Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Wortel Van Alle Kwaad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wortel Van Alle Kwaad

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn volk gaat te gi onde door het gebrek aan kennis Vooraf lezen Hosea 4 Hosea 4 6a

'HIJ IS mijn vriend, die mij mijn Jeiien toont", luidt een bekend oud-hollands gezegde In theorie zijn wij het daar allen mee eens Maar in de practijk ligt het vaak heel anders Het is niet prettig om op je fouten gewezen te worden Wie dat toch aandurft, loopt dan ook meer kans om onze vriendschap te verhezen dan om die te winnen En toch kan het nuttig en nodig zijn, dat onze ogen geopend worden v'oor gebreken, waar wij zelf met of nauwelijks erg in hebben

De profeet Hosea was een vriend, die aan zijn volk hun feilen toonde Dat werd hem, natuurlijk, ook met in d=ink afgenomen Maar hij deed het beslist met de beste bedoelingen Ook in zijn critiek bleef hij de profeet van de liefde Want liefhebben is nu eenmaal heel wat anders dan altijd maar zoete broodjes bakken

Intussen is het requisitoir, dat hij in naam van zijn Zender aan de Israëlieten voorhoudt, wel uitermate fel en scherp Maar de toestand van het volk was ernaar De fundamenten van de samenleving werden ondermijnd Er was geen betrouwbaarheid, saamhorigheid en godsvrucht meer in het land te vinden En als gevolg daarvan greep het kwaad steeds verder om zich heen Vloeken, liegen, moorden, stelen en echt breken waren aan de orde van de dag Overal werd geweld gepleegd Het ene bloedbad volgde op het andere Om kort te gaan het volksleven verkeerde in een staat van ontbinding

Hosea wees de priesters en de profeten als hoofdschuldigen aan Zij hadden als geestelijke leiders de roeping om de mensen te onderrichten in de dienst van God en zij moesten hen daarin ook voorgaan Maar daarvan kwam mets terecht Want zij gedroegen zich "als stomme honden, die niet blaffen konden", zoals Calvijn juist en raak opmerkt Blijkbaar waren zij niet doordrongen van hun zware verantwoordelijkheid Maar zij zouden de rekening voor hun plichtsverzuim gepresenteerd krijgen!

Midden onder al zijn aanklachten stoot Hosea in een kort zinnetje ineens door naar de wortel van alle kwaad "Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis'" Dit woord is in kerkelijke kring tamelijk bekend geworden en wordt dan ook nogal eens aangehaald Maar lang met altijd wordt het ook in zijn volle diepte verstaan Men denkt namelijk vaak alleen aan een tekort aan verstandelijke kennis in godsdienstig opzicht Maar Hosea bedoelt nog meer dan dat en wel het gemis van ervaringskennis Het grote euvel is, dat het persoonhike contact met God en de verborgen omgang met Hem onder het volk verdwenen zijn

Over Hofni en Pinehas, de beide ontaarde zonen van priester Eh, staat geschreven in de grondtekst, dat ZIJ de Here met kenden De Statenvertaling heeft dat ook letterlijk zo weergegeven Wij zouden daaruit de verkeerde conclusie kunnen trekken, dat zij nog nooit van God gehoord hadden en niets van Hem afwisten In werkelijkheid waren zij voldoende op de hoogte van God en Zijn dienst, maar zij maakten er geen ernst mee

Een jongeman, die "kennis" heeft aan een meisje, weet met alleen veel van haar af, maar heeft ook een persoonlijke relatie met haar en gaat intiem met haar om

Die beide voorbeelden kunnen de eigenlijke bedoeling van Hosea's uitspraak duidelijk maken Het ontbrak Israel niet alleen aan voldoende informatie aangaande God en de Goddelijke zaken, maar ook en vooral aan gelovige verbondenheid met God en aan gelovige gehoorzaamheid aan God De zedelijke verwildering en verloedering waren het gevolg van hun geestelijke vervreemding'

*

' 'Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis " Zou dat van ons volk vandaag met evenzeer gelden als van het volk Israel oudtijds'' Het gebrek aan verstandelijke, godsdienstige kennis is onrustbarend De grote massa weet weinig of mets meer af van de bijbel en wordt daardoor steeds moeilijker aanspreekbaar voor de bijbelse boodschap En met de geestelijke, de bevindelijke kennis van God is het uiteraard nog droeviger gesteld In de meeste gezinnen zijn geloof en gebed onbekende dingen geworden De heilige Naam wordt veelal alleen nog in de vorm van een vloek gebruikt of als een nietszeggend stopwoord

Maar de kwalijke gevolgen blijven ook in onze maatschappij met uit Hoe komt het, dat criminaliteit, vandalisme, corruptie en fraude in de laatste jaren zulke ongekende vormen hebben aangenomen'' Ongetwijfeld hebben allerlei natuurlijke factoren die ontwikkeling in de hand gewerkt Maar zou de hoofdoorzaak met gelegen zijn in het teloorgaan van de kennis en vreze des Heren? Het is heel goed, dat de overheid de vloedgolf van kleine en grote misdadigheid probeert in te dammen door betere controle en strengere straffen. Maar dat blijven toch lapmiddelen, die geen afdoende oplossing kunnen bewerkstelligen. De enige radicale therapie is: mentaliteitsverandering. En daarvoor is volgens de bijbel nodig: terugkeer tot God. Met minder kunnen wij niet toe!

*

"Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. " Moeten wij als kerkvolk ons die klacht van Hosea ook aantrekken of raakt die ons niet? De eerlijkheid gebiedt om te erkennen, dat het er over het geheel genomen in dit opzicht niet op vooruitgaat. Wat is de theoretische kennis van de bijbel en van de belijdenis van de Kerk doorgaans gering bij gemeenteleden en vaak ook bij kerkeraadsleden! Wat is er vaak weinig onderscheidingsvermogen onder het kerkvolk en weinig bereidheid om de Schriften te onderzoeken! Wijlen ds. J. H. Grolle klaagde er in zijn tijd al over, dat de predikanten al meer genoodzaakt werden om zondagsschoolverhalen te vertellen, als zij begrepen wilden worden.

Het spreekt vanzelf, dat het er met de geestelijke kennis net zo zorgelijk voor staat. In hoeveel gezinnen wordt 's zondags onder de koffie nog eens serieus over de preek van die morgen doorgepraat? Op hoe-veel bezoeken van famiheleden, vrienden en buren is het geloof en het geloofsleven een onderwerp van gesprek? Lopen wij niet allen het gevaar van voortgaande vervlakking? Dreigt het intense contact met God niet meer en meer verloren te gaan? En inzinking van het geestelijk leven heeft altijd zedelijk verval ten gevolge. Een predikant kreeg onlangs de schrik van zijn leven, toen hij met zijn catechisanten de tien geboden behandelde. Opmerkingen als: "Maar dat is toch uit de tijd!" en "Wie houdt zich daar nog aan?" kwamen van verschillende kanten naar voren. Dat belooft niet veel goeds voor de handel en wandel op allerlei terrein van het leven!

Zo komen wij tenslotte uit bij de vraag hoe wij de Here God beter kunnen leren kennen en inniger met Hem leren leven. Daarvoor zijn twee dingen onmisbaar. Allereerst: ons verdiepen in de bijbel en die lezen in de houding van Samuel: "Spreek, Here, Uw dienstknecht hoort". En vervolgens: bidden tot Christus om het licht van Zijn Geest. Want Hij heeft gezegd: "Niemand kent de Vader dan de Zoon en aan wie de Zoon het wil openbaren". Zo worden wij ervoor bewaard te gronde te gaan door het gebrek aan kennis. En zo komt ons leven te staan in het licht van het stralende evangeliewoord: "Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige en waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1991

Ecclesia | 8 Pagina's

De Wortel Van Alle Kwaad

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1991

Ecclesia | 8 Pagina's