Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mozes De Man Gods (VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mozes De Man Gods (VI)

8 minuten leestijd

De Godsnaam JHWH, HERE, drukt uit dat God in de geschiedenis afdaalt en daar historie maakt En dat God de HERE het volk Israel uit het diensthuis Egypte uitgeleid heeft en bij de berg Sinai zichzelf proclameert tot Israels God en Israel tot zijn volk, wil zeggen dat, meer dan enig ander volk, Israel in zijn historie de afdaling van God in de wereldgeschiedenis zichtbaar en tastbaar maakt Israel is het verbonds volk van de God die historie maakt, van JHWH, de HERE Het is Israels roeping, zijn verkiezing, zijn bestemming om die uitzonderlijke plaats in de wereldgeschiedenis in te nemen Wat mag het wel inhouden om op zulk een exclusieve wijze tot de HERE God, de God van de historie, in betrekking te staan en zijn bestaan opgeëist te weten door het machtige "IK de HERE uw God"? Is het een voorrecht Is het begerenswaard'' Is het iets om dankbaar voor te zijn'' Is het met veeleer iets, waarvan elk volk van nature zou wensen dat het voor zulk een vreemd lot, zulk een vreemde weg door de geschiedenis, gespaard zou worden''

Uit onze jeugdjaren zijn wij bekend met de bijbelse verhalen De verhalen van Israels uittocht uit Egypte tot aan de intocht in Kanaan Daaruit kennen wij Israel als een weerstrevend, murmurerend en opstandig volk Telkens breekt de klacht uit "Och, dat wij door de hand des HEREN in het land Egypte gestorven wa ren, toen wij bij de vleespotten zaten en volop brood aten, want gij hebt ons m deze woestijn geleid om deze gehele gemeente van honger te doen omkomen" (Exodus 16 3) Hoe vaak nadien is diezelfde aan klacht tegen de weg die het gaan moest, tegen zijn lot om Gods volk te zijn, in Israel hoorbaar geworden' Was het een voorrecht'' Was het begerenswaard'' Was het niet veeleer een zware last, een drukkend juk''

In het voorafgaande artikel hebben wij ons verdiept in het bijzondere karakter van de betrekking tussen God en het volk Israel als een berith, een verbond wel iswaar, maar haast meer als een eenzijdige goddelijke beschikking, een eenzijdige goddelijke verbintenis Het was een verbond, dat voor het volk Israel iets overrompelends, ja, iets overweldigends had, iets wat te groot, te machtig was om te bevatten Hoe zal het volk in staat zijn om zich in dat verbond te schikken en om het voorwerp te zijn van Gods bemoeienis''

Het zijn deze vragen, die ons de betekenis doen zien van Mozes als de man Gods Van de centrale plaats die hij heeft ingenomen in het verbond van God en het volk Van zijn middelaarschap in dat verbond Over dat middelaarschap spreken de eerste vijf Boeken van de Schrift uitvoerig De naam van Mozes komen wij er meer dan zevenhonderd keer tegen' Wij willen pogen ons enige voorstelling te maken van de centrale plaats, die hij in Israels ontstaans- en wordingsgeschiedenis als Gods volk, volk van JHWH, heeft ingenomen

Eerst iets over de persoon van Mozes Kenmerkend voor hem zijn volgens de Schrift vooral twee dingen Allereerst zijn vertrouwelijke omgang met God "De HERE sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend" (Exodus 33 11) en "Zoals Mozes, dien de HERE gekend heeft van aangezicht tot aangezicht, is er m Israel geen profeet meer opgestaan" (Deuteronomium 34 10) Maar daarnaast ook zijn mildheid en trouw tegenover het volk "Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem" (Numeri 12 3) Hoe vaak lezen wij met, dat hij voor het volk na begane zonde naar voren treedt als pleiter (Exodus 32 30-32, Numeri 14 11-19 en 21 7, 8)

Wanneer wij ons nu op grond van deze twee kenmerkende eigenschappen een beeld van de persoon van Mozes trachten te vormen, moeten wij dan niet zeggen dat hij anders naar voren komt dan als strenge wetgever'' En toch is het vooral de Wet geweest, die het beeld van Mozes heeft bepaald Niet zijn innige en vertrouwelijke omgang met God, niet zijn uitzonderlijke profetische gaven, met zijn priesterlijk mededogen met het volk als het gezondigd heeft, maar de Wet' En bij de Wet denkt men dan aan strenge eisen, zware lasten, ernstige dreigingen Zo rijst er dan een figuur voor ons op, die als centrale figuur, als middelaar in het verbond van de HERE God en Israel de trekken draagt van de eisende en wrekende gerechtigheid Dat beeld van Mozes kan niet juist zijn' Er moet hierbij sprake zijn van een misverstaan Niet een misverstaan in die zin, dat Mozes niet ook wetgever geweest IS Dat IS onweersprekelijk Niet zonder reden wordt in de Schrift, in het Oude zowel als in het Nieuwe Testament gesproken over de Wet van Mozes Neen, het misverstaan, dat het beeld van Mozes als de man Gods en als middelaar van het Sinai-verbond vooral verduisterd heeft, is geweest een misverstaan van de Wet' Ik moet het zo zeggen als wij er met in slagen om de Wet, door Mozes gegeven (Johannes 1 17), in overeenstemming te brengen met die trekken in Mozes' persoon die hem het meest kenmerkten, namelijk zijn vertrouwelijke omgang met de HERE God als een profeet die zijn weerga in Israel met gehad heeft en zijn uitzonderlijke priesterlijke zachtmoedigheid, - zolang zijn onze gedachten over de Wet on- 177juist, onbijbels. Zij verduisteren dan zowel ons beeld van de persoon van Mozes, als van zijn middelaarschap. De vijf bijbelboeken die zo uitvoerig spreken over Mozes en zijn middelaarswerk, geven ons een heel ander beeld van de Wet. Een beeld dat gedragen wordt door Mozes als visionair profeet en door Mozes als priesterlijk voorbidder. De Wet door Mozes gegeven behelsde een visioen, dat hij Israel als volk Gods heeft gepredikt: "Hoor, Israel!" (Deuteronomium 6 : 3, 4). Een visioen, dat zich als een wijds en heerlijk uitzicht uitstrekte over Israels toekomst. Een visioen, dat voor Mozes zó reëel, zó zeker, zó waarachtig was, dat hij erover sprak als was het al tastelijke werkelijkheid. Maar dat toch nog maar visioen was, en daarom schril afstak bij de harde en weerbarstige gesteldheid van het volk dat morrend en klagend zich moeizaam voortbewoog in de woestijn. Maar dan was er tegelijk die zachtmoedige Mozes, die terdege besefte dat Israel geestelijk gesproken nog maar een zwak en hulpeloos kind was, dat nauwelijks in staat was zulk een groots en heerlijk uitzicht als goddelijke roeping op zich te nemen. Het moest nog onderwezen worden. Er was veel geduld nodig om het te onderrichten in de roeping, die het als Gods volk opgelegd gekregen had. Kortom, het volk had een middelaar nodig, die als tolk van de Allerhoogste, als profeet, als priester, de ongeordende massa zwervers uit Egypte zou omsmeden tot een "koninkrijk van priesters en een heilig volk" (Exodus 19 : 6). En die moeizame geestelijke arbeid heeft nu haar neerslag gekregen in de Wet van Mozes.

Onder die "Wet van Mozes" hebben wij dus veel en veel meer te verstaan dan de Tien Geboden, de Dekaloog. Zij omvat alle verordeningen, voorschriften, instellingen, die in de vijf mozaïsche Boeken zijn opgetekend. Ook de aanwijzingen betreffende de offers, de eredienst, behoren ertoe. En eveneens de geschiedenissen van Israels voorgeslacht, in het bijzonder van de aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob. Voorts de herinneringen aan de uitleiding uit Egypte, aan de doortocht door de Schelfzee, de ontmoeting met God bij de berg Sinai. Niet minder de donkere bladzijden uit het verleden, waar gesproken wordt van Israels opstandigheid, Israels ontrouw, afvalligheid, en van Gods barmhartigheid en vergeving. Heel dat complex van wetten, regels, voorschriften, geschiedenissen, herinneringen, die tezamen het historische relaas zijn van de langzaam en moeizaam zich voortslepende betrekking tussen de HERE God en Israel, draagt nu de naam van Wet van Mozes. Maar het is veel meer dan Wet. Het is het profetisch en priesterlijk onderricht van de man Gods Mozes als middelaar tussen God en het volk. Terecht dragen deze mozaïsche geschriften in hun gezamenlijkheid dan ook vaak de naam van Torah, dat wil zeggen: onderricht, lering; haast zou men geneigd zijn om te spreken van: catechese, omdat er zo duidelijk sprake is van onderricht aan kleinen en onmondigen, die nog onderwezen moeten worden in het gaan van de wegen Gods. "Toen Israel een kind was, heb IK het liefgehad ... IK leerde Efraim lopen; IK nam hen op mijn armen ... Met mensenbanden trok IK hen, met koorden der liefde ..." (Hosea 11 : 1-4).

Wanneer wij nu weer terugdenken aan de vraag, die wij ons bij het begin stelden, namelijk of de verkiezing om Gods volk te zijn voor Israel wel begerenswaardig was (een vraag, die het volk zich in zijn geschiedenis menigmaal gesteld heeft!), - dan verstaan wij nu, dat die hoge, goddelijke roeping om een "koninklijk priesterdom" te zijn, niet denkbaar is zonder de middelaar Mozes; niet denkbaar is zonder het profetische en priesterlijke onderricht, de Torah van de man Gods Mozes; niet denkbaar is zonder hem wiens leven gedragen is door het visioen van een heilig volk (Exodus 19 : 6). Een visioen, waaraan hij zijn leven verteerd heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1993

Ecclesia | 8 Pagina's

Mozes De Man Gods (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1993

Ecclesia | 8 Pagina's