De Heilige Geest Bedroeven
En bedroeft de Heilige Geest van God niet, door Wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. Efeziërs 4 : 30 (Vooraf te lezen: Efeziërs 4:17- 32)
Jezus Christus hééft geleden! Daarover bestaat onder ons geen enkel verschil van mening. Zijn lijden was zwaarder dan dat van iemand anders. En het omvatte Zijn hele aardse leven van het begin tot het einde. Ieder gaat daarmee accoord!
Maar de Heilige Geest lijdt nog altijd! Zijn wij het daarover ook met elkaar eens? Of komt die gedachte ons nogal vreemd voor? Toch is het een feit, dat de Heilige Geest sinds Zijn uitstorting niet alleen maar triomfen heeft gevierd. Zijn weg door de twintig eeuwen van onze jaartelling is ook getekend door lijden!
In elke nieuwe generatie hebben vromen en onvromen zich met hand en tand tegen Hem verzet. Nooit was er sprake van een algemene aanvaarding en erkenning. Zelfs van hen die wel voor Hem openstonden, kreeg Hij toch nog het nodige te verduren. Zij kwamen Hem te na door Hem te bedroeven of Hem uit te dovenl
En al die negatieve reacties lieten Hem niet onverschillig, maar raakten Hem diep. Een menselijk persoon is niet ongevoelig en onaandoenlijk. Maar een Goddelijk Persoon is dat evenmin of zelfs nog minder. En de Heilige Geest is geen onpersoonlijke kracht, maar de derde Persoon in de Goddelijke Drieëenheid. Het is een misverstand om te denken, dat alle emoties Hem vreemd zouden zijn en dat Hij onbewogen zou blijven onder alle goede en slechte ervaringen. *
*
"En bedroeft de Heilige Geest van God niet!" Dat bond de apostel Paulus de christenen van Efeze op het hart. De gevoelige en bijna ontroerende toon van zijn vermaning spreekt ons meteen aan. Wij trekken het ons nog meer aan, dat wij iemand bedroefd maken dan dat wij iemand boos maken. De tranen van moeder maakten in onze kinderjaren een diepere indruk op ons dan de boosheid van vader, als wij iets lelijks hadden uitgehaald.
Paulus laat goed uitkomen, dat het bedroeven van de Heilige Geest een ernstig vergrijp is. Wij moeten wel goed bedenken wie wij verdriet doen. Dat is maar niet de eerste de beste. Met opzet spreekt hij hier nadrukkelijk over "de Heilige Geest van God", om eerbied en ontzag bij ons op te wekken. Wanneer wij ons aan Hem bezondigen, maken wij onszelf schuldig aan niet minder dan majesteitsschennis. Laten wij ons daarvoor toch wachten!
*
En er is ook nog een tweede reden om de apostolische vermaning ernstig te nemen. De Heilige Geest is namelijk niet alleen een Goddelijke Majesteit, maar ook een Goddelijke Weldoener. Dat brengt Paulus tot uitdrukking in het tweede deel van zijn aansporing en waarschuwing: "En bedroeft de Heilige Geest van God niet, door Wie gij verzegeld zijt tegen de dag van de verlossing!" Wij zijn als christenmensen oneindig veel dank verschuldigd aan de Heilige Geest. Door Zijn inwoning in ons hart en Zijn werkzaamheid in ons leven dragen wij het merkteken, dat wij God toebehoren als Zijn onvervreemdbaar eigendom; dat wij staan onder Zijn persoonlijke bewaring en dat wij bestemd zijn voor de totale bevrijding op de jongste dag. Verzegeld betekent: verzekerd. En wel in de hoogste zin: all risk verzekerd]
Wie dat voorrecht heeft gekregen, kan het nooit hoog genoeg aanslaan en nooit genoeg op prijs stellen. Wat een genade voor een zondig mens om een erfgenaam van het eeuwige leven te mogen zijn en om door de Heilige Geest daarvan ook verzekerd te worden! Het ligt dan ook voor de hand, dat wij ons gedrongen voelen om van onze kant aan de Heilige Geest onze erkentelijkheid te tonen en Hem zoveel mogelijk vreugde te bereiden. Maar helaas gebeurt dat niet altijd en is vaak het omgekeerde het geval. Maar wanneer wij onze Goddelijke Weldoener bedroeven in plaats van Hem te verblijden, is dat wel een bewijs van grote ondankbaarheid. Hij verdient een betere behandeling van ons. Wij moeten ons schamen!
Maar hoe en waardoor kunnen wij de Heilige Geest bedroeven? Dat beschrijft de apostel heel concreet in het tekstverband. Hij somt daarin een hele serie voorbeelden van wangedrag op, die regelrecht uit de praktijk van het alledaagse leven zijn gegrepen. Leugen en bedrog, wrok en verbittering, diefstal en luiheid, vuile en slechte praat, twist en tweedracht, gevloek en getier.
Allemaal elementen die deel uitmaken van een heidense levensstijl, maar die niet thuis horen in een christelijke handel en wandel. Zulke gedragingen vormen schering en inslag bij mensen die het evangelie 97 nog met kennen Van mensen die tot geloof gekomen zijn, mag men iets beters verwachten "Maar gij geheel anders gij hebt Christus leren kennen'" Hoe kunnen christenen die gestempeld zijn met het eigendomsmerk van God, zichzelf zo verlagen'' Zijn ze dan helemaal vergeten, dat de Heilige Geest van God in hun leven Zijn intrek heeft genomen'' Beseffen ZIJ dan heel met, dat Hij bezig is hun innerlijke ge zindheid en hun uiterlijke levenswijze grondig te vernieuwen'' Doordat zij zich zo onttrekken aan Zijn beïnvloeding en Hem door woord en daad tegenwer ken, doen zij Hem pijn en stemmen zij Hem verdrietig Waarom moest het zover komen'' "Bedroeft de Heilige Geest van God met, door Wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing'" *
*
Het spreekt vanzelf, dat zulke zondige praktijken kwalijke gevolgen hebben Paulus gaat daar niet nader op in Maar wij kunnen ze zelf wel raden Wanneer WIJ de Heilige Geest bedroeven door onze manier van doen, keert Hij ons, gelukkig, met voorgoed de rug toe Maar Hij laat ons wel merken, dat wij Hem teleurstellen Hij trekt Zich terug en houdt Zijn werkingen in De bekende oude schrijver Wilhelmus a Brakel geeft dat weer met een treffend beeld "Hij (de Heilige Geest) gedraagt Zich als een vriend die men slecht onthaald heeft, en die zich daarom een tijdlang niet laat zien en de bewijzen van zijn vriendschap met laat blijken'"
"Christenen, bedroeft uw Goddelijke Trooster niet door onchristelijk te leven'" Dat indringende appel van Paulus is vandaag nog volkomen actueel Bijna over de hele linie wordt uitgegaan van het standpunt, dat het met zo nauw steekt en dat er heel wat op door kan Die zedelijke verslapping werkt de geestelijke verarming in de hand Hoe kan het geloof groeien en bloeien bij mensen die onbetrouwbaar zijn, vuile taal uitslaan, vol haat en nijd zitten'' Zo'n manier van leven stemt de Geest met vrolijk, maar maakt Hem bedroefd Met als gevolg, dat Hij Zijn activiteit vermindert Ieder moet dat tijdig gaan inzien en het van harte betreuren, om dan in Gods kracht een nieuw begin te maken Wie christen wil zijn, wordt geroepen tot een christelijk leven Om die roeping tot haar recht te laten komen, bidden wij met de woorden van een kerklied
"Bewaar ons, dat w'U nooit bedroeven,
U, die de ware Trooster zijt
Gij weet en schenkt, wat wij behoeven
Gij blijft ons bij in eeuwigheid"
(Gez 83 O B )
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1994
Ecclesia | 8 Pagina's