Boekbespreking
Dr. H. A. Hofman, Sporen in de schemer, contouren van Gereformeerd bestaan op de drempel van de 21e eeuw. Uitg. De Banier, Utrecht, 1991, 430 blz., gebonden, geïllustreerd. Prijs: / 59,50. Deze inleiding op het Gereformeerde denken in een geseculariseerde samenleving is een "boek-met-eenboodschap", waarin een spoor wordt uitgezet. In de invallende duisternis van onze geseculariseerde maatschappij verflauwt het spoor, maar zelfs in de schemer kan het, aldus de auteur, nog voldoende houvast bieden om op koers te blijven. Het christelijk geloof, dat eeuwenlang bepalend was voor het leven van de mens, is naar de rand van de samenleving gedrongen, met gevolg dat er opnieuw alle ruimte komt voor in wezen heidense opvattingen en levensgewoonten. In het boek wordt ingegaan op vragen die uit deze ontwikkeling voortvloeien: wat is het specifieke verschil tussen christendom en heidendom, wat zijn de wortels van de ontkerstening, hoe kunnen wij het christelijk geloof verdedigen tegen aanvallen van buitenaf of kritiek van binnenuit, hoe denkt de Kerk over vraagstukken als verkiezing en verwerping, het lijden in de wereld, isolement en pelgrimage? De auteur (qua opleiding historicus) schetst eerst het leven en het werk van de reformator Johannes Calvijn, bij wiens geschriften hij regelmatig te rade gaat. Vervolgens wordt de geschiedenis van de secularisatie vanaf de 16de eeuw beschreven in hoofdstukken over Renaissance, Verlichting en Franse Revolutie, de aanval op het christelijk geloof en de Westerse cultuur in de 19de eeuw (Charles R. Darwin, Karl Marx, Friedrich Nietzsche en Sigmund Freud) en de
Centraal in het boek staan de hoofdstukken over het unieke in het christelijk geloof en over de Goddelijke verkiezing en verwerping. Daarna komen aan de orde: het probleem van het lijden, diverse vragen op het gebied "tussen wereldgelijkvormigheid en isolement" (christelijke levensstijl, oecumene, huwelijk en gezin, onderwijs, overheid en gezag) en op het terrein van wetenschap en techniek, miüeu en beschaving. Het slothoofdstuk, getiteld "Sporen in de schemer", gaat over onze toekomst.
De vele zaken die in het boek de revue passeren, worden op heldere en boeiende wijze behandeld. Een verrijking van de tekst vormen de in tekstkaders opgenomen citaten uit allerlei geschriften. De auteur schenkt in woord en beeld ook aandacht aan de schilderkunst, omdat die het menselijk gedachtengoed zinrijk tot uitdrukking brengt. Zo laat hij zien hoe de omwenteling in het denken over de mens en zijn wereld haar weerslag op de schilderkunst heeft gehad. Het boek heeft zowel een informatieve als een apologetische strekking. De schrijver wil de lezers niet alleen informatie, maar ook argumentatie verstrekken, om hen te wapenen in de discussie met andersdenkenden. In een inleidend hoofdstuk merkt hij op dat zijn boek niet voor de leden van een bepaald kerkverband bestemd is, maar "voor al diegenen die zich scharen achter het onfeilbare gezag van de Heilige Schrift en daarnaast de drie Gereformeerde belijdenisgeschriften aanvaarden als richtsnoer voor het kerkelijk belijden". Hierbij moet echter wel worden aangetekend dat in het boek duidelijk uitkomt tot welk kerkverband de auteur zelf behoort. In het hoofdstuk over het genadeverbond en het geloof verdedigt hij het standpunt van de Gereformeerde Gemeenten, zoals dit o.m. is verwoord in de synodale leeruitspraken van 1931 (blz. 206 e.v.). Elders in zijn boek houdt hij de Hervormde broeders voor dat de mening als zou de oude vaderlandse kerk dè kerk zijn, "in wezen Rooms" is (blz. 326).
Vraagtekens plaats ik bij de volgende passage (blz. 215): "Het is een bijna algemeen verbreid misverstand dat de kern van het christelijk geloof zou bestaan uit liefde. Liefde tot God en liefde tot de naaste. Liefde is het sleutelwoord. Bijbels gezien gaat echter niet de liefde voorop, maar het geloof. De Here Jezus roemt niet in liefde als Hij die ontdekt, maar Hij prijst wel het geloof als dat aanwezig is. De rechtvaardige, zegt de Schrift, zal door het geloof leven". Naar aanleiding hiervan kan de vraag worden gesteld: zijn het christelijk geloof en de liefde tot God en tot de naaste dan niet onlosmakelijk met elkaar verbonden? Jezus Zelf verbindt het liefdegebod met de aanhef van het Sjema, de joodse geloofsbelijdenis: "Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één, en gij zult de Here uw God Hefhebben ..." (Marcus 12 : 29 e.v.). De apostel Paulus spreekt van "geloof, door liefde werkende" (Galaten 5 : 6). Geloof zonder liefde is niets, zo zegt de Bijbel (o.a. in 1 Corinthe 13 : 2). Hoe kan het dan een misverstand zijn, als liefde de kern van het christelijk geloof wordt genoemd? In grafisch opzicht ziet het boek er keurig uit. Het
In grafisch opzicht ziet het boek er keurig uit. Het is van een 27-tal illustraties voorzien. Spel- of zetfouten komen slechts sporadisch voor ("peilers" op blz. 71 moet zijn: pijlers). Deze breed opgezette,bijzonder informatieve studie kan van harte worden aanbevolen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1992
Ecclesia | 8 Pagina's