Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paul Gerhardt en zijn liederen (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paul Gerhardt en zijn liederen (II)

8 minuten leestijd

De periode van de Reformatie in Duitsland vanaf Luther vormt een vruchtbare tijd in de geschiedenis van het kerklied. Voor een goed overzicht verwijs ik naar de bijdrage van J.P. Boendermaker en H. Mudde in het enkele jaren geleden verschenen overzicht over de geschiedenis van het kerklied Het Kerklied, een geschiedenis (onder redactie van Jan Luth e.a.). Dichters en componisten konden daarbij voortbouwen op het werk van Luther zelf van wie weten dat hij veel betekend heeft voor de kerkmuziek. Paul Gerhardt neemt onder hen een belangrijke plaats in.

Gezongen pastoraat

De strijdvaardige lutheraan laat zich in zijn liederen van een heel andere kant kennen. Overigens heeft hij zich pas laat als dichter ontplooid. Hij was al 34 jaar oud toen hij zijn eerste liederen schreef. In Lübben waar hij zijn laatste levensjaren doorbracht schreef hij slechts één vers. Zijn liederen zijn dus ontstaan in een periode van ongeveer 25 jaar. Hierin doet hij aan Luther denken die zijn eerste lied schreef toen hij al 39 jaar was en 20 jaar later zijn laatste lied publiceerde.

Reeds de eerste liederen van Gerhardt vertonen de vormtechnische beheersing en de gedachten rijkdom die zijn latere werken kenmerken. Zijn taal is gevormd door de Lutherbijbel. Qua woordgebruik zijn zijn verzen niet moeilijk. Ze moeten het kerkvolk stellig aangesproken hebben. Men heeft ze wel getypeerd als volksliederen. Ze zijn ook niet allereerst voor de liturgie gedicht, maar om overal te zingen als gezongen pastoraat, waarbij een zekere breedsprakigheid – eigen aan die tijd – aan zijn werk niet valt te ontzeggen. Maar dan toch, om met Boendermaker en Mudde te spreken: een welluidende breedsprakigheid. De 134 liederen die van hem bewaard zijn, zijn gevarieerd van inhoud. Zelf noemde Gerhardt ze Lob-, Dank- und Freudenlieder. De vreugde om wat ons door God geschonken is in schepping en onderhouding, maar bovenal om het in Christus geschonken heil tintelt door zijn liederen heen. Zijn dichtwerk omvat vertalingen, bewerkingen van bijbelgedeelten, van dichters uit de middeleeuwen en van tijdgenoten naast zelf ontworpen geestelijke liederen. Een groot aantal van hen vormt een volledige cyclus voor de feesten van het kerkelijk jaar. Ook de jaargetijden, de schoonheid van Gods schepping, de morgen en de avond zijn thema’s van menig lied.

Het Woord van God

Wat is nu kenmerkend voor de door hem geschreven liederen? In de eerste plaats moet dan gezegd worden dat Gerhardt voluit in de traditie van Luther staat. Zijn liederen wortelen in de gedachtewereld van Luther en de lutherse theologie. Dat spoor van Luther blijkt om te beginnen uit de eerbied en de liefde voor het Woord van God. Veel van zijn liederen zijn berijmingen of parafrases van bijbelgedeelten. Het Woord van God is voor Gerhardt een levend en werkzaam woord, waarbij vooral de betrouwbaarheid van het Woord als grond voor de heilszekerheid sterk naar voren komt. In de wisselvalligheid van het leven is dit Woord een gids die ons leidt naar het eeuwig leven, want het is het Woord van de Eeuwig-trouwe God van het verbond.

Onder die bijbelliederen nemen de psalmbewerkingen een grote plaats in. Een voorbeeld daarvan is het lied Du meine Seele singe, dat in vertaling is opgenomen in het Liedboek (Gezang 20). Het is een vrije bewerking van Psalm 146. De voor ons besef wat vrije berijming is typerend voor het lutheranisme. Ik wijs op het bekende Lutherlied Ein feste Burg, een bewerking van Psalm 46 waarbij voor ons besef nieuwtestamentische noties ‘ingelezen’ worden in de onberijmde psalmtekst. Het heeft in zekere zin meer van een gezang, een bijbellied dan een berijmde psalm. Toch is voor het hierboven genoemde lied van Gerhardt kenmerkend dat de verwijzingen naar het Nieuwe Testament sporadisch aanwezig zijn. Dat blijkt te meer als men die andere bewerking van Psalm 146 Lobe den Herren, o meine Seele (vertaling Liedboek voor de Kerken, Gezang 21) er naast legt. In dat lied worden bijvoorbeeld de woorden over Jakobs God als helper uitgelegd in de zin van Romeinen 8: 33, 34. Maar in beide gevallen hebben we te maken met liederen waarbij de dichters de toon van Godsvertrouwen – zo kenmerkend voor het Psalter – getroffen hebben. Gerhardt had ervaren welke rampen mensen kunnen bedreigen. Maar hij wist zich gesterkt door de beloften van God. Hij had ook ervaren: “op duizenderlei wijze redt Hij ons van de dood”. Geen wonder dat die liederen in de gemeente graag gezongen worden!

Sola gratia, solus Christus

Evenals Luther stelde Gerhardt Gods genade voorop. Ons heil is enkel aan zijn barmhartigheid te danken. Vandaar dat de rechtvaardiging van de goddeloze – kern van de Reformatie – in tal van liederen krachtig doorklinkt. Ook voor Gerhardt is het zo dat in de relatie van God en zijn mensen de toorn en de liefde van God beide hun plaats hebben. Maar door het offer van Christus is de toorn voor al de Zijnen weggenomen. Dat is voor deze man geen vlakke vanzelfsprekendheid geweest. Het is onverdiende genade. Ik denk bijvoorbeeld aan het adventslied Wie soll ich dich empfangen, vooral de regels.

Ich lag in schweren Banden,

du kommst und macht mich los. 1

De komst van Christus in het vlees wordt hier geheel in de lijn van de Reformatie betrokken op het heilswerk van verlossing en bevrijding uit nood en dood. Ik noem ook het passiegezang Ein Lämmlein geht und trägt die Schuld. Het is een vrije bewerking van een Latijnse middeleeuwse hymne. In het Liedboek zijn van de acht strofen van dit lied er een drietal in vertaling opgenomen (Gezang 187). De prachtige melodie – die we kennen uit de berijming van de Lofzang van Zacharias – verhoogt de schoonheid van dit lied. De veelheid van beelden doet barok aan – Gerhardt was daarin een kind van zijn tijd – maar daar doorheen treft je de innige toon, de dankbare verwondering voor het Lam dat de schuld der wereld draagt.

Er is door onderzoekers op gewezen dat Gerhardt – anders dan Luther – veel lijdensliederen gedicht heeft. Al moeten we dat verschil ook niet overtrekken. De liederen die Christus’ lijden en sterven bezingen staan in het licht van het grandioze Paaslied Auf, auf mein Herz, mit Freuden (vertaling: Liedboek voor de Kerken Gezang 214). Niettemin mag die aandacht voor Christus’ lijden en sterven in Gerhardts liederen ons niet ontgaan.

O Haupt voll Blut und Wunden

Het meest bekende voorbeeld is het bekende lied O Haupt voll Blut und Wunden. De opname van dit koraal in Bachs Mattheüs –Passion heeft dit lied ver buiten de kerkmuren bekendheid gegeven. Maar wie van de tienduizenden bezoekers van Bachs passiemuziek zou nog weten dat dit lied behoort tot een cyclus van zeven lijdensliederen en een herdichting is van middeleeuwse liederen? Die zijn vermoedelijk afkomstig van Arnolfus van Leuven maar worden in de traditie toegeschreven aan Bernard van Clairvaux, wiens werk een hoogtepunt vormt van de spiritualiteit van de middeleeuwen. Die zeven gedichten zijn te zien als meditaties over het lijden waarbij de dichter zich verdiept in de ledematen van de lijdende Heiland: voeten, knieën, handen, zijdewonde, borst en hart en hoofd. De grote componist Dietrich Buxtehude (1637 –1707) wiens werk de laatste jaren gelukkig weer wat meer in de aandacht komt, heeft ons een schitterende cantate nagelaten Membra Jesu Nostri, waarin de zeven strofen van dit lied vertolkt zijn. Dankzij enkele zeer fraaie CD-opnamen is het mogelijk dit werk, dat ten onrechte weinig bekend is, te beluisteren. Van Gerhardts herdichting heeft alleen het lied over het hoofd van Christus 2 zijn weg gevonden naar de kerkboeken. Gerhardts vertolking heeft de bevindelijke toon van het middeleeuwse lied weten vast te houden, maar dit mystieke element is dan ingevoegd in een reformatorisch verstaan van de betekenis van Christus’ lijden en sterven. Het lied treft je door de innige beleving van de aan het kruis betoonde liefde, de toon van de overgave en de aanbidding. Ook komt helder naar voren hoe de overdenking van Christus’ lijden ons moet brengen tot verootmoediging vanwege de zonde van de mens, zoals blijkt uit de vierde strofe (vertaling: Liedboek Gezang 183: 3)

Nun was du, Herr, erduldet

ist alles meine Last;

ich hab es selbst verschuldet,

was du getragen hast

Schau her, hier steh ich Armer,

der Zorn verdienet hat!

Gib mir, o mein Erbarmer,

den Anblick deiner Gnad. 3

De laatste strofen zingen van de troost van Christus’ sterven voor het sterven van de gelovigen, een indringend gebed dat door velen de eeuwen door is nagebeden en gezongen:

Wenn ich einmal soll scheiden,

so scheide nicht von mir;

wenn ich den Tod soll leiden,

so tritt du dann herfür.4

1 Vertaling: ‘’k Lag machteloos gebonden, Gij komt en maakt mij vrij’ (Liedboek, Gezang 117:4).


2 Het lied is een herdichting en bewerking van het Latijnse lied Salve caput cruentatum

3 Vertaling: Nu, Heer wat Gij lijdt is mijn last. Het is mijn schuld die Gij gedragen hebt. Zie, hier sta ik, arme. Ik heb de toorn verdiend. Geef mij, o mijn Ontfermer, de aanblik van Uw genade.

4 Vertaling: Als ik eenmaal uit dit leven moet scheiden, blijf Gij mij nabij, als ik de dood moet ondergaan, treedt Gij dan voor mij in. De vertaling in het Liedboek (Gezang 183: 7) treft wel de toon, maar is wel erg vrij vergeleken met de Duitse tekst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 2007

Ecclesia | 8 Pagina's

Paul Gerhardt en zijn liederen (II)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 september 2007

Ecclesia | 8 Pagina's