Conferentie van de Vriendenkring op Zaterdag 11 mei 1996
Denkend aan dr. H. F. Kohlbrugge en Zeist kwam mij voor de geest de passage in Het lidmaatschap bij de Hervormde Gemeente hier te lande mij willekeurig belet, waarin hij iets meedeelt over een bezoek aan deze plaats Hij verkeerde in de tijd, waarin hij te Utrecht bezig was zijn proefschrift voor te bereiden in grote financiële nood, toen God het hem in het hart gaf de Hernhutters te Zeist te gaan bezoeken Kohlbrugge schrijft dan "Ik wist niet waarom, maar ging op een Zondag morgen vroeg de poort uit Onder het wandelen ondervond ik zoo de nabijheid des Heeren, dat ik Hemel en aarde vergat" (pag 39) Op wonderbaarlijke wijze werd dankzij dit bezoek in zijn nood voorzien
Voor het eerst werd de jaarlijkse conferentie van de kring van "Vrienden van dr H F Kohlbrugge" in Zeist gehouden, in de Nieuwe Kerk aldaar Er is geen enquête gehouden onder de deelnemers, hoe zij er kwamen en hoe zij er vertrokken — daarbij niet doelend op het vervoersprobleem, maar het probleem van de geestelijke nood — het kan echter met anders of velen zouden hebben aangegeven dat zij bemoedigd en geestelijk verrijkt naar huis mochten terugkeren
Om half elf opende de voorzitter drs H Klink de conferentie Hij heette allen welkom en kondigde de referaten aan van de beide sprekers van deze conferentie, dr M Verduin en ds L J Geluk De mindere opkomst in vergelijking met voorgaande jaren werd geweten aan andere belangrijke samenkomsten op deze zaterdag Een speciaal welkom werd gericht aan het adres van ds Van Heyst, waarbij herinnerd werd aan het feit dat deze Deo volente in november a s 50 jaar eindredacteur van het "Kerkblaadje/Ecclesia" hoopt te zijn en in juni a s hoopt te herdenken dat hij 50 jaar geleden als predikant van de Hervormde gemeente te Ommen werd bevestigd
Nadat enkele coupletten van Psalm 100 gezongen waren ging de voorzitter voor in gebed en las van Romeinen 6 de verzen 1 t/m 14 Na het zingen van Gezang 53 2 en 3 vond de herdenking der ontslapenen plaats Ieder jaar opnieuw zijn dit aangrijpende momenten, des te meer wanneer wij namen horen noemen van broeders en zusters die voor ons geen onbekenden waren
Sinds de laatste conferentie op 4 maart 1995 zijn, voor zover ons bekend, de hieronder volgende broeders en zusters uit onze vriendenkring weggenomen
1 De heer ds G K Korporaal te Woudnchem
2 De heer ds H Dekker te Castricum
3 Mevrouw M Peerbolte te Utrecht
4 Mevrouw M Labrie-van Staalduinen te Ommen
5 De heer B J Stevens te Manenheem
6 De heer H N Zonneveld te Veen
7 De heer B Ruitenbeek te Scherpenzeel
8 Mevrouw Scherpenzeel te Ommen
9 De heer ds W Heijmans te Harderwijk
10 De heer WA Slingerland te Bussum
11 De heer dr R H Bremmer te Enschede
12 De heer W Otten te Hoogeveen
13 De heer W A Wesdijk te Delft
14 De heer C J Buurman te Goes
15 De heer ds A Jonkers te Dordrecht
16 De heer G Veldhuisen te Loosdrecht
17 De heer A Sorber te Alphen a/d Rijn
18 Mevrouw J van Duuren te Cromer (Australië)
19 De heer M Bruynes te Ommen
20 De heer dr B Maarsingh te Amersfoort
21 De heer P Barmentlo te Gouda
22 De heer H Koomstra te Oudehaske
23 Mevrouw Zandvliet te Vlaardingen
24 De heer dr J de Bruijn te Hattem
25 De heer G J Lof te Amersfoort 26 Mevrouw M van Tyum te Winterswijk
26 Mevrouw M van Tyum te Winterswijk
27 Mevrouw W A Tak te Den Haag
28 De heer ds E Kempenaar te Werkendam
29 De heer prot dr G W Locher te Bern (Zwitserland) 30 De heer ds W van Herpen te Sommelsdijk
30 De heer ds W van Herpen te Sommelsdijk
31 De heer C Toet te Apeldoorn
32 De heer ds L Lagerweij te Schevemngen
33 Mevrouw A E Goudzwaard-Stols te Sommelsdijk
34 Mevrouw C Zwanenburg-v d Wind te Ede
35 De heer ds F P Salverda te Waalwijk
36 De heer ds S P Nijdam te Amersfoort
37 De heer Z Toet te 's-Gravenhage
38 De heer J Oosterom te Oude Tonge
39 De heer H C Kooyman te Waddinxveen
40 De heer A Flikkema te Groningen 41 Mevrouw J J van Wijngaarden-Brouwer te Lin
41 Mevrouw J J van Wijngaarden-Brouwer te Linschoten
42 De heer G Kottier, Vroomshoop
In aansluiting hierop werden enkele tekstwoorden uit het slot van 1 Thessalonicenzen 4 gelezen en een minuut stilte in acht genomen, waarna Psalm 17, vers 8 werd gezongen
O blij vooruitzicht dat mij streelt'
Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
verzadigd met Uw Godd'lijk beeld
Op uitnodiging van de voorzitter besteeg dr M Verduin de preekstoel om zijn referaat te houden onder de titel "Kohlbrugge over de Heilige Doop" Dr Verduin stelde aan het begin, dat we bij Kohlbrugge geen uitgewerkte doopleer vinden, al sprak deze wel over "de leer van de Heilige Doop" De gegevens aangaande Kohlbrugge's opvatting van de Heilige Doop ontleende de referent vooral aan een aantal dooppreken en Kohlbrugge's geschrift over het Zondvloedgebed Bij de uitnodiging om dit referaat te houden had het bestuur gevraagd om zoveel mogelijk Kohlbrugge zelf te laten doorklinken, zodat we in deze Kohlbrugge-lezing veel uitspraken van dr Kohlbrugge zelf over de troostrijke betekenis van de Heilige Doop mochten beluisteren Treffend was dr Verduin's vaststelling dat bij Kohlbrugge de troost van de Heilige Doop functioneert in het kader van de aanvechting en dat wie Kohlbrugge's preken hieruit losmaakt deze niet verstaat Tenslotte klonk ook de beroemd geworden uitspraak van Kohlbrugge over het klassieke formulier van de Heilige Doop "een formulier van zó grote waarde dat, al weet ik heel goed Wie mij gezonden heeft en Wie mij de prediking geeft, ik anderzijds toch al mijn preken zou willen inruilen voor dit éne formulier"
Na dit referaat werd gezongen Gezang 185 1 en 2 "God heeft ons Zijn Woord gegeven, 't Woord van God blijft eeuwig waar" - "Wat ooit wank'len moog' of wijken, Zijn verbond zal nooit bezwijken" Aan het begin van de korte pauze kreeg mevr G
Aan het begin van de korte pauze kreeg mevr G M van Ommen-Middelkoop de gelegenheid medede-lingen te doen met betrekking tot het welzijn van ons blad "Ecclesia" en klonk de oproep om nieuwe abonnees te werven
Met het houden van een collecte voor de Boheemse Broeders werd een oude traditie in ere hersteld Van oudsher is er tussen de kring van vrienden van dr H F Kohlbrugge en de Gereformeerde Gemeenten van Bohemen en Moravie (het huidige Tsjechië) een nauwe band geweest Voor de Tweede Wereldoorlog werd in de vriendenkring en in veel Hervormde gemeenten geld ingezameld voor de zgn "Boheemse Kas" De opbrengst van de thans door jeugdige collectanten gehouden collecte bedroeg ƒ 952,50
Na de pauze ging dr Verduin in op de schriftelijk ingediende vragen Daarbij werd o a stilgestaan bij de betekenis van "het geschreven zijn van de namen in het boek des levens" alsook van het "uitdoen" van iemands naam uit dit boek (Openbaring 3 5) Voorts kwam onder meer de opvatting van de Heilige Doop in de ontwerp-kerkorde van de beoogde VPKN en de leer van de "veronderstelde wedergeboorte" van dr Abr Kuyper ter sprake Dr Verduin benadrukte nogmaals dat bij Kohlbrugge's verstaan van de Doop het Woord van God vooropgaat en dat het blijft gaan om de levende verkondiging hiervan
Tijdens de middagpauze tussen half één en twee uur konden de conferentiegangers gebruik maken van de uitstekende voorzieningen inzake maaltijden en consumpties dankzij de inzet van de koster van de Nieuwe Kerk en zijn medewerkers
BIJ de heropening van de conferentie maakte de voorzitter een verzuim goed door de afgevaardigden van de besturen van de Confessionele Vereniging en de Gereformeerde Bond welkom te heten Ook dr W Aalders, die alleen de middagvergadering kon bijwonen, werd verwelkomd Met een zinspeling op Kohlbrugge's boek, hierboven vermeld, gewaagde de voorzitter van het feit dat bij het doorgaan van de VPKN het lidmaatschap der Hervormde Kerk ons opnieuw "bijna belet wordt"
Na het zingen van Psalm 93 kreeg ds L J Geluk het woord om te spreken over "Hachelijke episoden in de geschiedenis van de Kerk" Aan het begin van zijn lezing stelde hij vast dat dit kerkgebouw, de Nieuwe Kerk te Zeist, hem vanuit zijn jonge jaren reeds bekend was, omdat hij na de overgang tot de moederkerk juist hier ter kerke ging Zijn betoog zette in bij Abraham en het werk Gods in het volk Israel en de vroegchristelijke kerkgeschiedenis en ging voort met een beoordeling van de omslag door de overwinning van keizer Constantijn bij de Milvische brug m Rome in het jaar 312 Vervolgens schetste ds Geluk de gevolgen van de Franse tijd voor het kerkelijk leven in de Nederlanden Dan het jaar 1816 de reglementenbundel van koning Willem I Afscheiding en Doleantie passeerden de revue De vraag kwam toen op of de Ned Herv Kerk nog steeds de historische vaderlandse kerk was gebleven Door o a ds F Oberman werd deze vraag bevestigend beantwoord We moeten bedenken dat déze kerk nu bij de voortgang van de VPKN wordt opgeheven en opgaat in een nieuw genootschap Ds Geluk stelde dat deze gang van zaken alle kerken van het Gereformeerd belijden aangaat, omdat ZIJ zo hun historisch oriëntatiepunt verhezen Hij verwacht bij voortgang van de VPKN "onheil" "Een volk dat zijn historie vergeet is een verloren volk Een kerk die haar historie vergeet is een verloren kerk"
Na deze lezing werd geïOngen Psalm 46 1 en 6 De organist, prof dr A de Reuver die het orgel tijdens deze conferentie voortreffelijk bespeelde liet in zijn voorspel even het Lutherhed "Een vaste burcht is onze God" meeklinken
De opbrengst van de middagcollecte voor de "Boheemse Broeders" bracht ƒ 118,25 op, waarmee het eindbedrag kwam op ƒ 1 070, 75
Vervolgens beantwoordde ds Geluk enkele schriftelijk ingediende vragen waarin vooral de huidige "hachelijke periode" waarin wij ons bevinden centraal stond Op de vraag "Wat is afscheiding'' Meegaan met S o W ot niet meegaan met S o W''" bracht ds Geluk naar voren dat "de Hervormde Kerk onder leiding van een onbevoegde en incompetente synode bezig is zich in z'n geheel af te scheiden, zich los te maken van het verleden en zich in een avontuur te storten, waarbij haar naam, haar kerkorde en haar grondslag wordt opgeheven Wie meegaat scheidt zich af en komt m iets nieuws terecht" Op een vraag naar de "positiefkntische" stellingname van de Confessionele Vereniging antwoordde ds Geluk dat deze vereniging vanwege haar oorsprong geroepen is alles te doen voor het behoud van de plaatselijke gemeente Aan het einde van de vragenbeantwoording gekomen sprak hij het vertrouwen uit dat Christus nochtans Zijn Kerk blijft leiden
In zijn slotwoord herinnerde de voorzitter drs H Klink er nog eens aan hoezeer ook dr Kohlbrugge zelf door en om de kerk geleden heeft, maar er bij ondervinding van mocht getuigen "God leidt de Zijnen wonderbaar"
Deze boeiende conferentie werd op indrukwekkende wijze besloten met het staande zingen van de coupletten 6 en 14 van het "Wilhelmus"
"Mijn schild ende betrouwen
zijt GIJ, O God mijn Heer'
Op U zoo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer'"
"Oorlof, mijn arme schapen,
die zijt in grooten nood,
uw Herder zal met slapen,
al zijt gij nu verstrooid'"
De tijdens deze conferentie gehouden referaten van dr M Verduin en ds L J Geluk, waarvan in het bovenstaande slechts enkele momenten werden weergegeven, zullen in hun geheel in ons blad "Ecclesia" gepubliceerd worden
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1996
Ecclesia | 8 Pagina's