplaar. Uitgeverij J. J. Groen te Leiden komt veel waardering toe voor de waardige wijze waarop zij dit initiatief gestalte wilde geven. Verkrijgbaar is zo opnieuw een werk van de prediker die, staande in de lijn die loopt van Paulus via Augustinus naar Luther, als een heraut van Christus het Evangelie van vrije genade op hoogst oorspronkelijke wijze verkondigd heeft. Zeist J.VANOORT

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1989

Ecclesia | 8 Pagina's

Ten Geleide

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1989

Ecclesia | 8 Pagina's