Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Europa en de islam, vroeger en nu

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Europa en de islam, vroeger en nu

33 minuten leestijd

Na de val van de Berlijnse muur in 1989 is de wereld geconfronteerd met een nieuw verschijnsel: het moslimfundamentalisme. Omdat het heel gemakkelijk uitmondt in terrorisme, kan dit de wereldvrede ernstig verstoren. De 11 e september 2001 liet zien waar het dit fundamentalisme toe kan leiden. Toen al werd door enkele politici, onder wie minister Dijkstal, gezegd “de wereld zal vanaf nu niet meer dezelfde zijn.” De jaren die achter ons liggen lijken hem in het gelijk te stellen: welk een gevolgen heeft de aanslag op de Twin Towers niet gehad! Het gebeuren van 11 september 2001 is de directe aanleiding tot de aanval van de Amerikanen op Afghanistan en daarna op Irak.

En zo lijkt de bekende schrijver Samuel Huntington die in 1993 zijn boek Clash of civilizations (Botsing van beschavingen) schreef gelijk te krijgen. Hij voorspelde dat zich na de val van het communisme een nieuw breukvlak in de wereld zou voordoen. In het vervolg zou het niet meer de communistische wereld zijn die tegenover de vrije, door westerse normen gedomineerde wereld zou staan, maar de wereld van de islam!

Het Westen en de opkomst van deislam

In 1958 was de Nederlandse zendingstheoloog dr. H. Kraemer uitgenodigd aan het Theologisch Seminarium van Princeton in Amerika de befaamde Stone Lectures te houden. De neerslag daarvan publiceerde hij in zijn boek Wereldbeschavingen en wereldreligies. Het handelt over de ontmoeting van de westerse cultuur en de culturen en godsdiensten van het verre en nabije oosten: het Hindoeisme en het Boeddhisme èn de wereld van de islam.

Hij wijst erop dat deze culturen en godsdiensten vanaf het begin van de 19 e eeuw te maken kregen met de dynamiek van de westerse wereld. De expansiedrang van de westerse wereld woelde en woelt de grond van de niet-westerse wereld om en stelt deze voor nieuwe en buitengewoon grote vragen. De ontmoeting en confrontatie met het westen heeft tot enorme veranderingen geleid in de starre en immobiele wereld van de niet-westerse volkeren en dit proces is nog lang niet ten einde, aldus Kraemer.

Zeker waren er al in voorgaande eeuwen al tal van conflicten geweest tussen de islamitische en de christelijke wereld. Eigenlijk waren ze met het ontstaan van de islam gegeven. Want met ongekende kracht en vaart heeft de islam zich na de dood van Mohammed (632 na Chr.) weten uit te breiden. Tot de islam bekeerde Arabieren veroverden nog in de zevende eeuw Jeruzalem en Damascus. Zij maakten zich meester van die gebieden die nu Iran en Irak heten, drongen door tot Afghanistan, India en Pakistan, ja tot in Indonesië toe. In westelijke richting veroverden zij Egypte en heel Noord Afrika. Zij kwamen tot in Spanje toe. En nóg verder ging de veroveringstocht, tot hun opmars bij Poitiers in het zuiden van Frankrijk in 732 na Christus door Karel Martel werd gestuit. Confrontaties waren er dus van meet af. Ook later waren ze er. Men denke aan de kruistochten.

Vanaf de 8 e tot ongeveer de 12 e eeuw toe maakte de islamitische cultuur een bloeitijd door. Dat was tijdens het kalifaat van de Abbasiden, die in Bagdad zetelden. Kunst, literatuur en wetenschap floreerden. In de 13 e eeuw werd deze cultuur bedreigd door de Mongolen, die tot in Egypte wisten door te dringen. Pas in de 15 e eeuw werden ze verslagen, door de Ottomanen, een Turkse stam, die geleidelijk heel het Byzantijnse rijk aan zich onderwierp en in 1453 Constantinopel veroverde, waar tot dan toe de christelijke keizer van het Oost-Romeinse rijk zetelde. In 1529 stonden de Turken voor de poorten van Wenen. Conflicten waren er dus van meet af aan geweest. Maar de ‘confrontatie’ van de westerse wereld en de islam in de moderne tijd is van een totaal andere aard.

Europa’s expansie

Van welke aard? Wie de geschiedenis van West-Europa enigszins kent, weet dat Europa juist vanaf het begin van de zestiende eeuw een geweldige ontwikkeling doormaakte. Onder andere als gevolg van de val van Constantinopel (1453) werd in West-Europa de klassieke literatuur herontdekt. Vanuit Constantinopel hadden geleerden, die voor de Turken op de vlucht waren geslagen manuscripten meegenomen naar Italië. In Europa was er in het begin van het tijdperk dat wij de Renaissance noemen, grote belangstelling gerezen voor de klassieke oudheid. De herontdekking van de klassieken uit Griekenland en het Romeinse Rijk had de opkomst van het Humanisme tot gevolg.

De wereld verruimde zich echter niet alleen op het gebied van de geest, ook in de letterlijke zin van het woord: ongeveer 50 jaar na de val van Constantinopel ontdekte Columbus Amerika, men voer om de Kaap heen, richting Indonesië, er ontstond een levendig verkeer met Zuid- en Noord-Amerika. Nieuwe handelscentra kwamen op: Antwerpen, Amsterdam en Londen! Men bevoer de wereldzeeën. Er ontstond zoiets als kapitalisme. Tal van ontdekkingen werden gedaan, op wiskundig en natuurkundig gebied. Op het eind van de 16 e eeuw reisde men, dreef men handel over de hele wereld en men wedijverde qua talent in toneelstukken en in filosofische geschriften met de klassieke schrijvers. In de 17 e eeuw vonden de Fransman Descartes en de Joodse geleerde Spinoza een toevluchtsoord in de Republiek der Nederlanden. Zij deden met hun geschriften de klassieke filosofie op haar grondvesten schudden.

De 18 e eeuw was rijk aan ontwikkelingen. De ‘industriële revolutie’ stond voor de deur, Engeland bevoer de wereldzeeën, Noord-Amerika maakte zich los van het moederland. Tal van uitvindingen gaven een impuls aan de handel en aan de mobiliteit (de locomotief en de stoomboot). De 18 e eeuw was vooral de eeuw van het opkomende liberalisme en… van de Franse Revolutie (1789).

Hernieuwde kennismaking

Welnu, het was kort na de Franse Revolutie dat generaal Napoleon in Egypte voet aan wal zette: in het voorjaar van 1798. De regering in Parijs zag in hem een gevaar en stuurde hem op een expeditie naar Egypte. In het kielzog van zijn leger trokken tal van geleerden mee, met het uitdrukkelijke doel om het oude Egypte ter plaatse te exploreren. Toen Napoleons manschappen de Egyptische bodem betraden, kreeg de moslimwereld voor het eerst na lange tijd weer direct te maken met Europa.

In de 19 e eeuw verzwakte het Ottomaanse Rijk, dat honderden jaren het Midden-Oosten had gedomineerd. Juist in die tijd dus, dat het Midden Oosten voor de westerling om verschillende redenen ‘interessant’ gebied werd: gebied niet alleen voor wetenschappelijk onderzoek, maar ook voor handel en verkeer en .... voor kolonisatie.

In diezelfde tijd waren de Franse revolutionairen aangestoken door een geweldige zendingsdrang: men moest de zegeningen van de Franse Revolutie exporteren! Vrijheid, gelijkheid en broederschap prediken! Dat moest óók gebeuren in de wereld van de islam. Tweeërlei zending werd vanuit het ene Westen bedreven: vanuit christelijke kerken werd het Evangelie gebracht, daarnaast ‘het heil’ van de Revolutie. Bij de zending vanuit de kerken denk ik, om één naam te noemen, aan de bijzondere levensgeschiedenis van William Carey (1761- 1834), oorspronkelijk schoenmaker, die als zendeling naar India trok, met zijn zeldzaam talent voor talen, die wel de ‘vader van de nieuwere zending’ wordt genoemd.

Kraemer zegt over de toenmalige confrontatie van de islam met de westerse wereld: “Een beschaving die honderden, honderden jaren zichzelf gebleven was, die in zichzelf gekeerd was, waarin het leven zijn gewone gang ging, zoals dat altijd het geval geweest was, een beschaving ook die zich als vanzelf superieur voelde, kwam plotseling in aanraking met de westerse wereld, die haar in alle opzichten overtrof!” Het valt niet te ver-wonderen dat dit veelal een geweldige schok teweeg bracht! Om met de woorden van dr. W. Aalders te spreken: een in zichzelf gekeerde wereld kwam plotseling in aanraking met de “dynamiek van de geschiedenis”, werd opgenomen in “de dynamiek der volkeren”!

Wat zich tegen Europa keerde…

Kunnen wij enigszins bevatten wat dit geweest is? Kraemer zegt ervan: “Men kan de westerling zijn wetensdorst, zijn enthousiasme, zijn elan, zijn technisch vernuft, zijn ontdekkermentaliteit en zijn handelsgeest niet kwalijk nemen. Dat zou dwaas zijn.” De feiten waren nu eenmaal van dien aard, dát het Westen in allerlei opzicht superieur was. Alleen: de westerse mens nam zijn ideeën mee. Vooral de Fransen stelden zich ten doel om de islamieten in aanraking te brengen met het liberale gedachtegoed, met de ‘zegenrijke’ ideeën van de Franse Revolutie, dat wil zeggen met individualisme, subjectivisme en nationalisme. e

In de 19 e eeuw begonnen de westerse mogendheden het Midden Oosten te koloniseren. De koloniale machten legden zich vooral toe het bevorderen van het onderwijs. Als gevolg daarvan gingen jonge mensen uit Egypte en later Turkije in het Westen, o.a. in Parijs studeren. Daar kwamen zij in aanraking met een totaal andere dan hun eigen, islamitische cultuur. Men werd er geconfronteerd met het westerse emancipatie-denken, individualisme en nationalisme. Men dronk er de ideeën in van de Verlichting en de Franse Revolutie. Dit was springstof in de wereld van de islam.

Maar, paradoxaal genoeg kon men deze door het Westen geleverde ‘springstof’ op den duur goed gebruiken tégen het Westen zèlf. Diegenen die in het Westen gestudeerd hadden, hadden daar geleerd wat nationalisme en emancipatie was. Wat nu, als zij zich van het Westen wilden emanciperen en zelf nationalistisch werden? Zouden zij niet bij machte zijn om het ‘juk van de Westerse mogendheden’ met een beroep op hun eigen ideologie te breken? Wat als de inheemse bevolking haar eigen rechten opeiste en weigerde om nog langer de hegemonie van het Westen te aanvaarden? Via scholing en contacten met de wereld van het Westen werden de geesten langzamerhand rijp gemaakt voor het proces van dekolonisatie. Dat was bijvoorbeeld het geval in Egypte waar vanaf het eind van de 19 e eeuw Engeland zijn macht uitoefende. Maar ook in gebieden die nu de naam dragen van Syrië, Irak, Iran, Saoedi-Arabië.

Deze gisting die de Europese (!) ideeën in de wereld van de islam veroorzaakten, kwam de Europeanen vooral na de Eerste en Tweede Wereldoorlog duur te staan. Toen Europa in 1945 aanmerkelijk verzwakt uit de oorlog kwam, kwam het proces van dekolonisatie pas goed op gang. Dit leidde soms tot grote conflicten, o.a. in Noord-Afrika, waar Frankrijk landen als Algerije en Marokko zomaar niet wilde laten gaan.

Hooggespannen verwachtingen

Dit emancipatieproces van het Westen ging in de islamitische landen gepaard met hooggespannen verwachtingen. Van generaals en politici tot gewone werklui en huisvrouwen verwachtte men van een eigen nationale staat wonderen. Nu zou men evenals de landen in het Westen meedoen in de vaart der volkeren. Men verwachtte stabiliteit en welvaart. De garantie daartoe lag voor sommige landen in het Midden-Oosten in de enorme olievelden die lagen te wachten op exploitatie. De verwachtingen kwamen niet uit. Het is waar: verschillende landen verwierven zich binnen de grenzen die ten tijde van de Europese hegemonie getrokken waren nationale zelfzelfstandigheid overeenkomstig het Europese model. Landen als Syrië, Turkije en Egypte werden nationale staten, die naar Westers voorbeeld een seculier karakter droegen. Maar de welvaart, waarin de gewone bevolking kon delen, bleef uit.

De klemmende vraag was bovendien of een nationaal staatsbestel wel past binnen de wereld van de islam. Die vraag knelt temeer omdat deze staten, naar Europees voorbeeld seculier waren. Al in de 19 e eeuw was de islamitische wereld (ook de geleerde wereld) verdeeld over de vraag of er vanuit de islam een weg gevonden kon worden waarop men op een authentieke manier de geseculariseerde westerse waarden en normen kon integreren. Het viel niet te ontkennen dat het westerse denken een geweldige vlucht had genomen. Maar dat denken berustte veelal op erkenning van de menselijk subjectiviteit en op individualisme, liberalisme en secularisme, ‘waarden’ waar veel islamieten grote moeite mee hebben. Bracht men binnen de wereld van de islam geen clash of civilizations teweeg, door westerse opvattingen betreffende samenleving en staat op islamitische bodem over te planten? Concreet toegepast: Was er bijvoorbeeld wel overeenstemming tussen datgene waar de islam voor stond enerzijds en de rechten van de mens, die gepropageerd werden in de Verenigde Naties en die van wésterse origine zijn anderzijds?

“Het ondraaglijke dilemma van de islam”

Iemand als Kraemer heeft getuige zijn Stone Lectures uit 1958 oog gehad voor de geweldige problematiek, die met de verwestersing van de islamitische wereld gepaard ging. Hij heeft gemerkt hoezeer de islamitische wereld met het vraagstuk van de moderne wereld en de islam worstelde. Hij zegt: “De Westerse beïnvloeding betekent niet alleen een tijdelijke dynamisering van alle levensvelden, maar een permanente, en een fundamentele dyna-misering. Continuïteit met het verleden, hoe de moslim denkt over de openbaring van Allah aan Mohammed, alles staat op het spel.” Hij spreekt van “het ondraaglijke dilemma van de islam”: Hoe moest men zich opstellen tegenover de westerse wereld? Het dilemma was: of zich aanpassen en modern worden - daar viel bijna niet aan te ontkomen – of vasthouden aan het oude en verstarren, hetgeen praktisch gezien zo goed als onmogelijk was. Kraemer schrijft: “Het blijft voor de levenskracht, voor de innerlijke samenhang en voor de overtuigende kracht van de islam in de toekomst een vraag van leven of dood of de islam een nieuwe religieuze oriëntatie weet te vinden.” Hij noemt dat een hardcore probleem, dat van theologische aard is. En Hij besluit: “Dit is een probleem vol van dynamiet!” Elders spreekt hij van een schok, die zijn weerga niet kent. Het is de vraag of men die schok te boven zou kunnen komen. Kraemer kan deze vraag nog niet beantwoorden en stelt: “Dit is nog niet duidelijk. De toekomst zal het leren.”

Kraemer sprak deze woorden in 1958. Significant is wat dit betreft wat Kraemer vertelt over een conferentie die in 1958 in Lahore in Pakistan gehouden werd en die door 169 zeer verdienstelijke mensen bezocht werd. Het thema was: De islam in de moderne wereld. Ook de president van Pakistan sprak de vergadering toe. Hij pleitte voor een moderne, dynamische vorm van islam. Zo waren er meerderen. Tijdens de conferentie gebeurde er echter iets onverwachts, dat te denken gaf. Op enig moment werd aan alle gasten een anonieme brief bezorgd, door een groepering die zich de moslimbroeders van Lahore noemde. Daarin werden de gasten eraan herinnerd dat zij zich in een moslimland bevonden. Hun werd de vraag gesteld: “Ben u zich daarvan bewust dat onze constitutie rust op de Koran?” De brief besloot met de woorden: “Wij houden niet van modernisme en van het westerse denken, omdat het in het Westen op een miserabele manier gefaald heeft. De brief had voor Kraemer iets omineus. Fijngevoelig als hij was voelde hij aan waar het in de wereld van de islam heen zou kunnen gaan. Hij besluit zijn relaas dan ook met de woorden “We moeten het gevaar van conservatisme in de islam niet onderschatten. Hoe destructief kunnen subversieve ideeën zijn…”

De Zesdaagse Oorlog

Wij leven vijftig jaar na dato en moeten constateren dat Kraemer in Lahore het eerste gerommel van het naderende onweer al opmerkte. Toch zou de echte doorbraak van het moslimfundamentalisme nog een tiental jaren op zich laten wachten. Vaak wordt in deze in verband gebracht met de verdrijving van de sjah van Perzië in 1979, toen deze plaats moest maken voor de ayatollah Khomeini. Khomeini, een fundamentalistische moslimgeestelijke verbleef jarenlang als balling in Parijs. Daar liet de Franse regering hem ongemoeid, ondanks het feit dat hij het regime in Teheran ondermijnde. Hij predikte er de islamitische revolutie. Cassettebandjes met zijn preken liet hij naar Iran smokkelen, waar ze werden gekopieerd en gedistribueerd. Zijn boodschap werkte als springstof. In 1979 kon de sjah de druk van de straat niet meer weerstaan. De islamitische revolutie was een feit! Khomeini werd met een Frans vliegtuig (!) naar Teheran gevlogen, waar hij door een uitzinnige menigte werd begroet. Velen brengen het geboorte-uur van het moslimfundamentalisme in verband met deze ayatolla en met de revolutie in Teheran.

De vraag is of dit correct is. Een deskundige op dit gebied bestrijdt dit. Het is Bassam Tibi, aan wie ik nogal wat ontleen. Hij is zelf een moslim en als hoogleraar werkzaam in Duitsland. Voor hem ligt het geboorte-uur van het moslimfundamentalisme bij de Zesdaagse Oorlog van 1967, toen Israël in zes dagen tijd de legers van Syrië, Jordanië en Egypte versloeg. Die nederlaag sloeg in het hele Midden-Oosten in als een bom! Wat een echec voor de genoemde nationale, seculiere staten, wat een affront was dit verlies voor de islam! Er moest voor deze afgang een oorzaak gevonden worden. Die kón niet gevonden worden in de islam. Die is superieur aan alle godsdiensten. De oorzaak lag in het feit dat de nationale staten in het Midden-Oosten een seculier karakter droegen en de islam buiten regeringskwesties hielden! Dit seculiere karakter maakte de staten in de moslimwereld tot westerse staten! Israël was dat ook.

In de strijd tegen Israël, dat gezien werd als een vooruitgeschoven post van het Westen en als een vreemde, westerse eend in de bijt van de wereld van het Midden-Oosten, moest men zich volgens velen vanaf nu radicaal oriënteren niet op westerse ideeën, waarvan democratie en secularisme een exponent zijn, maar op de islam, op de sharia, op de islamitische geboden, op de islamitische gemeenschap, op het leven van de profeet. Het experiment van de seculiere staat naar westers model was mislukt. De Zesdaagse Oorlog had dit aan het licht gebracht! Waar het om ging, was: de erkenning van Allah en Mohammed en de invoering van het islamitische recht. En dat tegenóver het Westen! Diegenen die zo redeneerden – en het werden er meer en meer (Egypte telde zes jaar geleden meer dan 400 fundamentalistische groepen) – grepen terug op de archaïsche, patriarchale tijd van de islam, de tijd dat Mohammed nog als balling in Medina verbleef, omdat hij niet welkom was in Mekka. Deze periode was Mohammeds wreedste periode. Zij die deze periode in het leven van de profeet verheerlijken, spreken over het Medina-model. Zij verheerlijken met een beroep op de profeet de radi-cale islam, verafschuwen de nationale seculiere staat, zetten zich af tegen het Westen, haten vooral Amerika, ‘de grote satan’ en zijn uit op de vernietiging van Israël.

Iran, een doos van Pandora

Dit moslimfundamentalisme kreeg 10 jaar later vaste voet in Iran. De islamitische revolutie, die op gang gebracht werd door Khomeini werkte als de doos van Pandora. De Iranese regering zag het als haar taak deze revolutie naar het buitenland te exporteren, zeker naar de aangrenzende landen. Als direct gevolg daarvan bezetten de Russen in 1979 Afghanistan, dit om de Kaukasus – wel de ‘zwakke buik’ van Rusland genoemd – beter af te kunnen schermen voor Iranese invloed. Het gevolg dáárvan was weer dat Amerika nota bene Bin Laden steunde in zijn gewapende strijd tegen de Russen (het was nog volop de tijd van de Koude Oorlog). Een ander gevolg van de islamitische revolutie in Iran was dat de toenadering die Sadat in 1978 tot Israël en de westerse wereld zocht, bedoeld om de hele Arabische wereld uit het slop te trekken, zonder veel gevolg bleef. Iran gooide roet in het eten. Na het sluiten van de befaamde Camp David akkoorden (1978), werd hij in 1981vermoord – door moslimfundamentalisten! Ook Irak voelde zich na de islamitische revolutie in Teheran bedreigd. Saddam Hoessein begon in 1980 een oorlog met het buurland. Een miljoen Iraniërs overleefden de oorlog niet. Irak, een seculiere staat, werd gesteund door het Westen.

Na vijftig jaren

Sprak Kraemer in 1958 over een immense kloof tussen de wereld van de islam en het Westen, anno 2006 moeten we vaststellen dat deze kloof steeds groter wordt, mede doordat het Westen vermaterialiseert, de omgangsvormen steeds grover worden en de samenleving in toenemende mate verloedert. De moslim die met deze samenleving, die de zijne niet is, in aanraking komt, wendt zich ofwel van haar af en veracht haar ofwel hij conformeert zich en loopt het risico dat hij zijn identiteit verliest, waardoor hij kan ontwortelen en op een later tijdstip toch nog weer gevaarlijk kan worden. Als hij nl. terugkeert tot het geloof van zijn vaderen, en de haat tegenover het westen groter is dan ooit. Moslimjongeren die erin leven, komen in aanraking met een nihilistische levenshouding, hetgeen een voedingsbodem kan worden voor verachting van het Westen en radicalisering.

De al genoemde Bassam Tibi wijst in zijn boeken voortdurend op deze gevaren. Hij verbaast zich oprecht over de naïviteit van de gemiddelde westerling, die nog steeds onbevangen pleit voor een multiculturele samenleving en die de gevaren van het moslimfundamentalisme weigert onder ogen te zien. In dit verband kan hij zijn ergernis over vooral de protestantse kerken in Duitsland nauwelijks verbergen. Ook over naïeve politici verbaast hij zich. Hij wees hen tijdens een discussie over een wetsvoorstel dat veel weg had van ons artikel 1 van de grondwet op het feit dat men er goed aan zou doen wel degelijk de mogelijkheid open te laten voor een bepaalde vorm van rechtsongelijkheid, nl. daar waar men vermoed dat iemand aangestoken is door gezagsondermijnende ideeën. Als dit niet meer kan, “vraagt men”, aldus de voor het overige zeer overwogen Bassam Tibi, die grote woorden uit de weg gaat, “uiteindelijk om… een burgeroorlog.”

Bassam Tibi wijst erop dat de radicale moslims bereid zijn om de technische en wetenschappelijke verworvenheden van het Westen over te nemen, echter zonder de context en wetenschappelijke houding zoals die in het Westen vorm hebben gekregen. Weliswaar, zegt Tibi, is het niet zo dat zij een gevaar vormen in de klassieke zin. Er is geen radicaal islamitisch land, dat een greep doet naar hegemonie. Daarvoor zijn de moslims te verdeeld. Er bestaat geen acute dreiging op staatkundig gebied. Maar wel kunnen de terroristen en fundamentalisten een samenleving ontwrichten en destabiliseren door aanslagen en terreur. Het laatste blijkt de laatste jaren zonneklaar. Met betrekking tot het eerste, kon Tibi zich wel eens vergist hebben. Met Iran lijkt het alsof er tóch een volk, een natie, een probleem kan gaan vormen voor de wereldvrede èn door de vervaardiging van kernwapens èn door prediking van haat tegen Israël in het kruidvat dat het Midden- Oosten toch al is. En zo zijn we in de huidige tijd aanbeland. Inmiddels zijn velen in de islamitische wereld, die bol staat van haat tegen Israël en die te kampen heeft met een groot minderwaardigheidsgevoel tegenover het Westen, aangesproken door de radicale islam, die zich successievelijk nestelde in Iran, Afghanistan en Sudan.

Een drietal overwegingen

Na het voorafgaande kom ik met betrekking tot de verhouding van de islam en het christelijk geloof tot een drietal overwegingen.

1. De islamendestaat

Voor de eerste overweging sluit ik aan bij het genoemde boek van Bassam Tibi over het fundamentalisme in de islam. Hij wijst op iets heel wezenlijks, dat vaak te berde gebracht wordt, maar dan op een misverstandwekkende manier. Hij stelt: “De islam kent geen scheiding tussen religie en staat.” Het verdient opmerking dat Bassam Tibi spreekt van scheiding tussen religie (!) en staat en niet spreekt over kerk en staat. Nog opmerkelijker is waarom de islam geen scheiding kent tussen religie en staat. De reden daarvoor is, aldus Tibi, veelzeggend: de islam kent de staat niet! De Koran en de sjaria kennen wel de geloofsgemeenschap, de mullah, maar deze is wat anders dan een staat. Ooit waren er de kaliefen, als geestelijke leidslieden. Zij werden als de opvolgers van Mohammed gezien. Zij hadden gezag over de hele geloofsgemeenschap, ook in wereldlijke zaken. Het kalifaat is in het begin van de 20 e eeuw afgeschaft. Mede door toedoen van het Westen ontstonden er seculiere nationale staten. Maar strikt genomen vormen nationale staten een vreemde figuur in de moslimwereld, laat staan seculiere staten! Men kent in de Koran en de sjaria alleen de geloofsgemeenschap, waarin bovendien Allahs wil absoluut geldt. Deze wil is heilig voor elk individu, ook voor de geloofsgemeenschap en daarom vooral voor de kalief of de imam. Wie als kalief inging tegen de wil van Allah, mocht gedood worden. En inderdaad zijn er kaliefen om die reden ter dood gebracht. Zo kon ook Sadat gedood worden. De islam kent dus aan de staat en het staatsrecht geen eigen terrein toe. De islam kent eigenlijk ook het begrip volk niet. Dat hangt samen met het feit dat in de tijd van Mohammed, de Arabieren en de volkeren in het Middellandse Zee gebied nauwelijks een eigen staatsleven gekend hebben.

Dat men in de islam de staat als zodanig en het begrip volk niet kent, maar alleen de geloofsgemeenschap, die moet leven overeenkomstig het islamitische recht, vormt een potentieel gevaar voor de nationale staten in het Midden-Oosten. Ondermijning vanuit de islam dreigt altijd. Vandaar de enorm grote geheime politie o.a. in Egypte, waar de regering van dag tot dag op zijn hoede is voor de excessen van het moslimfundamentalisme. En niet voor niets, zo wijzen de bomaanslagen, die van tijd tot tijd de wereld opschrikken, uit!

Mag ik in dit verband wijzen op een wijdverbreid misverstand? Vaak hoort men beweren dat de islam nog niet, zoals dat in het Westen wel het geval is, de scheiding tussen kerk en staat kent. Er wordt dan gesuggereerd dat de islamitische wereld van nu, te vergelijken valt met de christelijke wereld van voor de Franse Revolutie, toen de kerk in het westen een bevoorrechte plaats innam. Hoeveel er ook voor te zeggen lijkt, om deze parallel te trekken, ze gaat op één heel wezenlijk punt mank! Immers: de kerk heeft altijd, ook voorafgaand aan de Franse Revolutie, erkend dat de staat van eigen rechte was, een eigenstandige gave van God was, die vooral geroepen was om het kwaad te beteugelen. De kerk had haar eigen mandaat en roeping. Zij erkende de overheid in haar eigenheid, de overheid erkende de kerk. De roeping van de kerk bestond in de verkondiging van Christus tot redding van de mensen en de volkeren. De kerk erkende dus het eigen recht van de staat, als een goddelijk recht. Bij de islam is dat anders. Zij ként de staat eigenlijk niet eens. De enige grootheid waarmee ze rekent is de geloofsgemeenschap en haar wetten! Dat verklaart waarom de radicale moslims zo gekant zijn tegen de eigen seculiere, nationale staat. Zij willen terug naar de eigen geloofsgemeenschap en haar gezag.

Het is niet toevallig dat het uitgerekend de apostel Paulus is, die veel respect betoont voor de overheid en het recht. Er spiegelt zich naar zijn overtuiging in het Romeinse recht, waarmee hij te maken had, iets af van Gods recht en orde. Vandaar dat hij de Romeinse staat erkent, ook al is deze niet christelijk. De Romeinse staat waarborgde een vorm van recht, waarin Paulus iets afgebeeld zag van de scheppingsgerechtigheid (de Stoa) en van Gods wil om het kwaad te beteugelen.

Is het niet opvallend dat juist de islam zich van meet af aan verzet heeft tegen het Oost-Romeinse rijk. Zelfs in die mate, dat Kraemer zeggen kan dat de islam groot geworden is, in confrontatie met het Oost-Romeinse Rijk! Hier ligt een belangrijk verschil met de westerse wereld, die haar rechtsbegrippen niet alleen aan de Bijbel ontleend heeft, maar ook aan de klassieke oudheid en het Romeinse Rijk. Die waardering voor de klassieke oudheid en het Romeinse recht heeft de wereld van de islam slechts bij uitzondering gekend. Dit, omdat zij eigenlijk geen raad weet met een eigenstandige staat.

2. Een wettische godsdienst

De islam is een wettische godsdienst, die sterk gericht is op gehoorzaamheid en in het verlengde daarvan op beloning in het hiernamaals. Die ‘beloning’ is van erg materialistische aard. Allah geeft deel aan een paradijs, dat wel heel aardse, menselijke trekken heeft.

Eigenlijk kènt men de hemel niet. Het paradijs ligt in het verlengde van aardse vreugden en geneugten. Voor een echte hemelse werkelijkheid in onderscheid van de aardse is geen plaats. Voor het oog van de islamiet is de hemel nooit echt open gegaan. Zelfs de tonen van iemand als Plato, die een hiernamaals kende met sterk geestelijke trekken, komt men er niet tegen. Laat staan tonen als die van Psalm 119 en van de apocalyptiek, die onderscheid maakte tussen deze eeuw en de toekomende eeuw. En al helemaal ontbreken de mooie, hoge en diepe geestelijke tonen van de Bergrede (Zalig zijn de reinen van hart, zij zullen God zien) en bijvoorbeeld de brief aan de Hebreeën. Men leeft onder de wet en van de vrijheid van de kinderen Gods en de bedauwing met de Heilige Geest heeft men niet gehoord.

3. Pfander, een Duitse zendeling

Dit brengt me tot een derde overweging en tot misschien wel het meest precaire gedeelte van deze lezing. Ik zei: de islam is sterk aards gericht. Welnu, er ís een tijd geweest dat hij ook mystiek kende. Dat was in de glorietijd van de islam: de tijd dat men in Bagdad en Spanje studie maakte van de Griekse wijsheid en die trachtte te integreren. De strooptochten van de Mongolen in de 12 eeuw hebben een einde gemaakt aan deze periode. De val van Bagdad (1258) vormt een cesuur in de geschiedenis van de islam. Die hoogte, die men voordien bereikt had, kende men daarna niet meer.

Ik kan niet anders dan het zo zien dat deze bloeiperiode hoofdzakelijk op de noemer gebracht moet worden van de Griekse wijsheid, die men zich eigen maakte. Voor deze tijd, die rijk was aan cultuur en godsdienstzin, was de islam een woestijngodsdienst met een sterk Arabisch karakter. Dat gold voor Mohammed en voor de eerste kaliefen. De begintijd van de islam werd gekenmerkt door strijd en soms zelfs aperte wreedheid.

De Duitse zendeling Karl Gottlieb Pfander (1805- 1865), een evangelische missionaris, die in de 19 e eeuw jarenlang het Evangelie uitdroeg in Perzië, schreef een lezenswaardig boek (De Balans der Waarheid, 1835), dat vrij uitvoerig vertelt over het leven van Mohammed, zoals dat uit de bronnen gekend wordt (de Koran en verslagen van vrienden). In het boek slaat hij een milde toon aan. Hij is wars van alle scherpslijperij en polemiek. Via zijn schrijven probeert hij de moslims de ogen te openen voor de rijkdom van het Evangelie in onderscheid van de islam. Hij laat zien hoe Christus’ leven in dienst staat van de Vader en hoe Hij zijn leven geeft, tot in de dood, hoe Hij opstaat uit de doden en hoe de Heilige Geest gezonden wordt op Pinksteren en hoe de kerk zich uitbreidde via de prediking van de apostelen. Daar legt hij het leven van Mohammed en de wijze waarop de islam zich uitbreidde, naast. Toen ik de bewuste passages las, schrok ik.

Mohammed

Mohammed was een reiziger, die in aanraking kwam met “de mensen van een boek”, te weten Joden, die het Oude Testament kenden en christenen die zich beriepen op het Nieuwe Testament. Hij kende deze boeken niet. Toch heeft hij gehoord van de oproep tot heiligheid en de oordeelsprediking die erin vervat is en de opwekking tot een beter, heilig leven. Hij werd er door aangesproken. Voor zijn besef was Mozes de man van het ene boek, Jezus die van het andere. Maar wie was hij? Was hij wellicht geroepen om in zijn omgeving het gericht te prediken? Het hield hem erg bezig en inderdaad begon hij te prediken. Hij kreeg, naar eigen zeggen openbaringen. In Mekka, een religieus centrum kreeg hij geen aanhang. Op den duur trok hij, met diegenen die loyaal aan hem waren, naar Medina, waar hij een rijke weduwe trouwde. Daar veranderde zijn prediking. Hij verwierf zich aanhang en probeerde Mekka te veroveren. Op den duur slaagde hij daarin.

Welnu, wie leest hoe hij in Mekka zijn gezag wist te vestigen, ziet aan de ene kant een milde, tolerante Mohammed, die geen wraak uitoefent aan de onderworpenen. Maar er is ook een andere kant. Wie zich tegen hem verzet, krijgt te maken met list, moord en doodslag.

Op het eind van zijn verslag, waarin Pfander ook wijst op Mohammeds houding tegenover vrouwen, vraagt hij heel voorzichtig aan zijn moslimlezers: “We geven geen enkel commentaar op de handelingen van Mohammed en wij riskeren het niet om de minste mening te geven over dit onderwerp. Maar wij zouden aan onze islamitische vrienden willen vragen om serieus te overwegen welk antwoord zij zouden willen geven op de volgende vraag: Als Mohammed niet zelf beweerd had dat hij een profeet was…, stel dat hij geleefd had als de Arabieren in de tijd van de onkunde, zoals u het noemt, als hij nooit de wil van de Allerhoogste had vernomen, van de Heilige en Goede, maar een groot en moedig strijder geweest was zoals Tamerlan, met het enige doel om zijn macht te vergroten en zijn smaak voor reuk en vrouwen te bevredigen, waarin zou zijn handelwijze, als we niet rekenen de religieuze ceremonies, dan anders geweest zijn. Waarin zou hij wat zijn gedragingen beter geweest zijn dan deze veroveraars, die niet dan succes in deze wereld zochten en bevrediging van hun verlangens?”

Toen ik de voorbeelden uit dit boek las, flitste even tot mijn schrik door me heen: hebben de moslimfundamentalisten dan tóch redenen om zich op het leven van de profeet te beroepen? Of heb ik in het boek van Pfander een verkeerde bron aangeboord? Maar niet alleen Pfander wijst op het wrede in Mohammeds optreden. Bij P.D. Chantepie de la Saussaye en in een gezaghebbende encyclopedie las ik over ‘concurrenten die door oorlogshandelingen ter zijde geschoven werden.” Ik las o.a. over een ascetische man, die in de buurt van Mekka leefde en onder invloed stond van het christendom. Hij en veel van zijn aanhangers werden in de bloedige slag van Badr overwonnen en gedood. Je leest van een beweging die in 632 volledig vernietigd wordt en van zeer wrede voorvallen…

Jezus de Christus

Ik wil voorzichtig zijn en zeker niet generaliseren. Maar wel zeg ik, met Pfander, oordeel zelf: hóe anders is het optreden van Christus! In welk een andere wereld komen we als we Hem horen zeggen: Ik ben de Goede Herder. Mijn schapen horen mijn stem.

Jezus Christus sprak de woorden “Ik ben de goede Herder”, waarschijnlijk tegen het einde van Zijn leven op aarde. Hij deed dat om zich te legitimeren. Alsof Hij wilde zeggen: wilt u Mijn legitimatie? Ik zal u die geven. Hij voegde eraan toe: de deurwachter doet voor de Goede Herder de deur open.

i. De deurwachter, dat is de voorloper, Johannes de Doper. Van hem zei Christus: Ik heb zijn getuigenis niet nodig, maar voor u is dit nodig geweest, dat hij zijn boodschap uitdroeg. Johannes legitimeerde vanuit het Oude Testament het optreden van Jezus Christus.

ii. De wijze waarop Ik spreek (Mijn stem) toont aan dat Ik werkelijk geroepen ben door de Vader. Mijn schapen horen die stem, die zo lieflijk is en goed. Een schaap hoort niet naar een wrede, barse, onvriendelijke stem. Mijn last is licht, mijn juk is zacht. Ik schenk immers het eeuwige leven. Nu al.

iii. Het opperste bewijs van mijn legitimiteit én van mijn liefde, kunt u vinden in mijn zorg voor de schapen, in mijn werken. Die lopen zelfs daar op uit, dat Ik mijn leven over heb voor mijn schapen. Om ze te kunnen weiden, d.w.z. in het koninkrijk Gods te brengen.

iv. Dat is het doel van mijn roeping, daarheen leid Ik ze: ze zullen uitgaan en ingaan en weide vinden. Het doet denken aan psalm 23. De Heer leidt mij aan zeer stille wateren.

v. Zijn stem brengt ons in aanraking met de Vader, van wie Hij alle macht gekregen heeft. Zelfs zoveel dat hij zijn kinderen opwekt ten laatsten dage en ze brengt in het Koninkrijk van God.

vi. Dat Koninkrijk is van andere orde dan de orde van deze wereld. Door de geschiedenis leidt Hij zijn schapen op de weg naar het Koninkrijk der hemelen als de Opgestane, als degene die alle macht gegeven is in hemel en op aarde, maar tegelijk….als de Goede Herder. In zijn hoede weten we ons geborgen. Hij brengt ons thuis, nadat Hij ons veranderd heeft, geschikt gemaakt, geheiligd voor het Koninkrijk Gods.

Tot slot

Mag ik afronden met een citaat van dr. W. Aalders? Dr. Aalders geeft er in zijn boek Luther en de angst van het Westen blijk van dat hij de nijpende vraag van de islam kent. Hij spreekt daar over de angst voor de geschiedenis, die de mens in haar ban kan slaan. Valt er meer te zeggen over deze geschiedenisangst? In zijn boek Schepping of geschiedenis zegt hij daarover het volgende: de geschiedenis verhevigt zich doordat de engelenopenbaring, waar de religies in de wereld van leven, wegvalt. Alle zekerheden ontvallen de mensen. Daar hangt de geschiedenisangst mee samen. Je kunt eraan te gronde gaan, door je desondanks te verkrampen aan deze wereld, omdat je geen andere wereld kent, geen overgang kent naar een andere wereld (transitus): de wereld van het Koninkrijk der hemelen. Dan word je een ideoloog, een fanaticus, dwingend en gewelddadig

Welnu, komen we hier niet op het spoor wat er sinds twee eeuwen in de wereld van de islam speelt? Zoals we zagen is deze wereld vanaf de landing van Napoleon in Egypte in aanraking gekomen met de dynamiek van de geschiedenis en zo met ‘de angst van het Westen’ en als gevolg daarvan het gevaar van nihilisme, ontworteling en radicalisering. Alle religies, aldus dr. Aalders, krijgen ermee te maken.

Is er als de geschiedenisdynamiek toeneemt en ons alles uit handen geslagen wordt, redding? Ja, in de Bijbel. Bij Hem, die dóór de geschiedenis heen is gegaan als de Zoon van God en die ons vooral één ding leert: ons te oriënteren op Hem, de Gezondene van de Vader, die de geschiedenis heeft overwonnen en ons nu al in aanraking brengt met het Koninkrijk der hemelen. Bij het zien van Zijn heerlijkheid valt de geschiedenisangst weg. “Wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was, vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met eer en heerlijkheid gekroond”, Hij, die de dood gesmaakt heeft, maar zo de dood ook onttroond heeft!

Antwoord op de geschiedenis

De geschiedenis verhevigt zich. De dynamiek van de geschiedenis, waaraan niet te ontkomen valt, roept verzet op in de wereld van de islam en leidt bij sommigen tot fundamentalisme. Zelfs het gevaar van terrorisme ligt op de loer. Een geweldige taak rust er bij politici om te proberen de kloof tussen de beide werelden niet onnodig groot te laten worden. Dit kan voor een deel door het libertinisme van de Westerse wereld, waardoor wij weinig respect afdwingen, te beteugelen. Maar of de westerse mens, die zo door en door verzinnelijkt is en die zoveel ‘vrijheden’ verworven heeft, daar nog voor open staat, is maar zeer de vraag. Zorg vervult ons voor de toekomst. Als wij eens weerstand zouden kunnen bieden aan de vaart van de tijd, door weer aansluiting te vinden, in Christus, bij de schepping en bij de voleinding. Als wij de rijkdom van Christus, juist met het oog op de vragen van deze tijd toch weer zouden ontdekken! En…, dat óók, als de moslims Zijn unieke grootheid en rijkdom eens zouden gaan zien! Want er is maar één godsdienst die bij machte is antwoord te geven op de vraag naar de geschiedenis, die zich steeds meer verhevigt: het christelijk geloof. Het is ermee als met de ark van Noach, die beschutting bood in een tijd dat de fundamenten van deze wereld schudden. Zo is Christus de Ark van het behoud voor ieder die gelooft, uit het Westen en uit het (Midden) Oosten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 juli 2006

Ecclesia | 16 Pagina's

Europa en de islam, vroeger en nu

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 juli 2006

Ecclesia | 16 Pagina's