Rechtvaardig voor God

BBijna is het weer zover: 31 oktober. Deze datum staat voor ‘Hervormingsdag’. Jaartal 1517. Maarten Luther. Rechtvaardiging door het geloof alleen. Vooral door de brief van de apostel Paulus aan de Gemeente van Jezus Christus te Rome heeft de Heilige Geest de Kerk der eeuwen geleid en onderwezen in het belijden en beleven van dit heilgeheim.

Maar ook Paulus’ metgezel, Lukas de evangelist, mocht hierover in verhaaltrant een boekje opendoen. Bijvoorbeeld in een tweetal gelijkenissen.

“Een vader had twee zoons”, zo vertelt Jezus. En even verderop: “Twee mensen gingen op naar de tempel” (Luk. 18:9). Daar komen ze: “Al de tollenaars en zondaars” (15:1,2). Tot Jezus. Wij zien het gebeuren: de jongste zoon komt thuis. De oudste is woedend. Alles wat hem dwarszit, gooit hij zijn vader naar zijn hoofd. Wij horen de Farizeërs en de Schriftgeleerden mopperen: “Deze ontvangt de zondaars en eet met hen”. Schande!

Wat een verschil. De jongste zoon zegt: “Vader, ik heb gezondigd …” De oudste: “Zie, ik dien u nu zoveel jaren en ik heb nooit uw gebod overtreden”. De een bidt: “O God, wees mij, de zondaar, genadig!” De ander: “O God, ik dank U, dat ik niet ben als de andere mensen (…) en als deze tollenaar”. De jongste zoon heeft last van zijn éigen zonden en de oudste is gefixeerd op de zonden van zijn broer.

Niet zomaar vertelt Jezus een gelijkenis met het oog op hen “die bij zichzelf vertrouwen dat zij rechtvaardig zijn”. Dat zijn de 99 rechtvaardigen, die de bekering niet nodig hebben (15:7). Zij hebben geen hart voor Vader en dus niet voor hun broeder. Zij komen in de kerk met de onderscheiding die zij zichzelf hebben opgespeld. Zij gaan naar huis zoals zij gekomen zijn. Ga je dàn even af!

En dat andere ‘soort’? Dat komt, schoorvoetend, schuldbeladen, schuldbelijden en gaat bevrijd, huppelend van zielevreugd, huiswaarts.

“Ik zeg u”! Woord van Jezus. Deze (tollenaar) gaat niet af. Hij is vrijgesproken. Eenvoudig: “Uw zonden zijn u vergeven”. “Welgelukzalig” is zo iemand (Ps. 32). Gerechtvaardigd! Alleen door het geloof, zonder de werken der Wet. “Dan ga ik op tot Gods altaren, tot God, mijn God, de bron van vreugd”.

Heeft de Wèt nu afgedaan? Integendeel. Die komt eerst nu goed op haar plaats. In Christus, die ons geworden is rechtvaardiging en heiliging. Zie het in het leven van de tollenaar Zacheüs (19). Wanneer Jezus bij hem te gast is, lopen de omstanders alweer te mopperen. Jezus echter ‘rechtvaardigt’ Zacheüs. Dat is wat God met goddelozen doet. Wanneer Hij vrijspreekt, wie zal dan veroordelen? Wat de Here zegt, dàt is waar!

Hoe kan dit toch? God rekent mij toe – uit louter genade – de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus (Heidelbergse Catechismus, antwoord 60).

Het vervolg bewijst de echtheid. De tollenaar zegt: Ik heb mijn naaste bedrogen én … ik ga het goedmaken. Zo

gezegd, zo gedaan. En niet zo zuinig! Zo blijkt de rechtvaardiging in de praktijk van het alledaagse leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen