Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kohlbrugge over het Heilig Avondmaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kohlbrugge over het Heilig Avondmaal

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een van de handschriften die in mijn bezit zijn, vond ik onderstaand gedeelte van Kohlbrugge dat handelt over het Heilig Avondmaal. Ik heb het uit het Duits vertaald en weet niet beter of het is nog nooit in druk verschenen.

Als wij tot het Heilig Avondmaal komen, dan hebben wij goed te overdenken, wat wij dan doen. Wij moeten en mogen daarbij de Heere gedenken. Onze Heere, toen Hij nog op aarde was en wel in de nacht, toen Hij verraden werd, deed het volgende: Hij nam het brood, brak het en zei: “Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, …” Toen zij gedankt hadden, nam Hij de beker en zei: “Drinkt allen daaruit, deze beker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed …”

Onze Heere zei verder, dat wij Hem moesten gedenken, zo dikwijls wij dit Avondmaal zouden houden. Hem gedenken is: Zijn dood gedenken, daarvan spreken en daarin volharden, totdat Hij komt. Als wij nu dit brood nemen, dan moeten wij overdenken, dat er een gemeenschap is van dit brood met het lichaam van Christus en een gemeenschap van deze beker met Zijn bloed. Gemeenschap wil hier zeggen, dat het brood en de beker gesteld of opgenomen zijn in de belofte.

Het wil zeggen, dat de Heere onder zulke tekenen Zelf tegenwoordig is met Zijn liefde, goedheid, Geest, genade en heerlijkheid als Middelaar van het eeuwige Verbond, en dat Hij ons onder het genot van deze tekenen ons zwakke geloof bevestigen en ons de volgende waarheden verzekeren wil:

1. Dat wij aan al de gevolgen en vruchten van Zijn lijden en sterven deel hebben.

2. Dat Hij ons deze gevolgen en vruchten ook deelachtig maakt en ons deze toerekent en schenkt door de Geest des geloofs.

3. Dat Hij dezelve ons geeft en mededeelt, zodat wij één geheel met Hem worden naar ziel en lichaam.

Nu is het echter vanzelfsprekend, dat niemand zich om zulke gemeenschap, vruchten en gevolgen zal bekommeren, dan wanneer hij hongerig en dorstig is naar de genade. In dit opzicht heeft een ieder, die zich aan deze tafel wil begeven, zich te beproeven en moet goed ter harte nemen Wie hier Gastheer is, welke spijzen Hij hier laat opdienen en wat Hij van de gasten verlangt. Voor een ieder, die hier niet het lichaam en bloed des Heeren onderscheidt, is het gebruik of het eten en drinken ervan tot een oordeel.

Die hier goed onderscheidt, zal zich kennen aan deze drie stukken:

1. Erkentenis van zijn zonden en ellende en een mishagen daarover aan zichzelf.

2. Dat hij zijn vertrouwen enkel en alleen zet op Gods verbondsbelofte, op het offer en de gerechtigheid van Christus en wel voor zichzelf en met loslating en overgave van zichzelf.

3. Een oprechte gezindheid God en zijn naasten lief te hebben.

Men keert zich oprecht en ongeveinsd af van alle zonden en wendt zich oprecht tot de Heere. Dit is ook noodzakelijk om het Avondmaal tot zijn troost te gebruiken.

Derhalve zullen degenen die met opzet de zonden aan de hand houden en hun naasten aanstoot geven, vermaand worden zich ditmaal te onthouden. Zij die geen smart en berouw over hun zonden gevoelen, geen droefheid naar God hebben, gedragen zich niet als gelovigen. Deze spijs en drank is alleen voor de gelovigen, die roepen: “Ik geloof, Heere, help mijn ongeloof!” 1

Ondertussen staat het vast, dat de gelovigen – en zij alleen – door zich te beproeven met deze drie stukken, aangevochten worden. Daarom moeten zij onderwezen worden over zulke aanvechting en moet hun moed gegeven worden.

Bovendien zullen wij het doel van de Heere niet missen, wanneer wij deze drie stukken in verbinding brengen met de woorden van de Heere: “Doe dit, zo dikwijls u het doet, tot Mijn gedachtenis”:

1. Wat onze zonden en ellende aangaat: Al onze zonden heeft Hij gedragen.

2. Wat ons vertrouwen aangaat: De Vader heeft Hem gezonden, Hem gezalfd en ook verhoogd.

3. Wat onze gezindheid aangaat: Het verbond van eeuwige genade is met alle goederen des heils van dit verbond in de dood van de Heere voor ons bekrachtigd. Hij zal het doen.

Waaraan kunnen en zullen wij het nu weten, dat wij tot dit genadeverbond behoren? Zeker niet daaraan, wat wij in ons bevinden, maar alleen daaraan, wat de Heere gedaan heeft en nog steeds doet, aan de tekenen die Hij geeft en wat Hij daarbij zegt en belooft. Zo wekt Hij ons op tot een hartelijk vertrouwen, wijst ons ook de bron aan, schept en geeft het ons uit deze bron, waar het uitkomt en opborrelt, zodat er wederzijdse liefde is, voor zover wij van plan zijn zulke liefde te betrachten. Sed sursum corda! Maar de harten naar boven! En niet getwijfeld, ook niet aan de tekenen blijven hangen! Het geloof houdt zich vast aan het Woord der belofte dat Hij, de Heere, Zich voor ons overgegeven en Zijn bloed voor ons vergoten heeft.

Deze belofte wijst ons niet naar het brood, niet naar de beker, maar

1. naar het kruis,

2. naar Boven, naar het heiligdom van God en naar de hemel,

3. deze belofte geeft ons de troost van Zijn Heilige Geest, dat wij, Zijn leden in Hem, het Hoofd, volmaakt zijn, dat is: naar de maat van de Wet zijn, in Hem al de volheid hebben en uit Hem alle volheid, genade voor genade, verkrijgen en ontvangen.

Want Hij verschijnt voor de Vader met het overgegeven lichaam en het vergoten bloed, en maakt ons Zijn vlees en bloed deelachtig tot vernieuwing van onszelf, tot wederzijdse liefde. Door deze Geest deelt Hij ons Zichzelf mee en al datgene, wat aan en in Hem is.

11 augustus 1860. H.F.K.


1 Marcus 9: 24.


Bericht voor de abonnees

Het vorige nummer van “Ecclesia” is helaas dagen te laat bij u aangekomen. Dit is veroorzaakt door ziekte bij Boekencentrum, waar de kopij voor de drukker wordt opgemaakt.

De redactie biedt u hiervoor haar verontschuldigingen aan en hoopt dat dit niet spoedig weer zal gebeuren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 april 2006

Ecclesia | 8 Pagina's

Kohlbrugge over het Heilig Avondmaal

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 april 2006

Ecclesia | 8 Pagina's